Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Mijn 3 c’s om het evangelie te delen
De auteur woont in Brazilië.
Maak het delen van het evangelie minder stressvol door uw rol daarin te begrijpen, en hoe u die met succes kunt vervullen.
Ik heb me tien jaar geleden in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen laten dopen. De afgelopen tien jaar heb ik veel mensen over het herstelde evangelie verteld – vooral door exemplaren van het Boek van Mormon weg te geven. Het is mijn doel om ieder jaar twintig exemplaren weg te geven. Sommige jaren, zoals in 2020, kon ik mijn doel overtreffen.
Ik heb mijn vrienden in de kerk vaak uitgenodigd om samen met mij het evangelie te delen. Maar bijna elke keer als ik iemand vraag om hun vrienden en familieleden een exemplaar van het Boek van Mormon te geven, zeggen ze: ‘Maar als ze mijn boodschap nu eens niet aanvaarden?’
Toen ik diezelfde zorg vaak hoorde, besefte ik dat leden van de kerk soms niet begrijpen wat hun rol in het delen van het evangelie is. Maar die onzekerheid kan makkelijk worden opgelost als we stilstaan bij mijn ‘drie c’s’ om het evangelie te delen.
1. Delen (compartilhar in het Portugees)
Mijn eerste ‘c’ is ons doel, namelijk om iets te delen. Het is onze taak om onze vreugde in het herstelde evangelie te delen! Veel mensen zouden net zo blij als wij zijn als ze over de herstelde waarheden in de Kerk van Jezus Christus hoorden. We kunnen de vreugde van het evangelie delen door normale gesprekken en zelfs door ons dagelijks voorbeeld als discipel van Christus.
President M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Een uiterst belangrijk bewijs van onze bekering en van wat wij ervan vinden om het evangelie te hebben, is onze bereidheid om anderen erover te vertellen.’1 Ware bekering inspireert ons tot delen. We kunnen onze hemelse Vader altijd vragen ons de moed en bereidheid te geven om het evangelie met de mensen om ons heen te delen. En als we ernaar streven om de Geest bij ons te houden, worden we in de juiste richting geleid.
2. Uitnodigen (convidar in het Portugees)
Mijn tweede ‘C’ is mensen uitnodigen. Als we een belangrijk evenement hebben – een verjaardagsfeestje, een bruiloft, een diploma-uitreiking – nodigen we mensen uit om erbij te zijn en er samen van te genieten. We kunnen niemand dwingen om te komen (we hopen dat ze dat wel doen!), maar als ze niet komen, blijven we toch nog vrienden. En er zullen in de toekomst nog meer gebeurtenissen zijn om met elkaar te delen. Mensen uitnodigen om zich in het evangelie te verdiepen is eigenlijk net zoiets.
De mensen die we uitnodigen om het Boek van Mormon te lezen, naar de kerk te gaan of het evangelie van Jezus Christus te omarmen, hebben de keuzevrijheid om onze uitnodiging wel of niet te aanvaarden. Maar ons succes wordt niet bepaald door hun reactie; het wordt bepaald door onze bereidheid om ze uit te nodigen.
In het handboek Predik mijn evangelie staat dat het doel van de voltijdzendelingen is ‘anderen uit te nodigen om tot Christus te komen.’2 Als we ernaar streven om het evangelie te delen, kunnen we ons beter richten op de vraag hoe we mensen kunnen uitnodigen dan op de vraag hoe mensen op onze uitnodiging zullen reageren.
3. Overtuigen (convencer in het Portugees)
Mijn derde ‘c’ om het evangelie te delen is overtuigen. En in tegenstelling tot de eerste twee c’s is de derde niet onze taak. De Heilige Geest heeft de taak om te overtuigen (zie Johannes 15:26; 2 Nephi 32:5; Moroni 10:5; Leer en Verbonden 42:17; Mozes 1:24). Alleen door de invloed van de Heilige Geest kunnen de mensen met wie we het evangelie delen echt van de waarheid worden overtuigd – zolang ze die in hun hart ontvangen (zie Jakob 3:2).
Als we naar het constante gezelschap van de Heilige Geest streven, is Hij met ons als we het evangelie met onze vrienden en familieleden delen. Hij zal dan van de waarheid van onze boodschap getuigen.
Het is een voorrecht om het evangelie te delen
We kunnen het evangelie op vele manieren met de wereld om ons heen delen, en hoewel het eng kan zijn, hoeven we ons geen zorgen te maken omdat onze hemelse Vader aan onze kant staat.
Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de zorgen van velen van ons samengevat:
‘Maar als ik dat allemaal doe en de mensen toch negatief reageren? Als ze negatief over de kerk zijn? Als ze onze vriendschap beëindigen? Wat dan?
‘Ja, dat kan gebeuren. Al sinds de oudheid zijn de discipelen van Jezus Christus vaak vervolgd [zie Johannes 15:18].
‘Vergeet niet dat de Heer wonderen kan verrichten. Door uw christelijke reactie op een afwijzing kan iemands hart verzacht worden. […]
‘Onze hemelse Vader kent u. De Heer heeft u lief. God zal u zegenen. Dit werk is door Hem ingesteld. U kunt het. We kunnen het samen doen.’3
We kunnen onze hemelse Vader altijd om hulp vragen als we Israël proberen te vergaderen. En dankzij de Heiland kunnen we altijd hopen dat onze uitnodigingen op een dag worden aanvaard.