Naar zijn beeld geschapen
Ons lichaam is niet geschapen om mee te pronken, of om aan de hand van subjectieve aantrekkelijkheidsnormen geprezen of beoordeeld te worden. Het is geschapen om ons op het eeuwige leven voor te bereiden.
In dit digitale tijdperk worden we overspoeld door boodschappen dat ons lichaam niet goed genoeg is als het geen bepaalde omvang en vorm heeft. Sommige berichten op sociale media lijken aan te geven dat we alleen maar groene smoothies met biologische ingrediënten moeten drinken, en dat we elke dag zestien kilometer moeten hardlopen. Alleen dan zullen we een ‘volmaakt’ lichaam hebben en door vrienden, familieleden en vreemden worden bewonderd.
Velen van ons schamen zich vanwege de ogenschijnlijke onvolmaaktheden van ons lichaam. Dan kunnen we het gevoel krijgen dat we geen recht op liefde en aanvaarding hebben, omdat we er niet zoals de fotomodellen op Instagram uitzien.
Maar, niets is minder waar. Ons lichaam is een gave van God. Het is niet geschapen om mee te pronken, of om aan de hand van subjectieve aantrekkelijkheidsnormen geprezen of beoordeeld te worden. Het is geschapen om ons op het eeuwige leven voor te bereiden.
Goddelijke beginselen
In het voorsterfelijk leven heeft onze hemelse Vader zijn heilsplan aan de geesten in de hemel voorgelegd. Als onderdeel van zijn plan zouden we een lichaam ontvangen om het sterfelijk leven op aarde te ervaren. Met ons stoffelijke lichaam zouden we onze keuzevrijheid gebruiken om het evangelie te leren en de verordeningen te ontvangen waardoor we als herrezen mens bij Hem kunnen terugkeren.
Dus bracht Hij zijn plan op gang: ‘En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’ (Genesis 1:27). Omdat onze hemelse Vader een lichaam van vlees en beenderen heeft (zie Leer en Verbonden 130:22), kunnen wij door ons lichaam meer op Hem gaan lijken. Ons stoffelijke lichaam is niet slechts een lastig omhulsel voor onze geest. Het is noodzakelijk voor ons heil en onze verhoging.
Er wordt van ons niet verwacht dat we een bepaald gewicht hebben, of dat we aan de schoonheidsidealen van de samenleving voldoen. We zijn geroepen om God te dienen en meer op Jezus Christus te gaan lijken. We zijn geroepen om het evangelie te verkondigen, om voor de Heer een rechtschapen gezin op te voeden en om op het verbondspad te blijven zodat we bij onze Vader in de hemel kunnen terugkeren.
Satans leugens
Als een lichaam zo’n grote zegen is, waarom hebben zoveel mensen dan moeite met hun lichaamsbeeld of maken ze zich zo druk over hun uiterlijk? Waarom kijken zoveel mensen met afschuw naar hun lichaam, in plaats van met de liefde en zorg waarmee het is geschapen?
Ons lichaam is een voorrecht en een gave. Een van de redenen waarom Satan wil dat wij moeite met de liefde en waardering voor ons lichaam hebben, is dat hij geen lichaam heeft. Hij wees het heilsplan af en werd uit de hemel geworpen. Hij zou nooit de vreugde of pijn van het sterfelijk leven ervaren. Hij kan ons wijsmaken dat ons lichaam niet goed genoeg is, dat we gevaarlijke of ongezonde maatregelen moeten nemen om aan de ‘schoonheidsnormen’ van de wereld te voldoen. Wanneer we geloven dat we vlekkeloos aantrekkelijk moeten zijn om liefde te ontvangen, raakt ons perspectief uit zijn evenwicht. Dan kan de tegenstander ons gedachten van ontoereikendheid, waardeloosheid en zelfhaat influisteren.
Satan wil dat wij vergeten dat we naar het beeld van onze hemelse Ouders zijn geschapen en dat onze eeuwige waarde niet van ons uiterlijk afhankelijk is. De tegenstander weet dat we, als we ons op ons lichaam fixeren, afgeleid worden van wat belangrijk is: onze waarden, onze relatie met andere mensen en onze relatie met God. De tegenstander wil dat wij zo met ons uiterlijk en gewicht bezig zijn, dat we vergeten dat we zijn geroepen om het heilsplan te bevorderen.
Met macht begiftigd
Ons lichaam is een gave van God. Het is essentieel bij ons streven om vooruitgang op het verbondspad te maken. Het is uitermate versterkend als we begrijpen dat ons lichaam een voorrecht is dat de volgelingen van Lucifer niet hebben ontvangen, omdat ze onze hemelse Vader en Jezus Christus niet wilden volgen. We hebben ons lichaam nodig om de verordeningen van de tempel te ontvangen. Daar leren we meer over de prachtige beginselen aangaande het doel en potentieel van ons lichaam. Onze lichamelijke deelname aan de priesterschapsverordeningen is noodzakelijk om ons op het eeuwige leven voor te bereiden. Daarom verrichten we tempelwerk voor de doden, die momenteel geen lichaam hebben. Ze kunnen het niet zelf doen.
Als we beseffen wat een voorrecht het is om een lichaam te hebben, kan dat onze onzekerheden over ons lichaam verminderen en kunnen we dankbaar zijn.
Een heerlijke hereniging
We zullen allemaal op een dag overlijden. Dan worden ons lichaam en onze geest tot aan de opstanding gescheiden. Bij de opstanding zullen alle ledematen, gewrichten en haren van ons lichaam ‘tot hun eigen en volmaakte gedaante worden hersteld’ (Alma 40:23). Ik stel me voor dat het een heerlijke hereniging zal zijn als we met hernieuwde kracht weer kunnen aanraken, proeven, ruiken, horen en zien. Ik denk dat ik dan met uitgestrekte armen mijn familieleden omhels. Ik geloof niet dat ik me dan druk zal maken over de striae van mijn laatste groeiperiode of de extra laag vet rond mijn middel. Die dingen zullen verdwijnen. Ik stel me voor dat we in staat zullen zijn om onszelf en elkaar te zien zoals de Heiland ons ziet. Dan zullen we in ons lichaam met God herenigd worden (zie 2 Nephi 9:4).
We hebben ons lichaam gekregen om aan het doel van onze schepping te voldoen en in de tegenwoordigheid van God de Vader een kroon van heerlijkheid te ontvangen (zie Leer en Verbonden 88:19). Dat is mogelijk gemaakt door de verzoening en opstanding van Jezus Christus, die ons van dood en zonde verlost. Als we ons lichaam gebruiken om het werk te verrichten waartoe we zijn geroepen, en ons niet druk maken over ons uiterlijk, kunnen we beter ons potentieel in dit leven en in het volgende leven bereiken.