2022
Het voorbeeld van empathie en naastenliefde van de Heiland volgen
Augustus 2022


‘Het voorbeeld van empathie en naastenliefde van de Heiland volgen’, Liahona, augustus 2022.

Jongvolwassenen

Het voorbeeld van empathie en naastenliefde van de Heiland volgen

Wat kunnen we uit Jezus’ leven en leringen afleiden dat ons kan helpen om ons in de belevingswereld van anderen te verplaatsen en elkaar lief te hebben?

Jezus Christus weent

Jezus weende, James Tissot

Het kortste vers in de Schriften bestaat uit twee woorden: ‘Jezus weende’ (Johannes 11:35). Dit is niet de enige keer in de Schriften dat Jezus huilt, maar de reden waarom Hij in Johannes 11 huilt is veelzeggend, en je kijkt er makkelijk overheen.

Het verhaal gaat als volgt: Lazarus, een vriend van Jezus, wordt ziek en sterft terwijl Jezus weg is. Na enkele dagen komt Jezus naar het huis van Lazarus om hem uit de dood op te wekken en Hij wordt daar door Martha en Maria, de rouwende zussen van Lazarus, ontvangen. Maria valt aan de voeten van Jezus en zegt: ‘Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn’ (Johannes 11:32). Johannes zegt vervolgens: ‘Toen Jezus haar dan zag huilen, en ook de Joden die met haar meekwamen, zag huilen, werd Hij heftig in de geest bewogen en raakte innerlijk in beroering’ en ‘weende’ (Johannes 11:33, 35).

Het lijkt er niet op dat Jezus weent om het verlies van Lazarus. Hij wist tenslotte al dagenlang dat Lazarus dood was, en was van plan hem spoedig op te wekken (zie Johannes 11:4, 14–15, 17). Jezus huilt daarentegen om de pijn die Maria, Martha en de anderen voelden, een pijn waarvan Hij wist dat die binnen enkele minuten zou verdwijnen, maar die op dat moment nog aanwezig was.

Jezus weende, in ieder geval gedeeltelijk, uit empathie.

Empathie is het vermogen om de gevoelens van anderen te begrijpen en te voelen, en omdat het een van de eigenschappen van Christus is, moeten we er allemaal naar streven om die beter te begrijpen, te ontwikkelen en uit te drukken. Wie empathie hebben, zijn beter in staat om anderen lief te hebben en naar hun behoeften te dienen. In die zin helpt deze eigenschap ons om ‘anderen de hand te reiken’ in navolging van de Heiland en om eenheid en verbondenheid te creëren.1

Dus wat kunnen we uit Jezus’ leven en leringen afleiden dat ons kan helpen om ons in de belevingswereld van anderen te verplaatsen en elkaar lief te hebben?

1. Jezus identificeerde Zich met mensen in de marge van de maatschappij

Tijdens zijn bediening had Jezus een bijzondere band met mensen die aan de zelfkant van de maatschappij leefden: de bezochten, de vreemdelingen en anderen die vaak genegeerd of geminacht werden – ‘deze geringste’, zoals Hij hen in het evangelie van Mattheüs noemt (Mattheüs 25:40). Maar Hij diende deze mensen niet alleen – Hij herkende Zichzelf in hen en leerde zijn discipelen dat zij door goed te doen aan die mensen, dat voor Hem hadden gedaan.

Denk daar eens over na. De grote Schepper van het heelal, de Zoon van God en Verlosser van de mensheid, de persoon met alle reden in de wereld om Zichzelf boven anderen te stellen, vergelijkt Zichzelf met de nederigste en kwetsbaarste mensen.2

Maar waarom?

Naast zijn liefde voor alle mensen is het belangrijk om te bedenken dat de sterfelijke Jezus zelf gemarginaliseerd werd. Hij behoorde tot een etnische minderheid in het Romeinse Rijk en was waarschijnlijk arm. Als kind moest Hij naar een ander land vluchten om aan de dood te ontkomen (zie Mattheüs 2:1–15). Sommigen van zijn volksgenoten verwierpen Hem, en Hij werd uiteindelijk het slachtoffer van door de overheid gedoogde onderdrukking (zie Markus 15:15; Johannes 1:11). Vanaf de dag dat Hij werd geboren tot de dag dat Hij stierf, was Jezus ‘een van deze geringste’ (Mattheüs 25:40).

Door Zich met de verstotenen te identificeren, nodigt de Heiland ons uit om na te denken over onze eigen relatie tot mensen die tegenwoordig benadeeld, ontheemd of vervreemd zijn. Denken we dat wij beter zijn dan zij? Of zien we ze zoals Jezus ze ziet, als deel van onszelf, als geestelijke zusters en broeders? Vragen we onszelf af hoe het zou zijn als hun verhaal ons verhaal was?3 Bidden we om ze te begrijpen en lief te hebben? En dienen we ze als een uiting van liefde voor onze Heiland, Die in hen wordt weerspiegeld?

