2021
Mijn ene broek: sober leven door een evangelische bril
Maart 2021


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Mijn ene broek: sober leven door een evangelische bril

Ik ben zo blij met een levenswijze waarmee ik goed voor de aarde kan zorgen.

spijkerbroek op een hanger

Ik bezit maar één broek: een nette, zwarte spijkerbroek. Het lijkt misschien ongebruikelijk, maar ik ben heel blij met dit simpele feitje. Na mijn studie moest ik mijn flatje in Finland verlaten, en omdat ik een reis van twee maanden naar de Verenigde Staten had gepland, moest ik bedenken wat ik met al mijn bezittingen zou doen. Dus ik maakte een inventaris op van alles wat ik bezat, en besefte dat ik in feite veel minder nodig had dan ik had. Na eerlijke overweging besloot ik voor mijn vertrek alles wat ik niet nodig had te verkopen. Ik vond het geweldig hoe dat voelde. En hoewel dit al een paar jaar geleden is, vind ik het gevoel om niet erg veel te bezitten nog steeds heel erg bevrijdend.

Hoewel ik niet voor honderd procent minimalist ben, heb ik mijn levenswijze beslist wel in die richting gestuurd. Door me bewuster te zijn van wat en hoeveel ik consumeer, ben ik gaan nadenken over mijn eigen verantwoordelijkheid voor het milieu, vooral vanuit een evangelisch perspectief.

Overvloed versus overdaad

In de Schriften staat dat de aarde is geschapen zodat wij die kunnen bewonen (zie 1 Nephi 17:36) en dat alles op aarde voor ons is gemaakt (zie Leer en Verbonden 59:16–19). Er is ons gezegd dat we goede rentmeesters van de aarde moeten zijn, wat de vraag opwerpt hoe we die verantwoordelijkheid het beste kunnen invullen. Eén van de manieren is te evalueren welke grondstoffen of middelen we verbruiken.

De Heer heeft ons die gegeven zodat wij een ‘overvloed’ kunnen hebben (Leer en Verbonden 49:19). Maar Hij kent de menselijke aard, dus Hij waarschuwde ons voor een overdadig gebruik ervan (zie Leer en Verbonden 59:20). Elke vorm van overdaad kan ertoe leiden dat we een en ander voor vanzelfsprekend gaan aannemen, wat er alleen maar toe kan leiden dat we niet alleen ons hart verharden, maar ook niet inzien van wie onze zegeningen komen – en in dit geval veroorzaken we er nog milieuproblemen mee ook. Daardoor vraag ik me vaak af waar de grens ligt tussen een ‘overvloed’ hebben en te veel hebben?

In Leer en Verbonden 59:18–19 staat dat ‘alle dingen die uit de aarde voortkomen, […] zijn geschapen voor het welzijn en het gebruik van de mens, om zowel het oog te behagen als het hart te verblijden, […] om het lichaam te versterken en de ziel te verkwikken’. We kunnen begrijpen dat al die dingen ons niet zijn gegeven om alleen maar te overleven: ze zijn er ook om ons vreugde te geven.

Vreugde vinden in minder bezitten

Toen ik besloot welke kleren ik zou wegdoen en welke ik zou houden, hield ik alleen dat waarvan ik vond dat ik het echt nodig had, en waar ik het meest van genoot. Ik besefte dat ik het moeilijker vond om dingen zoals kleding te waarderen als ik er veel van bezat. Toen ik de broek koos die ik werkelijk fijn vond en ook echt gebruikte, was ik blijer als ik ze droeg. En dat gold ook voor veel van mijn andere bezittingen.

Soms kan het goed zijn om iets in je leven te evalueren en wat aan te passen in je relatie met deze middelen die God ons heeft gegeven. In mijn geval was het vreugde vinden in minder bezitten, en dat resulteerde in een levenswijze die mij hielp om voor de aarde te zorgen.

Ook al lijkt onze individuele moeite om voor de aarde te zorgen niet veel zoden aan de dijk te zetten, we kunnen wel de nodige kennis erover opdoen en actie ondernemen. We kunnen ons door de Geest laten leiden in onze evaluatie van ons leven, en beslissingen nemen over onze stoffelijke bezittingen en onze daden. Zoals de Heer Zich van al zijn scheppingen bewust is – zelfs elk sprietje gras – zullen wij ons hopelijk van deze aarde bewust zijn door de nodige veranderingen aan te brengen, erachter te komen wat we er fijn aan vinden, en het in ons hart vinden om haar te behouden.