Schriftheldenkaartjes
Knip de kaartjes uit, vouw ze op de stippellijn en plak ze dicht.
Abigaïl
‘[Abigaïl] was goed van verstand.’
-
Ze was slim en rechtschapen. Maar haar man was hard en slecht.
-
David, een krijger, vroeg Abigaïls man om eten. Haar man weigerde. David was kwaad.
-
Abigaïl stuurde toen eten naar David, zodat hij haar man geen pijn zou doen. Zo redde zij veel mensen het leven.
Ezra
‘Ezra [wilde] de wet van de Heere […] onderzoeken.’
-
Hij was een Schriftgeleerde. Hij zorgde voor de Schriften.
-
Hij las uit de Schriften voor en legde die uit, zodat het volk de Schriften kon begrijpen.
-
Hij was een groot leraar. Hij hielp veel mensen om het evangelie te leren.