Heeft mijn bediening wel effect?

Paige Bryson

Als we in geloof en liefde handelen, telt elke hulpdaad.

We praten in de kerk heel veel over bediening. En vaak kan wat ik uit het idee achter bediening begreep, kort worden omschreven met ‘zie een behoefte, lenig die behoefte.’ Dat zijn de verhalen die we in de algemene conferentie horen. Dat zijn de verhalen die tot welbekende bedieningsvoorbeelden uitgroeien. En hoewel dat waargebeurde verhalen zijn, doen zich nog tal van andere mogelijkheden voor om te dienen. Ik weet uit ervaring dat het zelfs niet de meest voorkomende manier van dienen is.

Als we de mensen die onder onze bediening vallen, vragen of ze iets nodig hebben, krijgen we vaak te horen dat ze niets nodig hebben; dat alles in orde is. Dat kan ontmoedigend zijn voor iemand die oprecht probeert zijn of haar bediening groot te maken. Na verloop van tijd zal zo iemand het gevoel krijgen dat er niets is wat hij of zij kan doen om die persoon te dienen.

Maar als we nu eens verder denken, en louter behoeften lenigen verleggen naar oprecht om anderen geven, zoals Jezus Christus dat deed? Als we in onze bediening nu eens simpelweg gehoor geven aan de zachte, milde ingevingen over de mensen die we dienen? Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen sloeg de spijker op de kop toen hij zei: ‘We hebben ieder dagelijks op talloze kleine, eenvoudige, krachtige, alles veranderende manieren, dienende liefde en steun nodig, en kunnen die ook zelf geven.’¹

De leiders van de kerk raden ons aan op kleine en eenvoudige manieren te dienen. Wat houdt ons dan tegen? Soms kan dat onze eigen manier van denken zijn. Een van de zaken die mij tegenhielden in mijn bediening is dat ik me afvroeg of de dingen die ik deed wel ‘telden’. Telt ons bedieningswerk als het niet gaat om specifieke, tastbare hulp zoals een maaltijd langsbrengen of een lift geven?

Natuurlijk wel.

Telt ons bedieningswerk als het niet gezien wordt of als we er niet voor worden bedankt?

Natuurlijk wel.

Telkens als we een ingeving van de Geest opvolgen, hoeden we Christus’ schapen.

Zuster Jean B. Bingham, algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘Soms denken we dat alleen grootse en heldhaftige daden “tellen” als dienstbetoon. Eenvoudige daden kunnen echter een diepgaand effect op anderen – en op onszelf – hebben.’²

Bediening begint met het eenvoudige verlangen anderen te dienen en sluit vaak het opvolgen van zachte geestelijke indrukken in. We kunnen altijd bidden om te weten hoe we de mensen die onder onze bediening vallen het beste dienen, maar hier zijn een paar ideeën om het dagelijks leven van mensen in onze omgeving te veraangenamen:

Deel een podcast.
Breng ze een lunch op het werk.
Nodig ze uit om met jou en je vrienden op te trekken.
Leen ze een van je lievelingsboeken.
Begin een eetclub, een leesclub of een ander soort clubje.
Woon een activiteit bij die zij hebben georganiseerd.
Volg ze op sociale media en plaats positieve berichtjes.
Bereid je voor op, en neem deel aan, een les die ze in de kerk geven.

Uiteraard is deze lijst verre van volledig, want er zijn talloze manieren waarop we kunnen dienen, vooral als we ernaar streven openbaring te krijgen zodat we de behoeften van de mensen die we dienen begrijpen. We kunnen bidden om inspiratie van de Geest zodat het ons duidelijk wordt hoe we voor mensen kunnen zorgen, of het nu gaat om vriendschap opbouwen, eensgezindheid aanmoedigen, of ze het gevoel geven dat ze erbij horen.

Als we actief bezig zijn met het dienen van anderen, laten we dan niet vergeten om anderen ons te laten dienen. Zorg dat jij niet degene bent die het denkpatroon ‘ik heb niets nodig; alles is in orde’ in stand houdt. Zorg dat je dienende broeders of zusters je leren kennen en probeer ook hen te leren kennen. Let op onverwachte manieren waarop jij bent bediend, en dank de weldoeners. Leer meer over het idee achter bediening, en denk eraan: als je in geloof en liefde handelt, telt alles wat je doet.