2021
Vrouwen en verbondsmacht
Januari 2021


Vrouwen en verbondsmacht

We mogen ons verheugen in de privileges en macht die we vanwege het priesterschap bezitten.

illustration of woman

Illustraties, Amber Eldredge

President Russell M. Nelson heeft gezegd dat de hemel evenzeer openstaat voor vrouwen die door hun priesterschapsverbonden met Gods macht begiftigd zijn, als voor mannen die het priesterschap dragen.

‘Ik bid dat die waarheid tot uw hart mag doordringen, want ik geloof dat zij uw leven zal veranderen’, sprak hij. ‘Ik spreek […] een zegen over u uit dat u de priesterschapsmacht waarmee u bent begiftigd, zult begrijpen, en dat u die macht zult versterken door geloof in de Heer en in zijn macht te oefenen.’

President Nelson verzocht de vrouwen van de kerk om zich met gebed en studie in priesterschapsmacht te verdiepen en ‘te ontdekken wat de Heilige Geest [ons] duidelijk maakt’. Ik vind het geweldig dat onze profeet ieder van ons heeft verzocht openbaring te leren ontvangen en meer begrip te krijgen van het gebruik van ‘de macht waarmee [we zijn] begiftigd’1.

Vaak heb ik de vruchten geplukt van het opvolgen van de raad van de profeten. Dit verzoek is niet anders. Toen ik nadacht over president Nelsons verzoek, moest ik direct aan de tempel denken – de plek waar ik met priesterschapsmacht ben begiftigd – en aan de prachtige gave die deze macht in mijn leven is. Het heeft jaren geduurd voordat ik inzag hoe die macht zich in mijn leven openbaart.

Priesterschapsmacht komt, ongeveer zoals de gave van de Heilige Geest, van onze liefdevolle Vader in de hemel en van persoonlijke rechtschapenheid. Doordat we onze verbonden met de Heer nakomen, hebben wij de mogelijkheid om openbaring over ons leven, ons gezin, onze baan en onze opleiding te krijgen; eigenlijk over alles waar we hemelse leiding voor willen. Er is niets wat voor ons belangrijk is, dat onbelangrijk voor de Heer is. En als de Heilige Geest onze metgezel is, kunnen we van Hem meer begrip van het priesterschap krijgen.

Hoe meer de macht van het priesterschap mij door studie en ondervinding duidelijk wordt, des te meer begrijp ik hoe relevant die in alle facetten van het leven is. Het is deze priesterschapsmacht die het mogelijk maakt dat we openbaring voor onze dagelijkse problemen krijgen.

In mijn roepingen is het vaak gebeurd, doordat ik met het priesterschapsgezag diende dat mij door iemand met sleutelgezag was verleend, dat ik een gedachte of ingeving kreeg die een jongevrouw, ZHV-zuster of jeugdwerkkind op dat moment nodig had. Ik weet dat ik die inspiratie kreeg, omdat mij bij mijn aanstelling voor die roeping het priesterschapsgezag was verleend.

In een huwelijk, maar ook in andere relaties, maken mensen verschillende leer- en groeifases door. Ik leerde bijvoorbeeld dat het mij makkelijker viel om van gedachten te veranderen als ik eraan dacht wie mijn man is, wie ik ben, en wat we als kinderen van God verondersteld worden samen te doen. Onze verzegeling aan elkaar door het priesterschapsgezag heeft ons beiden gesterkt en gemotiveerd om eensgezinder te zijn. Toen de Heiland zei: ‘Wees één; indien u niet één bent, bent u de mijnen niet’ (Leer en Verbonden 38:27), had Hij het niet alleen over de kerksetting. Hij had ook de familierelaties in gedachten.

Als moeder maakte ik mij zorgen over een van onze jongvolwassen kinderen, dat dingen deed waarvan ik wist dat het kind er niet gelukkig van zou worden. We hadden een tijd afgesproken om met elkaar over deze kwestie te praten. Vlak voor ons telefoongesprek stond ik in de startblokken; ik wist precies wat ik zou zeggen. Ik bad dat de Geest met mij zou zijn. Wat er vrijwel meteen uit mijn mond kwam toen ik opnam, was compleet anders dan wat ik had willen zeggen. Het was precies wat dat kind nodig had. De gave van de Heilige Geest verzachtte ons hart en droeg een betere oplossing aan. Dit voorbeeld maakt duidelijk hoe priesterschapsmacht in ons leven werkt.

Veel te vaak vergelijken vrouwen zich met andere vrouwen. Maar geen van ons voelt zich daar goed bij. Iedere vrouw bezit een unieke mix vaardigheden en talenten, en die gaven komen alle van God. Dat u en ik – of om het even hoeveel vrouwen – niet hetzelfde zijn, wil nog niet zeggen dat een van ons meer of minder is dan de ander. We moeten onze gaven ontdekken en ontwikkelen, eraan denken van wie we ze hebben gekregen en ze dan ook voor Gods doeleinden gebruiken. Door onze gaven tot zegen van anderen te gebruiken, ervaren wij de macht van het priesterschap in ons leven.

Ik heb het geluk dat ik veel uitmuntende vrouwen ontmoet, die door hun daden blijk geven van geloof en macht. Vrouwen gebruiken hun talenten en capaciteiten op zoveel verschillende en fantastische manieren. Ze voegen iets speciaals toe aan het leven van de mensen in hun omgeving – in hun gezin, op hun werk, in de kerk, op school, of waar zij hun tijd ook maar doorbrengen.

Een van de dingen die mij over het priesterschap duidelijk zijn geworden, is dat we op ons best zijn als we samenwerken. Zo heeft de Heer dat bedoeld; dat is het goddelijke patroon. We hoeven niet met elkaar te wedijveren, want al onze verschillende gaven, talenten en capaciteiten zijn nodig – van zowel vrouwen als mannen. De Heer leidt ons kalm over dat pad, zodat we allemaal meer begrip krijgen van onze wijze van samenwerking en hoe we elkaars bijdragen naar waarde weten te schatten. Dat is echt de beste manier om zijn werk te doen.

Niemand hoeft vrouwen te vertellen wat ze met hun gaven, talenten en macht moeten doen. We kunnen zelf openbaring ontvangen. We moeten niet wachten tot iemand anders het doet; we moeten de moed hebben om naar ontvangen openbaring te handelen. Door naar openbaring te streven en aan die geestelijke leiding gehoor te geven, doen we een beroep op de priesterschapsmacht die ons is beloofd als we onze verbonden met God nakomen.

Vandaar dat president Nelson zei: ‘Wat zou er mooier kunnen zijn dan samen met de Geest hard te werken om Gods macht – priesterschapsmacht – te begrijpen?’ Dit was zijn belofte: ‘Naarmate uw begrip toeneemt en u geloof in de Heer en zijn priesterschapsmacht oefent, zal uw vermogen om een beroep te doen op die geestelijke schat van de Heer toenemen.’2 Ik weet dat we op die beloften van onze profeet kunnen vertrouwen.

Notes

  1. Russell M. Nelson, ‘Geestelijke schatten’, Liahona, november 2019, 77.

  2. Russell M. Nelson, ‘Geestelijke schatten’, 79.