2021
Hoe de kerkgeschiedenis mijn geloof sterkt
Maart 2021


Hoe de kerkgeschiedenis mijn geloof sterkt

illustration of African woman with basket on head

Afbeeldingen, Getty Images

Op de middelbare school in Zuid-Afrika was geschiedenis mijn lievelingsvak. Op de universiteit behaalde ik een diploma in geschiedenis. In het seminarie, en daarna in het instituut, hield ik van alle cursussen, maar ik genoot in het bijzonder van de Leer en Verbonden, omdat dat mijn eerste kennismaking met de kerkgeschiedenis was. In de jaren daarna las ik graag boeken over de kerkgeschiedenis, zelfs die waarin moeilijke kwesties uit onze geschiedenis aan de orde kwamen. Mijn geloof wordt alleen maar groter nu ik meer bronnen over de kerkgeschiedenis raadpleeg. Dat gebeurt op drie manieren.

De kerkgeschiedenis biedt mij perspectief, vooral op vroegere gebruiken, zoals beperkte priesterschaps- en tempelzegeningen. Toen ik voor het eerst te horen kreeg dat er een tijd is geweest dat zwarte mannen het priesterschap niet konden dragen, bracht dat mijn geloof aan het wankelen. Hoe kon de kerk waarvan ik hield het priesterschap aan zwarte mannen onthouden? Sommige mensen legden het uit aan de hand van interpretaties die volgens hen leerstellig of Schriftuurlijk correct waren. Ze droegen alleen maar bij tot mijn verwarring en onrust.

Later in mijn leven was het de historische context die hout sneed en mij rust bracht. In de historische inleiding van Officiële Verklaring 2 staat, bijvoorbeeld, dat Joseph Smith een paar zwarte mannen het priesterschap heeft verleend, maar dat kerkleiders daar vroeg in de geschiedenis van de kerk mee gestopt zijn. En dan volgt er deze belangrijke verklaring: ‘De kerkelijke verslagen bieden geen helder inzicht in de oorsprong van dit gebruik.’1 De Evangelieverhandelingen2 en andere lesboeken van de kerk bevatten meer uitleg en historische context.3 Deze historische toelichtingen raakten mij diep en vergrootten mijn geloof.

De kerkgeschiedenis bracht mij waardering voor hen die ons zijn voorgegaan. Dat is in het bijzonder waar, als je bedenkt welke bijdragen er door ogenschijnlijk ‘gewone’ leden zijn geleverd. Zo is de bouw van de eerste kerken in Zuid-Afrika, Zimbabwe en Zambia in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw mogelijk gemaakt door de bijdragen van leden. De tempelzegeningen ontvangen, vergde zelfs nog grotere offers. Omdat ze wisten dat het nog decennia kon duren voordat er tempels in Afrika verrezen, verkochten veel leden al hun bezittingen, met inbegrip van hun woning, om van dat geld naar de tempel te reizen en die heilige verordeningen te ontvangen. De kerk op het Afrikaanse continent is gebouwd op het geloof van deze eerste leden, die met het weinige dat ze hadden zoveel offers hebben gebracht. Wanneer ik hun verslagen lees, zet dat mijn geloof kracht bij en wil ik alleen maar meer offers brengen.

illustration of African continent

De kerkgeschiedenis zet mij ertoe aan een betere geschiedschrijver te worden. Kerkleiders raden ons aan een dagboek bij te houden. Waarom? Omdat de geschiedenis van de kerk een verslag is van de ‘levenswijze, [het] geloof en [de] werken’ van haar leden (zie Leer en Verbonden 85:2). Telkens als ik over de kerkgeschiedenis lees, bijvoorbeeld in de nieuwe geschiedenis, Saints, besef ik des te meer dat deze boeken alleen mogelijk zijn dankzij de dagboeken, brieven en andere documenten van gewone leden van de kerk. Hun openhartige, in de eerste persoon geschreven verslagen moedigen mij aan om mijn dagboek nauwkeuriger bij te houden, zodat toekomstige historici een waarheidsgetrouwe geschiedenis van de kerk in Afrika kunnen opstellen.

Er vloeit ook een meer persoonlijke zegen uit het lezen van de kerkgeschiedenis en het schrijven van mijn eigen verslag. President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd dat hij gezegend is doordat hij de hand van de Heer in zijn leven en dat van zijn familieleden ziet en zich dat herinnert.4 Ook mijn herinneringen vergroten mijn getuigenis en geven mij de kracht om aan mijn problemen te werken. Als ik in mijn eigen dagboek schrijf en aan de nauwkeurige verslagen van andere kerkleden denk, begin ik de verheven patronen van de Heer in de herstelling van zijn kerk en koninkrijk in de laatste dagen te zien.

Deze en de vele andere lessen die ik uit de kerkgeschiedenis heb geleerd, hebben in ruime mate aan mijn eigen geestelijke ontwikkeling bijgedragen. Deze lessen hebben mij ook de moed gegeven om mijn geloof te verdedigen, omdat ik begrijp waarom we doen wat we doen. Doordat ik mij bewust werd van de historische context van veel van onze gebruiken en leerstellingen, ben ik nu een betere leerkracht en een toegewijdere discipel.

Noten

  1. Zie inleiding van Officiële Verklaring 2.

  2. Zie ‘Ras en het priesterschap’, Evangelieverhandelingen, topics.ChurchofJesusChrist.org.

  3. Zie bijvoorbeeld Fundamenten van de herstelling (lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen), 2016, hoofdstuk 26.

  4. Zie Henry B. Eyring, ‘O bedenkt, bedenkt’, Liahona, november 2007, 66–69.