Activiteit: positieve communicatieve vaardigheden ontwikkelen

Vriendschappen opbouwen met positieve communicatieve vaardigheden.

Gebruik de volgende activiteit om kinderen te laten oefenen met positieve communicatieve vaardigheden, zoals vragen stellen, wachten op een antwoord en interesse tonen in iemand anders.

Laat eerst wat voorbeelden van deze vaardigheden zien of gebruik hiervoor een rollenspel. Laat de kinderen dan in twee rijen tegenover elkaar gaan zitten. Leg uit dat ze positieve gespreksvaardigheden gaan oefenen met degene die tegenover hen zit. Geef ze een gespreksonderwerp en laat ze met diegene die tegenover hen zit over dat onderwerp praten. Verander elke paar minuten van onderwerp en laat dan telkens één rij kinderen doorschuiven zodat iedereen steeds een nieuwe gesprekspartner heeft.

Mogelijke gespreksonderwerpen of vragen:

• Wat vind je leuk om te doen?
• Welke feestdag vind je de leukste? Waarom?
• Wat wil je later worden?
• Als je een superkracht zou kunnen hebben, welke zou dat dan zijn? Waarom?
• Waar heb je altijd al naartoe gewild? Waarom?
• Wat is iets dat je gedaan hebt waar je trots op bent?
• Noem vijf dingen die je leuk vindt.

Pas activiteiten zo nodig aan, zodat iedereen kan deelnemen, het gevoel krijgt dat hij of zij erbij hoort en kan bijdragen.

• Bespreek met de kinderen hoe we met onze gelaatsuitdrukking en onze lichaamstaal boodschappen overbrengen aan anderen.
  
  • Lees een boek over of laat foto’s zien van mensen met verschillende emoties. Vraag de kinderen om het gezicht, de handen en de lichaamshouding van elke persoon te beschrijven.
  • Vraag een kind om een kaart uit een hoed te halen waar een emotie op staat geschreven. Help het kind die emotie uit te beelden zonder woorden te gebruiken. Laat de andere kinderen raden welke emotie het is. Ga door tot elk kind aan de beurt is geweest.
• Oefen om beurten met praten en luisteren. Geef één kind een markeerstift of stokje. Als je de groep een vraag stelt, mag alleen het kind met de markeerstift die beantwoorden. Na het beantwoorden van een vraag geeft het kind de markeerstift door aan een ander kind, dat dan mag praten. Blijf vragen stellen totdat alle kinderen de kans hebben gehad om deel te nemen.
• Bespreek wat de juiste manieren zijn om anderen te begroeten en aan te spreken in uw cultuur. Hoe begroet je een volwassene anders dan een medeleerling op school?

Laat de kinderen bespreken hoe zij en anderen door dat wat ze leren, dichter tot onze hemelse Vader en Jezus Christus kunnen komen. Die besprekingen kunnen vóór, tijdens of na de activiteit plaatsvinden en hoeven niet langer dan een paar minuten te duren. U kunt dit soort vragen stellen:

• Hoe kunnen we door de manier waarop we tegen andere mensen praten het voorbeeld van Jezus volgen?
• Hoe kunnen we anderen helpen door beter te leren communiceren?