2023
Leidt gehoorzaamheid niet tot zegeningen?
Februari 2023


‘Leidt gehoorzaamheid niet tot zegeningen?’, Liahona, februari 2023.

Jongvolwassenen

Leidt gehoorzaamheid niet tot zegeningen?

De zegeningen van de Heer zijn niet bedoeld voor stoffelijke verwennerij, maar voor geestelijke groei.

Afbeelding
jongvolwassen vrouw bij een verkoopautomaat

Een groot deel van mijn leven geloofde ik dat ik, als ik Gods geboden gehoorzaamde, recht had op alle zegeningen waar ik om vroeg. Bijna dertig jaar lang deed ik mijn best om gehoorzaam te zijn. Stel je eens voor hoe verbijsterd ik was toen ik verslaving en een kankerdiagnose mijn ouderlijk gezin zag verwoesten; mijn vader door de pandemie zijn baan kwijt zag raken; mijn zus een slopende terminale ziekte zag oplopen; en een aantal andere ingrijpende gebeurtenissen meemaakte, die ik nooit voor mogelijk had gehouden.

Ik heb veel tijd in vurig gebed doorgebracht om te weten waarom dit allemaal gebeurde. Ik ging er gewoon van uit dat ik zegeningen verdiende. Waarom leek het alsof mensen die geen moeite deden om gehoorzaam te zijn een geweldig leven hadden, zonder de soort beproevingen die ik onder ogen had moeten zien? Vanuit mijn beperkte perspectief vond ik mijn omstandigheden verwarrend, frustrerend en onrechtvaardig.

De wegen van de Heer begrijpen

Het kan moeilijk zijn om te midden van beproevingen een ruim perspectief aan te houden, maar als ik terugkijk, zie ik dat de wegen van de Heer werkelijk niet onze wegen zijn (zie Jesaja 55:8). Wij, vergankelijke stervelingen die we zijn, willen het liefst op onze wenken worden bediend, gelukkig zijn zonder al te veel inspanning, en relaxed door het leven gaan.

Maar onze hemelse Vader wil iets beters voor ons. In zijn oneindige wijsheid begrijpt Hij wat al zijn kinderen nodig hebben om eeuwige vreugde, blijvend geluk en goddelijke troost te ontvangen.

We krijgen dus niet altijd de zegeningen waar we om vragen, omdat we ze niet voor ons eeuwig welzijn nodig hebben. Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Sommige leden denken ten onrechte dat Gods beloften inhouden dat onze gehoorzaamheid aan God automatisch tot specifieke zegeningen volgens een vastomlijnd plan leidt. Misschien denken ze: “Als ik op zending hard werk, zal God me zegenen met een gelukkig huwelijk en kinderen.” Of: “Als ik geen huiswerk op de sabbat maak, zal God mij met goede cijfers zegenen.” […] Als hun leven niet op precies deze manier of volgens een verwacht patroon verloopt, voelen zij zich misschien door God verraden. Maar in het goddelijke bestel voltrekken de dingen zich niet zo mechanisch. We moeten niet denken dat Gods plan als een soort kosmische verkoopautomaat werkt, waarbij we (1) een verlangde zegening kiezen, (2) de vereiste som aan goede werken inwerpen, en (3) de bestelling direct krijgen.’1

De Heer heeft gezegd: ‘Voor zover u mijn geboden onderhoudt, zult u voorspoedig zijn in het land’ (2 Nephi 4:4). De ultieme voorspoed die onze hemelse Vader voor zijn kinderen in het verschiet heeft, is ‘onsterfelijkheid en het eeuwige leven’ (Mozes 1:39). En omdat Hij zoveel van ons houdt, nodigt Hij ons uit om onze keuzevrijheid goed te gebruiken en keuzes te maken die tot dat punt zullen leiden. Maar nergens in de Schriften staat dat Hij ons precies zal geven wat we willen. Hij weet veel beter dan wij wat het beste voor ons is. Dus wordt ons gevraagd, of we nu de zegeningen waar we op hopen wel of niet ontvangen, erop te vertrouwen dat het voor ons bestwil is (zie Leer en Verbonden 122:7).

De persoonlijke openbaring om op zending te gaan, was een van de duidelijkste antwoorden die ik ooit op een gebed heb ontvangen. Ik geef toe dat ik ertegen opzag om anderhalf jaar lang weg van mijn familie te zijn, maar ik kon het antwoord dat ik had gekregen niet ontkennen. Dus gaf ik gehoorzaam gehoor aan die oproep.

Mijn zending was in veel opzichten geweldig, maar ik ondervond ook veel beproevingen die mijn geloof op de proef stelden en waardoor ik me afvroeg waarom ik ooit het gevoel had gekregen om op zending te gaan! Als ik nu terugkijk kan ik echter eerlijk zeggen dat mijn moeilijke zendingservaringen me op veel manieren hebben gesterkt, en me hebben geholpen om later in mijn leven zegeningen te ontvangen.

Soms leidt onze gehoorzaamheid ons in het vuur van de smelter (zie Maleachi 3:2), en dat is nooit een prettige ervaring. Maar als we toelaten dat dit vuur ons verandert, groeit er iets moois uit de as (zie Jesaja 61:3).

