2021
Laten we iedereen uitnodigen
November 2021


Laten we iedereen uitnodigen

De auteur woont in Utah (VS).

Jarom wilde zijn hele familie voor zijn doop uitnodigen.

‘Het is toch o zo fijn om bij elkaar te zijn, en de Heer vertelt ons hoe dat kan’ (Kinderliedjes, p. 98).

Maori family sitting outside a small building called a marae

Jarom ging in het gras voor de marae van zijn oma zitten. Het was bijna tijd voor het familiefeest!

Hij keek naar het rode houtsnijwerk in het gebouw. ‘Mama, hoe zeg je oma’s naam in gebarentaal?’ vroeg hij. Jaroms oma was doof. Soms oefenden ze gebarentaal om aan haar te denken.

‘Zo’, zei mama. Ze vormde oma’s naam langzaam met haar handen. Jarom deed haar na. Hij kwam graag meer over zijn familie te weten.

‘Ik wil het proberen!’ Jaroms nichtje Kati ging naast hen zitten. Mama deed het nog eens voor.

‘Kunnen we volgende maand bij mijn doop een liedje in gebarentaal zingen?’ vroeg Jarom.

‘Natuurlijk’, zei mama.

‘Wat is een doop?’ vroeg Kati.

Jarom had maar weinig familieleden die lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waren. ‘De doop is iets bijzonders in mijn kerk’, zei Jarom. ‘Je belooft dat je Jezus zult volgen, en Hij belooft je te helpen.’

‘Leuk’, zei Kati.

‘Wil je naar mijn doop komen?’ vroeg Jarom.

‘Natuurlijk!’ Kati glimlachte. Jarom keek naar mama.

‘Mag ik mijn andere neven en nichten ook uitnodigen? En mijn tantes en ooms?’

Mama knikte. ‘Dat is een goed idee.’

Jarom en mama nodigden de hele familie voor de doopdienst uit. Zijn tantes en ooms wisten ook niet veel over de doop. Maar ze wisten dat het een bijzondere dag voor Jarom was. ‘We zullen er zijn!’ zeiden ze.

De weken verstreken. Eindelijk was het Jaroms doopdag! Jarom ging met een brede glimlach de kapel binnen. Elke rij zat vol met zijn familieleden!

family standing with boy dressed in white for baptism

Eerst hield Jaroms vader een toespraakje over de doop en de gave van de Heilige Geest. Hij besprak ook hoe belangrijk familie is. ‘We zijn heel blij dat Jarom zich vandaag laat dopen. En we zijn heel blij dat onze familie hier is!’ zei hij. ‘Wat is het allerbelangrijkste op aarde?’ vroeg hij. ‘Mensen, mensen, mensen.’

Iedereen glimlachte. Dat was een geliefd gezegde van de Maori.

Na papa’s toespraakje waren Jarom en mama aan de beurt. Ze zongen een jeugdwerkliedje in gebarentaal. Jarom voelde zich dicht bij zijn oma.

Toen stapten Jarom en papa in de doopvont. Toen hij in het water stond, keek Jarom naar zijn familie. Neven, nichten, tantes en ooms. Ze waren er allemaal!

Jarom deed zijn ogen dicht. Hij voelde zich warm en rustig vanbinnen. Het was net alsof iemand hem een dikke knuffel gaf. Hij dacht aan zijn oma. Hij dacht aan zijn voorouders. Hij wist dat zij ook trots op hem waren.

Jarom trok droge kleren aan. Daarna gaf hij ieder familielid een knuffel. Hij was dankbaar voor ieder van hen. En hij was dankbaar voor zijn familieleden in de hemel die hij op een dag zou ontmoeten. Jarom wilde het goede blijven kiezen om ze trots te maken.

November 2021 Friend magazine.

Illustraties, Oksana Grivina