Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Dierbaren helpen die met geloofsvragen en twijfels zitten
Het kan moeilijk zijn om met geloofstwijfel om te gaan. Hier zijn enkele tips om dierbaren te helpen.
Een vriend belde me op een avond op terwijl ik van mijn werk naar huis reed. Toen hij vroeg hoe het met me ging, kwamen er allerlei emoties naar boven. Ik zat echt met enkele vragen. Bepaalde aspecten van de kerk leken niet te kloppen. Ik was gefrustreerd omdat ik geen duidelijke antwoorden op mijn vragen had. Hoewel ik in de regel niet vaak boos ben, was ik kwaad en van streek. Ik liep al geruime tijd met mijn vragen rond en wist niet wat ik moest doen.
Terwijl ik de inrit opreed, luchtte ik mijn hart. Ik vertelde hem welke vragen me dwarszaten, en hoe ik me daar over voelde. Na ons gesprek voelde ik me een stuk beter. En dat kwam niet omdat hij al mijn vragen beantwoordde – dat was niet het geval. Maar hij was bereid om naar me te luisteren. Hij begreep hoe ik me voelde en zei dat ik niet de enige was die met vragen zat. Mijn vragen betekenden niet dat ik aan mijn geloof twijfelde, vragen stellen kon juist verhelderend werken.
Knellende vragen over het evangelie kunnen het je wel moeilijk maken en je blik op het leven veranderen. En het kan heel wat hoofdbrekens kosten als je dierbaren door dit gevoelige mijnenveld wilt loodsen. Ze hebben misschien het gevoel dat ze er niet bij horen of dat ze de enigen zijn die met vragen zitten.
Maar je kunt ze helpen, en duidelijk maken dat ze er wel degelijk bij horen, en dat ze er in tijden van twijfel niet alleen voor staan.
Hoe we een vriend(in) met vragen kunnen helpen
Wanneer vrienden of dierbaren vragen of twijfels hebben, of met hun geloof worstelen, willen we alles doen om hen te helpen. Maar het kan moeilijk zijn om te weten wat echt nuttig voor hen is. Hieronder staan enkele ideeën waarmee je jouw dierbaren kunt helpen:
-
Laat je door de Geest leiden. Bid om te weten hoe je kunt helpen en wat je kunt zeggen. En vertrouw op de Heer.
-
Toon medeleven. Stel vragen en luister aandachtig, zodat je begrijpt wat er in hen omgaat. Bevestig dat zo’n innerlijk conflict een uitdaging vormt, en laat ze weten dat je klaarstaat om zoveel mogelijk te helpen.
-
Wees er gewoon voor ze. Ze hebben misschien alleen een luisterend oor nodig, een medelevende vriend die ze niet snel veroordeelt.
-
Begrijp dat het niet jouw verantwoordelijkheid is om de moeilijkheden van je vriend op te lossen. Je kunt luisteren en helpen – maar het is hun leven, niet het jouwe. Hun beslissingen zijn geen weerspiegeling van jou of je geloof.
-
Als jij je zorgen maakt over hun vragen en problemen, probeer dan kalm te blijven en ze gerust te stellen. Iemand die vragen heeft, kan onzeker, verward of overstuur zijn. Dus als je niet fel reageert, maar rustig blijft, kun je zo iemand veel beter helpen.
-
Denk eraan dat je niet alle antwoorden hoeft te hebben. Je kunt jouw mening geven of inzicht aanbieden, maar het is ook niet erg om ‘dat weet ik niet zeker’ te zeggen of de tijd te nemen om een antwoord op te zoeken of erover na te denken.
-
Weersta de neiging om met ‘kant-en-klare’ oplossingen te komen. Mensen hebben vaak alleen iemand nodig die naar ze luistert, voordat ze openstaan voor suggesties.
-
Als jouw antwoord of suggestie geen resultaat oplevert of niet tot hen doordringt, dring dan niet aan. We moeten allemaal zelf en op onze eigen manier antwoorden vinden. Openbaring is voor iedereen anders.
-
Bid en vast voor een dierbare. Voor anderen bidden, kan ons kracht uit de hemel geven. Alma de jonge bekeerde zich bijvoorbeeld dankzij de gebeden van zijn vader (zie Mosiah 27:14). Onderschat nooit wat jouw geloof voor anderen kan betekenen!
-
Wat er ook gebeurt, vergeet niet dat je de persoon liefhebt. Als dierbaren besluiten om iets anders te geloven dan wij, of beslissingen te nemen die wij niet begrijpen, kunnen we hun keuzevrijheid respecteren en ze blijven liefhebben.
Houd gewoon als vuistregel aan dat het niet erg is om vragen te hebben of in een twijfelbubbel te zitten – dat is een van de aspecten van onze groei in dit leven. Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het is normaal om vragen te hebben – het eikeltje van een oprechte vraag is vaak uitgesproten en uitgegroeid tot een grote eikenboom van begrip. Er zijn weinig leden in de kerk die nooit eens met een ernstige of gevoelige vraag hebben gezeten. Een van de doelen van de kerk is het geloofszaad op te kweken en te verzorgen – zelfs in de soms zanderige grond van twijfel en onzekerheid. Geloven is hopen op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn.’1
Ik heb nog steeds geen antwoord op al mijn vragen. Mijn vriend heeft me vooral duidelijk gemaakt dat ik niet onmiddellijk antwoord op al mijn vragen hoef te krijgen. In de loop van de tijd heb ik steeds meer antwoorden gekregen. Ik vertrouw erop dat God de antwoorden heeft en dat Hij over mij waakt. Ik vertrouw erop dat ik de antwoorden zal krijgen wanneer ik die nodig heb. En dat is nu voldoende.