Wereldwijde devotionals
Je leven redden


45:59

Je leven redden

CES-haardvuuravond voor jongvolwassenen • 14 september 2014 • Brigham Young University

Toen Jezus met zijn apostelen in Caesarea Filippi was, stelde Hij hun de volgende vraag: ‘Wie zegt u dat Ik ben?1 Petrus antwoordde eerbiedig, krachtig en welbespraakt: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’2 Het ontroert me om die woorden te lezen, om ze uit te spreken. Maar kort na dit mooi moment sprak Jezus tot zijn apostelen over zijn naderende dood en opstanding, en Petrus sprak Hem tegen. Hiervoor kreeg Petrus de strenge berisping dat hij niet in overeenstemming met ‘de dingen van God, maar [met] die van de mensen’ was.3 ‘Daarna [toonde Jezus] een toename van liefde jegens hem die [Hij had] berispt’4, en instrueerde Petrus en zijn mede-apostelen dat ze hun kruis moesten opnemen en hun leven verliezen om een overvloedig en eeuwig leven te bekomen, waarvan Hij zelf het volmaakte voorbeeld was. Laten we eens kijken naar een voorstelling van die gebeurtenis in een van de Bijbelvideo’s van de kerk:

Jezus: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan.

Petrus: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!

Jezus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.5

Ik wil het vandaag hebben over de volgende schijnbaar tegenstrijdige uitspraak van de Heer: ‘Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden.’6 Ze leert ons een krachtige, verstrekkende leerstelling die we moeten begrijpen en toepassen.

Een wijze hoogleraar heeft het volgende gezegd: ‘Net zoals de hemel hoger is dan de aarde, is Gods werk in jouw leven groter dan de ideeën die je over dat leven hebt. Zijn leven is groter dan jouw plannen, doelen of angsten. Om je leven te redden, moet je je ideeën loslaten en stap voor stap, dag na dag, je leven terug aan Hem geven.’7

Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik verbaasd ben over de consequentheid waarmee Christus zijn leven aan de Vader gaf, over hoe Hij zijn leven volledig in de wil van de Vader liet opgaan — zowel tijdens zijn leven als in de dood. Dat is precies het tegenovergestelde van de houding en aanpak van Satan, die door deze zelfzuchtige wereld veelvuldig toegepast wordt. In de voorsterfelijke raadsvergadering bood Jezus aan om onze Heiland in het goddelijke plan van de Vader te zijn. Hij zei: ‘Vader, uw wil geschiede en de heerlijkheid zij de uwe voor eeuwig!’8 Lucifer daarentegen zei: ‘Zie, hier ben ik, zend mij, ik zal uw zoon zijn en ik zal het gehele mensdom verlossen, zodat niet één ziel verloren zal gaan, en voorzeker zal ik het doen; daarom, geef mij uw eer.’9

Het gebod van Christus om Hem te volgen is een gebod om het plan van Satan nogmaals te verwerpen, ons leven los te laten en het echte leven te omarmen, het leven waarmee we in het celestiale koninkrijk komen en dat God voor ieder van ons wil. Dat leven is iedereen om ons heen tot zegen en maakt een heilige van ons. Met ons huidige beperkte perspectief kunnen we dat leven niet begrijpen. ‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.’10

Ik zou willen dat we meer van het gesprek tussen Jezus en zijn discipelen wisten. Het zou handig zijn om beter te begrijpen wat het in de praktijk betekent om je leven omwille van Hem te verliezen en het daardoor te vinden. Maar toen ik daarover nadacht, besefte ik dat de opmerkingen van de Heiland vóór en na zijn uitspraak ons kostbaar advies geven. Ik wil drie van die opmerkingen even toelichten.

