Abbie is boos
Abbie maakt een moeilijke puzzel. Ze begint kwaad te worden.
Abbie is heel erg overstuur!
‘Is je puzzel te moeilijk?’
‘Laten we even stoppen en kalmeren.’
Abbie begint zich beter te voelen.
‘Bedankt voor je hulp, mama!’
Voel je beter
Wijs dingen aan waardoor je je beter kunt voelen als je boos bent.