De wil van God aanvaarden

Ware bekering tot Christus houdt in dat we er volledig op vertrouwen dat zowel Hij als onze hemelse Vader in het eeuwige plan alleen het beste met ons voor heeft. Als we dat met heel ons hart geloven, kunnen we al onze gebeden oprecht beëindigen met ‘Uw wil geschiede, o Heer, en niet de onze’ (Leer en Verbonden 109:44). Als we vastberaden het advies van president Russell M. Nelson opvolgen om ‘God in ons leven te laten zegevieren’,2 begrijpen we dat we niet alles zullen krijgen wat we willen of denken te verdienen. We zullen tevreden en gelukkig zijn met de zegeningen die we door gehoorzaamheid aan Gods geboden ontvangen, zonder onszelf te vergelijken met andere mensen en hoe wij denken dat zij leven, en hoe God hen zegent.

Afbeelding
Abraham met de sterrenhemel achter zich

Het perspectief van Abraham stelde hem in staat om geloof te hebben.

Abraham, Robert T. Barrett

De profeet Abraham is een prachtig voorbeeld van deze ware bekering. De Heer zei tegen hem: ‘Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn’ (Genesis 15:5). Abraham moet haast wel zijn geschrokken toen de Heer hem op zijn oude dag gebood Izak te doden, de zoon met wie God zijn verbond zou maken (zie Genesis 17:19). Abraham moet zich hebben afgevraagd waarom God wilde dat hij de zoon offerde die hem in de verbondslijn zou opvolgen. Maar Abraham trok de Heer nooit in twijfel, omdat hij begreep dat de Heer het einde vanaf het begin kent, en erop vertrouwde dat Hij zijn belofte zou vervullen.

Toen Abraham net op het punt stond om zijn zoon te doden, hield een engel hem tegen en loofde hem om zijn gewilligheid gehoorzaam te zijn (zie Genesis 22:11–12). Later citeerde de engel de Heer: ‘[Ik zal] uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is’ (Genesis 22:17). Abraham geloofde dat de Heer hem op de een of andere manier zou zegenen, ook al was het niet zoals hij het zich had voorgesteld.

Dit verhaal herinnert ons er indringend aan dat we kunnen kiezen hoe we de werkingen van de Heer opvatten; we kunnen ervoor kiezen om te geloven. Abraham had het gebod van de Heer om zijn zoon te doden als uitermate onbillijk en harteloos kunnen zien. Maar Abraham koos ervoor om er anders naar te kijken – hij koos ervoor om zich op de macht, betrouwbaarheid en goedheid van de Heer te richten.

Van perspectief veranderen

Het is niet makkelijk om een perspectief als dat van Abraham te ontwikkelen – hiervoor is tijd en oefening nodig. Ik heb me soms verzet tegen de nederigheid die ik nodig heb om mijn wil aan de Heer te onderwerpen en op Hem te vertrouwen. Ik heb geestelijke driftbuien gehad, omdat ik boos was dat ik niet kreeg wat ik wilde en me verbitterd voelde omdat de tegenslagen bleven komen. Op die momenten zag ik niet dat ‘om ons te krijgen van waar wij nu zijn tot waar wij moeten komen, wij flink moeten worden opgerekt. En dat is meestal vervelend en pijnlijk.’3

Dat betekent niet dat de Heer wil dat we ons ellendig voelen – precies het tegenovergestelde. Het doel van de Heer is dat we ‘vreugde zullen hebben’ (zie 2 Nephi 2:25). Maar onze vreugde hangt af van de manier waarop we onze keuzevrijheid gebruiken. Als we ware, eeuwige vreugde willen, zullen we ervoor kiezen om zegeningen te herkennen, in welke vorm en tijd ze ook komen. We kiezen ervoor om gehoorzaam te blijven, zelfs als dat niet een onmiddellijk resultaat oplevert, omdat we onze hemelse Vader liefhebben en vertrouwen. En we doen ons best om te begrijpen dat de meest waardevolle zegeningen schuilen in de lessen die we bewust van onze beproevingen leren. Onze beproevingen brengen ons namelijk dichter tot Christus.

En is dichter tot de Heiland komen en net als Hij worden niet het doel van ons leven?

Ik heb veel tijd besteed aan de negatieve aspecten van beproevingen en de teleurstelling als ik niet krijg wat ik denk te willen. Ik vraag me soms nog steeds af waarom mijn leven vaak moeilijker lijkt dan dat van veel andere mensen. En soms vraag ik me af waarom ik, ondanks mijn ijverige gehoorzaamheid, niet de zegeningen krijg die ik verlang. Maar ik begin steeds meer in te zien dat de Heer me voortdurend zegent als ik zijn geboden gehoorzaam (zie Leer en Verbonden 82:10; 130:20–21), zelfs als ik die zegeningen niet altijd ontvang hoe of wanneer ik dat wil.

Als we een zegen niet ontvangen zoals of wanneer we dat verwachten, kunnen we aandachtig nagaan hoe we onze hemelse Vader en onze Heiland al wel in ons leven hebben gezien, want Zij laten Zich altijd zien. Als we deze waarheid werkelijk begrijpen, zullen we het perspectief en de moed hebben om nederig te verkondigen: ‘Uw wil geschiede.’

Noten

  1. D. Todd Christofferson, ‘Onze band met God’, Liahona, mei 2022, 78.

  2. Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 95.

  3. Zie Richard G. Scott, ‘Trust in the Lord’, Ensign, november 1995, 16–17.

Afdrukken