Hij moet zichzelf verloochenen en zijn kruis dagelijks opnemen

Allereerst de woorden die de Heiland uitsprak vlak vóór Hij zei: ‘Wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen.’11 In elk van de synoptische evangeliën staat dat Jezus het volgende zei: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’12 Lukas voegt daar dagelijks aan toe — ‘moet hij […] zijn kruis dagelijks opnemen.’13 In het boek Mattheüs in de Bijbelvertaling van Joseph Smith zegt de Heer wat het betekent om zijn kruis op zich nemen: ‘Welnu, zijn kruis op zich nemen, wil zeggen dat iemand alle goddeloosheid en elke wereldse begeerte verzaakt en mijn geboden bewaart.’14

Dat komt met de volgende uitspraak van Jakobus overeen: ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.’15 Het betekent dagelijks alles wat onrein is mijden en de twee grote geboden onderhouden — liefde voor God en onze naaste — waaraan alle andere geboden hangen.16 Dus één aspect van ons leven verliezen voor het betere leven dat de Heer voor ons wil, bestaat uit ons kruis dag na dag opnemen.

Ieder die Mij belijden zal, zal ik ook belijden voor de Vader

Een tweede uitspraak suggereert dat ons leven verliezen omwille van Hem en het evangelie een bereidheid inhoudt om ons discipelschap openbaar te maken: ‘Wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben in dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal de Zoon des mensen Zich ook schamen wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met de heilige engelen.’17

Op een andere plek in Mattheüs staat een uitspraak die daarbij past:

‘Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.’18

Eén voor de hand liggende en nogal ingrijpende manier om ons leven voor Christus te verliezen, is door het letterlijk te verliezen bij het verdedigen van ons geloof in Hem. We denken meestal dat deze extreme vereiste alleen in het verleden voorkwam omdat we de verhalen over de martelaars, onder wie de meeste apostelen vanouds, lezen. Maar nu zien we dat datgene wat tot het verleden behoorde weer realiteit wordt. De laatste maanden horen we nieuwsberichten uit Irak en Syrië over honderden christenen en andere minderheden die door moslimextremisten uit hun huis verdreven of vermoord worden. De terroristen eisen dat die christenen zich tot hun opvatting van de islam bekeren, hun woonplaats verlaten of sterven. De christenen willen Hem niet verloochenen, en dus zijn velen van hen gevlucht of vermoord.19 Dat zullen ongetwijfeld zielen zijn over wie de Heiland zich niet zal schamen om in de toekomst voor zijn Vader te belijden. We weten niet wat er zal gebeuren, maar ik hoop dat als van iemand onder ons gevergd wordt om zijn leven voor de zaak van de Meester te verliezen, hoop ik dat wij dezelfde moed en trouw zullen opbrengen.

Maar de meer gangbare (en soms moeilijkere) toepassing van die leerstelling van de Heiland heeft te maken met ons dagelijks leven. Die heeft met onze woorden en ons voorbeeld te maken. Ons leven dient een belijdenis van Christus te zijn en samen met onze woorden van ons geloof in en onze toewijding aan Hem te getuigen. En dat getuigenis moet moedig verdedigd worden als we met bespotting, discriminatie of laster geconfronteerd worden door wie aan Hem ‘in dit overspelig en zondig geslacht’20 tegenstand bieden.

Op een andere keer uitte de Heer de volgende opmerkelijke uitspraak over onze trouw aan Hem:

‘Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.

‘Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader, en tussen een dochter en haar moeder, en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder;

‘en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.

‘Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard.

‘En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard.’21

Zeggen dat Hij niet kwam om vrede te brengen, maar het zwaard, lijkt aanvankelijk tegen de Schriftteksten in te druisen die Christus de ‘Vredevorst’22 noemen en tegen de verkondiging bij zijn geboorte, ‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen’23, en tegen andere bekende passages zoals ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u’24 ‘Het klopt dat Christus kwam om vrede te brengen — vrede tussen de gelovige en God, en vrede tussen de mensen. Het onvermijdelijke resultaat van de komst van Christus is echter conflict — tussen Christus en de antichrist, tussen licht en duisternis, tussen de kinderen van Christus en die van de duivel. Dit conflict kan zelfs tussen leden van hetzelfde gezin voorkomen.’25

Ik ben er zeker van dat een aantal van jullie, die vanavond over de hele wereld meeluisteren, persoonlijk meegemaakt hebben wat de Heer in deze verzen zegt. Je bent door je vader en moeder, broers en zussen verworpen en uitgestoten omdat je het evangelie van Jezus Christus aanvaard hebt en tot zijn verbond toegetreden bent. Op de een of andere manier heeft jouw hogere liefde voor Christus het opofferen van dierbare relaties van je gevergd, en je hebt vele tranen vergoten. Maar je eigen liefde wankelt niet. Je blijft standvastig je kruis dragen en toont dat je je niet schaamt voor de Zoon van God.

