‘Cameron de pianist’, Vriend, mei 2023, 40–41.
Cameron de pianist
Cameron wist niet hoe hij piano moest spelen, maar hij wilde wel helpen.
Dit verhaal vond plaats in de Verenigde Staten.
‘Ik ben een kind van God’, zong Cameron met de andere jeugdwerkkinderen. Cameron was hardhorend, maar hij hield van zingen. En binnenkort zouden ze tijdens het jeugdwerkprogramma zingen. Dat was al over een maand!
Aan het einde van de zangperiode, deed zuster Jones een aankondiging. ‘Onze jeugdwerkpianist gaat binnenkort verhuizen. We zouden het leuk vinden als enkelen van jullie pianospelen tijdens het jeugdwerkprogramma. Zou iemand van jullie een of twee liedjes willen spelen?’
Cameron stak zijn hand op. Hij wilde met het programma helpen.
Zuster Jones schreef de namen op van de kinderen die wilden helpen. ‘Emma. Ben. En Cameron! Ik wist niet dat je kon spelen.’ Ze glimlachte.
Cameron had nog nooit pianoles gehad, maar hij vond het leuk om bij zijn oma liedjes op de piano te bedenken.
‘Ik ben nog niet zo goed’, zei hij. ‘Maar ik denk dat ik het wel kan als ik oefen!’
‘Bedankt dat je graag wilt dienen’, zei zuster Jones. Ze gaf ieder kind twee liedjes om te spelen.
Cameron kon wel door de gang vliegen. Hij had altijd al piano willen leren spelen en nu ging dat gebeuren!
‘Jij bent enthousiast! Is er iets in het jeugdwerk gebeurd?’ vroeg mama toen ze na de kerk in de auto stapten.
Cameron grijnsde. ‘Ik ga pianospelen tijdens het jeugdwerkprogramma!’
‘Ik vind het fijn dat je wilt helpen’, zei mama. ‘Maar je kunt nog niet goed genoeg spelen om zoiets te doen.’
Cameron ging rechtop zitten. ‘Ik kan het leren. Ik ga heel hard oefenen! Ik kan oma’s piano gebruiken.’
‘Dan kunnen we maar beter direct beginnen!’ zei mama.
Mama vond een pianolerares voor Cameron. De lerares leerde hem eenvoudig ‘Ik kijk graag naar de tempel’ en ‘De Kerk van Jezus Christus’ te spelen.
Cameron oefende zo vaak hij kon bij oma. Keer op keer oefende hij de regels van de liedjes. Hij maakte veel fouten, maar hij bleef het proberen en hij bleef spelen. Uiteindelijk kon hij beide liedjes spelen.
Toen was het tijd voor het jeugdwerkprogramma. ‘Hoe voel je je?’ vroeg mama.
Cameron drukte zijn pianoboek stevig tegen zijn borst. ‘Nerveus. Maar ik heb er ook zin in.’
Toen het zijn beurt was om te spelen, trilden Camerons handen een beetje. Hemelse Vader, help me alstublieft, bad hij stilletjes. Hij haalde diep adem. Toen speelde hij zo goed mogelijk. De andere kinderen zongen mee.
Tegen het einde van het liedje glimlachte hij. Dit was leuk! Hij wist dat de Heilige Geest hem hielp.
Cameron kreeg meer zelfvertrouwen nu hij al één liedje had gespeeld. Toen begon hij aan het tweede liedje. Zijn vingers gingen over de toetsen zoals hij had geoefend.
Dit was Camerons lievelingsliedje. Tijdens het spelen dacht hij na over de woorden. ‘Ik vertrouw op de Heiland Jezus Christus en neem dit besluit.’ Cameron had hard gewerkt om de liedjes voor het programma te leren.
Pianospelen is misschien een manier om mijn getuigenis te geven, dacht Cameron.
Na het programma gaf mama Cameron een dikke knuffel.
‘Hoe vond je het?’ vroeg ze.
‘Eerst was ik zenuwachtig, maar het was leuk!’ zei Cameron. Hij wilde nog meer liedjes oefenen en leren.