Digitaal thema-artikel
Erbij horen in Christus
De auteur woont in Kanagawa (Japan).
Toen de muren van vooroordelen jegens de problemen van mijn zoons afbrokkelden, voelde mijn gezin zich thuis – en voelden we de grote vreugde die uit het evangelie van Jezus Christus voortvloeit.
Men zegt vaak dat liefde alle wonden kan helen, maar ik wist pas hoe waar dit was toen ik het zelf meemaakte.
Mijn gezin heeft jarenlang geen aansluiting bij anderen kunnen vinden. Bij mijn twee jongens werd op jonge leeftijd de diagnose autisme en ADHD gesteld. Door hun onbeheerste en vaak verstorende gedrag was er vaak sprake van onbegrip uit de omgeving voor hun situatie. In mijn geboorteland, Japan, is 98 procent van de bevolking Japans. In elk gebied met weinig diversiteit kan het voor de samenleving moeilijk zijn om mensen te accepteren die zelfs maar een beetje anders zijn.
Toen mijn kinderen nog klein waren, wilde ik ze op een kleuterschool plaatsen. Ik benaderde scholen in de omgeving, maar kreeg bij elke aanvraag dezelfde moeilijke reactie: zodra het personeel met mijn zoons en hun aandoening kennismaakte, kregen we te horen dat de school geen plek meer had. Uiteindelijk werden we door een instelling in een naburige plaats toegelaten, maar pas nadat we door elke kleuterschool in onze eigen stad geweigerd waren.
Dat was ongelooflijk pijnlijk.
De ritten met het openbaar vervoer maakten het er ook niet makkelijker op. Ik gaf de jongens weleens een uitbrander als ze weer te luidruchtig waren in de trein. Als ze dan helemaal uit hun bol gingen, werd ik door vreemden van mishandeling beticht. Op andere momenten weerhield ik mezelf ervan om de jongens tot stilte te manen, uit vrees voor hun reactie. Andere passagiers vonden me dan weer nalatig.
Zelfs enkele maatschappelijk werkers drongen erop aan dat ik een van mijn kinderen in een instelling zou plaatsen, met slechts één keer in de twee jaar een contactmoment. Ze vonden dat ik als alleenstaande moeder nooit twee kinderen met autisme en ADHD zou kunnen grootbrengen. Maar ik had zelf de pijnen van een moeilijke jeugd meegemaakt – mijn ouders scheidden toen ik een peuter was en konden om verschillende redenen niet voor me zorgen. Daarom was ik vastbesloten om mijn zoons de onvoorwaardelijke liefde te geven die ieder kind verdient.
Veilig bijeenvergaard
Enkele jaren geleden woonde ik een seminar van mijn werk bij. Ik merkte dat sommige leidinggevenden van het seminar vóór het middageten met gebogen hoofd hun armen vouwden. Deze mensen zijn altijd zo vriendelijk, dacht ik bij mezelf. Waarom zijn ze steeds zo somber als ze gaan zitten om te eten?
Ik kwam er al snel achter dat ze aan het bidden waren – niet aan het mokken. Ik kon het niet laten om meer vragen over hun geloof te stellen. Ze waren ontzettend vriendelijk en straalden iets unieks uit. Dat intrigeerde me. Ze vertelden dat ze lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waren, en we gingen al snel op hun uitnodiging om de kerk met ze te bezoeken in.
Mijn jongste zoon was vanwege zijn autisme bang voor grote groepen en om nieuwe mensen te ontmoeten, maar de wijk verwelkomde ons met open armen. Ze deden alles wat ze konden om aan onze behoeften tegemoet te komen. De leden hielden achterin de kapel een speciale ruimte voor mijn zoon vrij. Ze voldeden ook aan ons verzoek om geen oogcontact met hem te maken tot hij zich meer op zijn gemak voelde. Zelfs als een van mijn kinderen de avondmaalsdienst verstoorde, werden we zeer respectvol en vriendelijk behandeld.
Ik zag mijn zoons in de hartelijke omarming van de wijk opbloeien. Ze sloten al gauw nieuwe vriendschappen en gingen zelfs naar jeugdwerklessen op dagen dat ik niet naar de kerk kon gaan.
We lieten ons uiteindelijk dopen. Als ik eraan terugdenk, ontroert het me nog steeds. Tijdens de doopdienst schoven de wijkleden – die begrepen dat mijn kinderen bang waren voor een grote groep mensen en ze niet wilden afschrikken – stilletjes achterin de zaal aan nadat de jongens op hun plek zaten. Na afloop kregen we een berg felicitaties en lekkers aangeboden. De liefde in de zaal was zo voelbaar dat mijn zoons opmerkten: ‘Ik wil nog wel een keer gedoopt worden!’
Mijn hart loopt over van dankbaarheid als ik denk aan de oprechte liefde van de leden in onze wijk. Dankzij die liefde hebben we uiteindelijk het licht van het evangelie kunnen vinden. De wijk gaf echt inhoud en betekenis aan de woorden ‘harten in eenheid en in liefde jegens elkaar verweven’ (Mosiah 18:21). Mijn gezin was zeer gezegend door de vriendelijkheid van deze hartelijke heiligen der laatste dagen.
Vrede en verbondenheid vinden
Onze doop is inmiddels twee jaar geleden. Mijn beide zoons zijn tot het Aäronisch priesterschap geordend en ik zie dat ze enorm veranderd zijn in hun doen en laten.
Ik ben dankbaar voor de vele meelevende mensen die mijn gezin accepteerden en mijn zoons hun angsten door de kracht van liefde hielpen overwinnen. Ik ben dankbaar voor het evangelie van Jezus Christus, waardoor zelfs de diepste wonden als gevolg van vooroordelen kunnen genezen. Bovenal ben ik dankbaar voor een liefdevolle hemelse Vader, die een weg voor mijn gezin heeft bereid om vrede en verbondenheid te vinden, juist toen ik niet kon zien hoe die weg eruit zou zien.
Ik heb geleerd dat we plaats inruimen voor meer liefde als we plaats inruimen voor onze verschillen. Ieder van ons is een geliefd kind van hemelse Ouders. Als we dat maar onthouden, kunnen we allemaal – waar of wie we ook zijn – één in Christus worden (zie Leer en Verbonden 38:27).