Een drietal jaar geleden gaf een lid van de kerk in Ohio (VS) een exemplaar van het Boek van Mormon aan een amish-vriend. Die vriend begon in het boek te lezen en kon het niet meer neerleggen. Drie dagen lang wilde hij alleen maar in het Boek van Mormon lezen. Hij liet zich samen met zijn vrouw dopen en zeven maanden later waren er drie amish-echtparen bekeerd en gedoopt. In de daaropvolgende maanden lieten hun kinderen zich dopen. De drie gezinnen besloten om in hun gemeenschap te blijven wonen en hun amish-levenswijze voort te zetten, hoewel ze het amish-geloof achter zich gelaten hadden. Maar omdat ze gedoopt waren, werden ze door hun hechte amish-buren uitgesloten. Uitsluiting betekent dat niemand in hun amish-gemeenschap nog met hen wilde praten, werken, zakendoen, of op welke manier dan ook met hen wilde omgaan. En dat beperkte zich niet tot vrienden, ook familieleden — broers, zussen, ouders en grootouders — sloten hen uit.

Aanvankelijk voelden deze amish-heiligen zich heel eenzaam en geïsoleerd omdat zelfs hun kinderen werden uitgesloten en vanwege hun doop en lidmaatschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen van school gestuurd werden. Hun kinderen blijven door grootouders, neven, nichten en buren uitgesloten worden. Zelfs enkele oudere kinderen van die amish-gezinnen die het evangelie niet aanvaardden, willen niet praten met hun ouders, of hen erkennen. Die gezinnen proberen de sociale en economische gevolgen van deze uitsluiting te boven te komen, en slagen daarin.

Hun geloof is nog steeds sterk. De tegenspoed en tegenstand van hun uitsluiting heeft hen standvastig en onwrikbaar gemaakt. Een jaar na hun doop, werden de gezinnen in de tempel verzegeld en ze blijven wekelijks trouw naar de tempel gaan. Ze putten kracht uit het ontvangen van verordeningen, en het aangaan en eren van verbonden. Ze zijn allen actief in hun kerkgroep en blijven naar manieren zoeken om het licht en de kennis van het evangelie door middel van vriendelijkheid en dienstbetoon tot hun familieleden en gemeenschap te brengen.

De prijs van het lidmaatschap in de Kerk van Jezus Christus kan zeer hoog liggen, maar de oproep om Christus boven alle anderen, zelfs onze dierbaarste familieleden, te verkiezen, is ook van toepassing op wie in het verbond geboren zijn. Velen van ons zijn zonder tegenstand en misschien als kind lid van de kerk geworden. Een mogelijke beproeving die wij krijgen is de Heiland en zijn kerk trouw blijven terwijl onze ouders, schoonouders, broers, zussen of zelfs onze kinderen wier gedrag, overtuiging of keuzes het voor ons onmogelijk maken om zowel Christus als hen te dienen. Dat is geen kwestie van liefde. We kunnen en moeten elkaar liefhebben zoals Jezus ons liefheeft. Hij heeft gezegd: ‘Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’26 Maar de Heer herinnert ons aan het volgende: ‘Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard.’27 Dus hoewel familiale liefde niet ophoudt, kunnen banden onderbroken worden en, naargelang de omstandigheden, kan zelfs hulp of inschikkelijkheid omwille van onze hogere liefde opgeschort worden.

