Vriend
Problemen in het park
Doop en bevestiging


‘Problemen in het park’, Vriend, augustus 2023, 46–47.

Problemen in het park

Hunter haalde diep adem. ‘Die woorden gebruik ik niet.’

Dit verhaal vond plaats in de Verenigde Staten.

Hunter rende met zijn vrienden door het park. Hij grijnsde en voelde de wind op zijn gezicht. Hij voelde zich zo snel en licht!

Kyle raakte als eerste het hek aan. ‘Ik heb gewonnen!’ riep hij.

Hunter kwam iets later bij het hek. ‘Dat is niet eerlijk! Jij bent als eerste begonnen.’

‘Ja’, zei Miguel. ‘Wie het eerste bij de boom is!’

Hunter begon weer te rennen. Dit keer raakte hij als eerste de boom aan. Maar Miguel zat hem op de hielen.

‘Ik heb gewonnen!’ zei Miguel.

‘Nee, Hunter heeft gewonnen’, zei Piper.

‘Ja’, zei Kyle.

Miguel deed zijn armen over elkaar. Toen gebruikte hij een slecht woord.

De andere kinderen lachten. Miguel zei het nog een keer, en ze lachten weer.

Hunter werd verdrietig vanbinnen. Hij wist dat het geen goed woord was. Maar hij wilde niet geplaagd worden. Hij zei niets.

Piper gebruikte ook een slecht woord. Toen zei Kyle er één.

‘Nu jij, Hunter’, zei Kyle.

‘Ja, kom op’, zei Miguel. ‘Gebruik een nieuw scheldwoord.’

Hunter haalde diep adem. ‘Die woorden gebruik ik niet.’

‘Eén woord kan geen kwaad’, zei Kyle.

‘Dat wil ik niet’, zei Hunter.

‘Ben je bang?’ zei Miguel lachend.

Hunters wangen gloeiden. ‘Ik ga ergens anders spelen.’

De andere kinderen bleven lachen en slechte woorden gebruiken. Hunter wilde weggaan. Het was niet meer leuk in het park. ‘Tot later’, mompelde hij.

alt text

Hunter stak zijn handen in zijn zakken en liep langzaam alle andere kinderen voorbij. Hij voelde zich niet snel of licht meer. Hij was verdrietig.

Hij zag papa en mama op een bankje zitten. Papa legde zijn boek neer. ‘Alles in orde?’

Hunter haalde zijn schouders op. ‘Ze begonnen allemaal slechte woorden te gebruiken. Ik wilde niet meedoen, dus ging ik weg.’

Mama glimlachte. ‘Dat was moedig.’

‘We zijn trots op je’, zei papa. ‘Het is moeilijk om goede keuzes te maken als mensen om ons heen dat niet doen.’

Hunter zuchtte. Hij was blij dat hij de juiste keuze had gemaakt, maar hij voelde zich nog steeds niet goed.

‘Wil je naar huis gaan?’ vroeg mama.

Hunter dacht na. ‘Nog niet’, zei hij. Hij keek naar een andere groep kinderen die bij de tokkelbanen speelden. ‘Ik ga daar spelen.’

Toen Hunter naar de andere groep liep, zwaaide een van de jongens naar hem. ‘Hoi, ik ben David.’

‘Ik ben Hunter. ‘Mag ik met jullie meespelen?’

‘Natuurlijk!’

Hunter ging van de tokkelbaan en voelde de wind op zijn gezicht. Terwijl hij met David en de anderen speelde, voelde hij zich weer snel en licht. Hij had het goede gedaan, ook al was het moeilijk. Hij was blij dat hij de juiste keuze had gemaakt.

alt text
alt text here

Illustraties, Shawna J.C. Tenney