Moed op voetbalkamp
Etenstijd! We beginnen weer over een half uur.
Hé, moet je eens kijken!
Daar mogen we niet naar kijken.
Wat ben jij een klein kind.
Later die avond …
Hé, joh. We wilden het even hebben over het voetbalkamp.
Een mama van een van de jongens belde en zei dat enkele jongens naar foto’s van blote mensen hebben gekeken.
Ja. Ik probeerde niet te kijken.
Dat weten we. Ze zei dat je wegliep.
Hoe wist je dat je moest weggaan?
We hadden besproken dat zulke foto’s slecht zijn. En ik voelde me slecht toen ik ze zag.
Dat was de Heilige Geest die je zei dat het verkeerd was.
We zijn trots op je.
Je kunt altijd met ons praten als er zoiets gebeurt, oké?
Oké. Bedankt dat je met me praatte.