In feite is de beste manier waarop we hulp aan onze dierbaren bieden — de beste manier om hen lief te hebben — de Heiland de hoogste prioriteit geven. Als we uit sympathie voor weerspannige dierbaren van de Heer afdwalen, verliezen we de middelen waarmee we hen hadden kunnen helpen. Maar als we diep in het geloof in Christus verankerd blijven, bevinden we ons in een positie waarin we goddelijke hulp kunnen ontvangen en schenken. Als (of eigenlijk wanneer) het ogenblik aanbreekt dat een dierbaar familielid zich wanhopig tot de enige ware en blijvende hulpbron wil richten, zal hij of zij weten wie ze als gids en metgezel kunnen vertrouwen. Ondertussen, kunnen we, met de gave van de Heilige Geest als gids, gestaag de pijn van foute keuzes verminderen en de wonden verbinden, voor zover dat ons wordt toegestaan. Anders dienen we noch onze dierbaren, noch onszelf.

Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?

Het derde aspect van ons leven omwille van de Heer verliezen, dat ik wil toelichten, vinden we in de volgende woorden van de Heer:

‘Wie zijn leven in deze wereld zal verliezen om Mij, die zal het in de toekomende wereld vinden.

‘Keer u daarom van de wereld af en red uw ziel; want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?’28

Of zoals in de vertaling van Joseph Smith staat: ‘Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen, en toch ontvangt hij niet wie God heeft geordend, en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden?’29

Zeggen dat zich van de wereld afkeren om ‘wie God geordend heeft’ te ontvangen tegen de geest van deze tijd ingaat is een understatement. De prioriteiten en interesses die om ons heen (en soms in ons) heersen zijn zeer zelfzuchtig: de drang naar erkenning; de onophoudelijke eis dat rechten gerespecteerd worden (waaronder het recht om nooit beledigd te zijn); het grote verlangen naar geld, bezittingen en macht; het idee dat men op een leven van gemak en plezier recht heeft; het doel om zijn verantwoordelijkheid te minimaliseren en enig offer voor andermans welzijn te mijden; om er maar enkele op te noemen.

Dat betekent niet dat we niet naar succes mogen streven, of in goede ondernemingen zoals onderwijs en eerbaar werk mogen uitblinken. Dit jaar brachten Jed Rubenfeld en Amy Chua, man en vrouw en tevens beiden hoogleraar aan de Yale Law School een boek uit met de titel Het drievoudige pakket: Hoe drie onwaarschijnlijke eigenschappen de opkomst en val van culturele groepen in Amerika verklaren. Hun stelling is dat sommige groepen in Amerika het beter doen dan andere op basis van drie culturele eigenschappen, die deze groepen een voorsprong geven. Chua en Rubenfeld stellen vast dat mormonen, joden, Aziaten, West-Afrikaanse immigranten, Indiaanse Amerikanen en Cubaanse Amerikanen deze eigenschappen in het Amerika van vandaag bezitten.30

Chua en Rubenfeld vergeleken die groepen met de algemene Amerikaanse bevolking op gebied van ‘inkomen, academische prestaties, bedrijfsleiding, professionele bekwaamheid en andere conventionele maatstaven’ en stelden het volgende vast:

‘De groep die er vandaag de dag in de VS met kop en schouders bovenuit steekt zijn de mormonen. […]

‘51 procent van de Amerikaanse bevolking is protestants, terwijl er maar 5 tot 6 miljoen mormonen in de VS wonen, wat neerkomt op 1,7 procent. En toch heeft een verrassend aantal van hen zich naar de top van de Amerikaanse politieke en bedrijfssferen opgewerkt.’31

Zulke prestaties zijn zeker prijzenswaardig, maar als we ons leven willen redden, mogen we niet vergeten dat ze geen doelen, maar middelen tot een hoger doel zijn. Met ons geloof in Christus moeten we politieke, zakelijke, academische en andere vormen van succes niet gelijkstellen met wie we zijn, maar ze bekijken als hulpmiddelen die ons in staat stellen God en onze naasten te dienen — eerst thuis en vervolgens wereldwijd. Persoonlijke ontwikkeling is waardevol als ze tot het ontwikkelen van een christelijk karakter bijdraagt. Bij het bepalen van succes denken we aan de belangrijke waarheid dat ons leven aan God, onze hemelse Vader, en Jezus Christus, onze Verlosser, toebehoort. Succes is in overeenstemming met hun wil leven.

