Sand Heart in Hands
Gospel Living

Spreek vriendelijke woorden

09/09/20 | 1 min lezen

Doel

Help kinderen om naastenliefde te betonen door altijd vriendelijke woorden te spreken.

Voorgestelde activiteit

Ga in een kring zitten met in het midden een bak of pot met zand, aarde of iets soortgelijks. Geef de pot door en laat ieder een handvol zand of aarde pakken. Leg uit dat het zand in hun handen alle woorden voorstelt die ze zeggen. Heeft ieder kind een handvol zand (of iets anders) gepakt, laat ze dan proberen om elk korreltje – of stukje – terug in de bak of pot te doen.

Bespreek wat er gebeurt als er iets onvriendelijks is gezegd. Wat gebeurt er met de persoon over wie het is gezegd? Wat gebeurt er met de persoon die iets onvriendelijks heeft gezegd? Laat de kinderen inzien dat, net zoals het onmogelijk is om elk korreltje zand terug in de pot te doen, het onmogelijk is om onvriendelijke woorden en roddel terug te nemen als de woorden eenmaal zijn uitgesproken. Meestal blijft er iets van de onvriendelijkheid hangen bij de persoon die het heeft gezegd.

Laat de kinderen nadenken voordat ze iets zeggen dat misschien onvriendelijk is, zelfs als het waar is. Laat ze zich afvragen:

  • Is wat ik wil zeggen waar?
  • Moeten mijn vrienden echt weten wat ik ze ga vertellen?
  • Is wat ik wil zeggen vriendelijk?

Pas activiteiten zo nodig aan zodat ieder kan deelnemen, het gevoel krijgt dat hij erbij hoort, en kan bijdragen.

Ideeën om de activiteit aan te passen

  • Lees samen Spreuken 16:24: ‘Lieflijke woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel, en genezing voor de beenderen.’ Maak zo mogelijk samen een zoete traktatie of neem een zoete lipbalsem mee om de kinderen eraan te herinneren dat ze hun woorden ‘zoet’ moeten houden.
  • Doe een spel waarbij een vrijwilliger andere kinderen tegen onvriendelijke woorden beschermt.
    • Laat twee kinderen voor de groep staan.
    • Geef alle andere kinderen een aantal lichtgewicht balletjes. Elk balletje stelt een onvriendelijk woord voor.
    • De kinderen kunnen om de beurt een van de twee kinderen die voor de groep staan zachtjes met hun balletjes proberen te raken.
    • Het andere kind probeert zo veel mogelijk balletjes (onvriendelijke woorden) te vangen en tegen te houden.
    • Als het dat kind niet meer lukt om balletjes te vangen, vraag dan een ander kind om te gaan helpen.
    • Laat andere kinderen om de beurt voor de groep gaan staan om ballen op te vangen.
    • Bespreek wat de kinderen geleerd en gevoeld hebben. Hoe voelde de persoon zich die met ballen bekogeld werd? Hoe voelde de persoon zich die de ballen opving? Hoe kunnen we andere mensen tegen onvriendelijke woorden beschermen?
  • Maak met de groep een lijst met vriendelijke dingen die de kinderen tegen een vriend of familielid kunnen zeggen. Bespreek hoe die andere persoon zich door deze vriendelijke opmerkingen zal voelen. Laat de kinderen aan iemand denken die wel een vriendelijk woord kan gebruiken, en laat ze bedenken wat ze tegen die persoon zouden zeggen.
  • Denk aan een groep mensen die wel een vriendelijk woord kan gebruiken, bijvoorbeeld mensen die diensten verrichten, zendelingen of leden van de bisschap. Laat de kinderen ze een briefje schrijven.
  • Zing samen ‘Ik hou van jou’, (Kinderliedjes, 78). Bespreek hoe Heiland met andere mensen praatte.

Bespreking

Laat de kinderen bespreken hoe zij en anderen door het geleerde een betere band met hun hemelse Vader en Jezus Christus kunnen krijgen. Die besprekingen kunnen vóór, tijdens of na de activiteit plaatsvinden en moeten niet langer dan een paar minuten duren. U kunt dit soort vragen stellen:

  • Hoe volgen wij het gebod van de Heiland om elkaar lief te hebben als we vriendelijke woorden spreken?
  • Hoe kunnen we door de manier waarop we met andere mensen praten het voorbeeld van de Heiland volgen?

              Aan de slag

              Probeer deze activiteit met je familie, klas, quorum of vrienden.
              Opmerkingen
              0