2. Jezus deed wat noodzakelijk was

Jezelf in anderen verplaatsen is makkelijker gezegd dan gedaan, en voor Jezus kwam empathie grotendeels voort uit het doorstaan van de ‘pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen […] en ziekten van zijn volk’, zodat Hij zou weten ‘hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ (Alma 7:11, 12). Met andere woorden, veel van de moeilijkheden die zijn leven en verzoening omringden, stelden Hem in staat om ons en onze moeilijkheden te begrijpen, zodat Hij beter zou weten hoe Hij ons kon genezen.

Maar Jezus ging ook vrijelijk om met veel mensen die Hij tegenkwam, Hij luisterde naar hen, stelde hun vragen en behandelde ze met respect, zelfs als anderen daar kritiek op hadden. Omdat Jezus zo lang geleden leefde, zien we soms niet op welke manieren Hij tegen de sociale normen van zijn tijd inging om anderen de hand te reiken.

Hij raakte bijvoorbeeld melaatsen en andere zieken aan, terwijl die volgens de wet van Mozes ritueel onrein waren (zie Numeri 5:1–4; Mattheüs 8:2–3). Hij diende ook beruchte zondaars, zij die een slechte reputatie hadden, en mensen uit de andere volken, wat door sommigen ook als ongepast werd beschouwd (zie Markus 2:15–17; Johannes 4:5–26). Jezus bouwde bruggen, ook al was dat toen niet populair.

vrienden in gesprek

Net als de Heiland kunnen wij ook moeite doen om anderen beter te leren kennen. We kunnen bijvoorbeeld:

  • naar hen luisteren met de bedoeling ze te begrijpen in plaats van te oordelen of te antwoorden;

  • de neiging afleren om de mensen met wie we het oneens zijn af te wijzen, defensief te benaderen, of te bekritiseren; en

  • geduldig aandacht schenken aan mensen, waar ze zich ook op hun groeipad bevinden, in plaats van waar we willen dat ze zich bevinden.

Ik merk dat ik meer mededogen kan opbrengen, meer begrip van ingewikkelde kwesties heb en beter toegerust ben om anderen te dienen en lief te hebben, als ik hun perspectief en ervaringen beter begrijp. Je kunt haast niet anders dan iemand liefhebben als je zijn of haar verhaal kent.

3. Jezus stemde zijn liefde af op de persoon

Tot slot blijkt uit het leven van Jezus dat empathie optimaal tot uiting komt in het liefhebben van anderen op de manier waarop zij liefde nodig hebben. Nephi heeft gezegd dat de Heiland niets doet, ‘tenzij het voor het welzijn van de wereld is; want Hij heeft de wereld lief’ (2 Nephi 26:24).

Soms uitte zijn liefde zich in lichamelijke genezing, bemoediging, kastijding of vergeving. Op andere momenten treurde Hij met hen die treurden of had Hij deel in hun vreugde. Uiteindelijk heeft Christus zijn leven voor ons afgelegd ‘toen wij nog zondaars waren’ (Romeinen 5:8), waaruit blijkt dat zijn volmaakte liefde ondanks onze onvolmaaktheid voortduurt.

Het kan soms moeilijk zijn om net als de Heiland lief te hebben. Hoe kunnen we dan anderen liefhebben op de manier die voor hen het beste is?

Kunnen we ervoor kiezen om lief te hebben, alsof het een schakelaar is die we kunnen omzetten?

Is het echt mogelijk om net zoveel van een buur of een vreemdeling te houden als van een familielid of onszelf?

Hoe zit het met de mensen met wie we het niet eens zijn, of de mensen met wie we geneigd zijn te kibbelen?

In de Schriften wordt vaak over christelijke liefde gesproken als iets waarmee iemand ‘vervuld’ is; met andere woorden, het is iets dat God in de ziel heeft uitgestort (zie Mosiah 2:4; 4:12; Alma 38:12; Moroni 7:48). Dat betekent dat we christelijke liefde niet zonder Gods hulp kunnen ontwikkelen – het is een geestelijke gave die komt en groeit als we ‘[bidden] tot de Vader met alle kracht van [ons] hart’ (Moroni 7:48).

Empathie leidt tot eenheid

Als we met empathie en naastenliefde dienen, neemt ons vermogen om eenheid en verbondenheid te creëren en anderen tot Christus te brengen toe. Dat komt doordat we anderen met Gods ogen gaan zien en met zijn hart gaan voelen. We zien dienstbetoon dan ook niet als iets waarmee we anderen op ons niveau tillen, maar als iets waarmee we een kind van God als gelijke omhelzen. Zo vervullen we het gebed van Christus dat zijn volgelingen ‘één zullen zijn; zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn’ (Johannes 17:21).