Als vergelijking met het narcistische leven heeft president Spencer W. Kimball de volgende eenvoudige uitspraak van een voortreffelijker weg gegeven:

‘Dienstbetoon geeft dit leven een nieuwe dimensie en maakt deze periode, waarin we ons voorbereiden om in een betere wereld te leven, prettiger. … Als we ijverig werkzaam zijn in de dienst van anderen helpen wij hen niet alleen met onze daden, maar zetten we bovendien onze eigen problemen in een nieuw perspectief. Als we ons meer met anderen bezighouden is er minder tijd om ons druk te maken om onszelf! Als we ons bezighouden met het wonder van dienstbetoon, hebben we de belofte van Jezus dat als we ons erin verliezen, we onszelf vinden! [Zie Mattheüs 10:39]

‘We “vinden” onszelf niet alleen omdat wij goddelijke leiding in ons leven ervaren, maar hoe meer we onze medemens op gepaste wijze dienen, hoe meer inhoud onze ziel krijgt. […] We krijgen meer inhoud als we andere mensen dienen. Het is dan echt makkelijker om onszelf te “vinden” omdat er zo veel meer van ons te vinden is!’32

Voorbeelden van het leven in Christus en zijn evangelie verliezen

Tot slot wil ik enkele voorbeelden geven van wat het betekent om in het dagelijks leven jezelf in Christus en zijn evangelie te verliezen en daardoor het echte (en uiteindelijk eeuwige) leven te vinden.

President Henry B. Eyring was in juni 1976 president van Ricks College, nu Brigham Young University–Idaho, toen de net afgebouwde Teton Dam nabij Rexburg brak. ‘Ruim 300 miljard liter water raasde tegen 65 kilometer per uur naar Rexburg toe en maakte alles wat in de weg stond met de grond gelijk.’33 Velen in de gemeenschap reageerden heldhaftig en hielpen anderen, ook al waren hun eigen huis en bezittingen door de overstroming vernield. Enkelen lieten echter hun dierbaren in de steek.

President Eyring die een grote reddingsactie mee op touw had gezet, probeerde te achterhalen wat het verschil was ‘tussen de heldhaftige reactie van sommigen […] en het verraad van anderen. […] Hij liet een kleine maar wetenschappelijk belangrijke studie maken. “We konden maar één ding vaststellen”, zei hij later tegen een groep die aan de middelbare school afstudeerde.

‘“De helden waren mensen die hun beloften in de kleine dagelijkse dingen steeds nakwamen […] de belofte om na een etentje in de kerk mee op te ruimen, of op zaterdag te gaan werken om een collega met een project te helpen.

‘“De mensen die hun gezinnen in moeilijke tijden verlaten hadden, hadden vaak hun plichten in aangenamere tijden verzuimd. Ze hielden hun woord niet om de kleine dingen te doen waarvoor ze maar een klein en makkelijk offer moesten brengen. Toen de prijs hoog was, konden ze die niet betalen.”’34

Mijn vrouw en ik hadden een vriendin die we tijdens onze studietijd leerden kennen, een lid van onze wijk in Durham (North Carolina, VS). Zij en haar man waren een ideaal jong koppel met kleine kinderen. Ze was met intelligentie, aantrekkelijkheid en een stralende persoonlijkheid gezegend. Iedereen bewonderde haar en ging graag met haar om. Maar 25 jaar later, toen ze een veertiger was, kreeg ze een aggressieve ongeneeslijke vorm van maagkanker die naar haar lever en longen uitzaaide. Ondanks de schok en de pijn schreef ze op het einde van haar leven de volgende lieve woorden tot haar familieleden en vrienden, die ze met pijn in het hart moest achterlaten: ‘[Gods] plan is goddelijk en gaat voorwaarts zoals Hij het wil. Aangezien ik deze beproeving heb gekregen, weet ik dat het tot mijn welzijn en grote vreugde zal leiden. De geestelijke zegeningen komen nu al, en ik voel dat ik voor het einde alles meegemaakt zal hebben wat ik nodig heb om vóór mijn Heiland te staan. Zijn macht is op aarde. Er zijn geen fouten. […] Er zijn momenteel veel zware beproevingen. Iedereen lijkt onder de zijne te lijden. Richt je tot de Heer en ontvang zijn hulp. Aanvaard je beproevingen en de pijn zal weggenomen worden. Dan volgt gemoedsrust.’

Een zekere jongvolwassen zuster besloot op zending te gaan nadat ze haar bachelors- en mastersgraad behaald had en zowel thuis als in het buitenland prestigieuze stages en studieprogramma’s gevolgd had. Ze had de gave ontwikkeld om met mensen van vrijwel elk geloof, elke politieke overtuiging en nationaliteit om te kunnen gaan en maakte zich zorgen dat ze vanwege het naamplaatje dat ze elke dag voortdurend moest dragen, beperkt zou zijn in het opbouwen van goede relaties. Toen ze nog maar een paar weken op zending was, vertelde ze in een brief over deze eenvoudige, maar belangrijke gebeurtenis: Zuster Lee en ik wreven wat zalf op de reumatische handen van een oud vrouwtje — ieder aan een hand — terwijl we in haar woonkamer zaten. Ze wilde niet naar onze boodschap luisteren, maar liet ons zingen. Ze hoorde ons graag zingen. Bedankt zwart naamplaatje dat ik dankzij jou innige ervaringen met volslagen vreemden heb.’

Door zijn lijden leerde de profeet Joseph Smith om zijn leven in dienst van zijn Meester en Vriend te verliezen. Hij heeft ooit gezegd: ‘Ik heb dit tot mijn stelregel gemaakt: wanneer de Heer gebiedt, doe het dan.’35 Ik denk dat we allemaal blij zouden zijn als we het niveau van getrouwheid van Broeder Joseph evenaarden. Zo moest hij ooit maandenlang in de gevangenis in Liberty (Missouri, VS) wegkwijnen, terwijl hij lichamelijk, emotioneel en geestelijk leed omdat hij zijn geliefde vrouw en kinderen, en de heiligen die mishandeld en vervolgd werden niet kon helpen. Vanwege zijn openbaringen waren ze naar Missouri gekomen om Zion op te bouwen, en nu werden ze in het midden van de winter uit hun huis verdreven over de hele staat. Ondanks dat alles, in die omstandigheden in de gevangenis, stelde hij een inspirerende prachtige brief tot de kerk samen, waaruit stukken nu in afdelingen 121, 122 en 123 van de Leer en Verbonden zijn opgenomen, die eindigen met de volgende woorden: ‘Laten wij blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil Gods te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm.’36

Uiteraard is het grootste voorbeeld van je leven redden door het te verliezen de volgende: ‘Mijn Vader, als deze drinkbeker aan Mij niet voorbij kan gaan zonder dat Ik hem drink, laat Uw wil dan geschieden.’37 Door zijn leven te geven, redde Christus niet alleen zijn eigen leven, maar dat van ons allemaal. Hij maakte het voor ons mogelijk om wat anders een nietig sterfelijk leven geweest was voor het eeuwige leven in te ruilen.

Getuigenis

Het motto van de Heiland was: ‘Ik doe [altijd] wat [de Vader] welgevallig is.’38 Ik bid dat je je dat motto eigen zult maken. Doe dat en het zal je leven redden.

Lieve jonge vrienden, wees tevreden in je streven om zijn wil op de eerste plaats te zetten. Leer te willen wat Hij wil. Belijd en erken Hem in elk aspect van je leven. Wees niet beschaamd voor Christus of zijn evangelie, en wees bereid om dierbare zaken, dierbare banden en zelfs je leven voor Hem af te leggen. Maar laat je leven een offer zijn. Neem je kruis dagelijks in gehoorzaamheid en dienstbetoon op. Dat zijn de gevolgen en vruchten van ons geloof. In de naam van Jezus Christus. Amen.

© 2014 Intellectual Reserve, Inc. Alle rechten voorbehouden. Origineel vrijgegeven: 1/14. Ter vertaling vrijgegeven: 1/14. Titel van het origineel: ‘Saving Your Life.’ Dutch. PD10051044 120