Vriend
De glinsterende ketting
Doop en bevestiging


‘De glinsterende ketting’, Vriend, augustus 2023, 42–43.

De glinsterende ketting

Carolina wilde de ketting gewoon wat langer houden.

Dit verhaal vond plaats in Argentinië.

alt text

Carolina huppelde door de tuin. Haar vriendin Isabella was buiten.

Isabella zwaaide. ‘Kom spelen!’

Carolina stak de tuin over naar Isabella’s huis.

Isabella stak haar hand in haar zak. ‘Ik wil je iets laten zien’, zei ze. Toen haalde ze de mooiste ketting tevoorschijn die Carolina ooit had gezien! De kleine edelsteentjes glinsterden helder.

‘Ze is van mijn mamá’, zei Isabella. ‘Ze zei dat ik er vandaag mee mag spelen. Kijk eens hoe de zon erop schijnt.’

Isabella hield de ketting tegen het licht. In de edelsteentjes waren honderden regenbogen te zien. Wat mooi!

‘Laten we verstoppertje spelen!’ zei Isabella.

‘Oké’, zei Carolina. ‘Ik kan de ketting voor je bewaren.’

‘Dank je!’ Isabella gaf Carolina de ketting en Carolina stopte die in haar zak.

Het was voor Carolina al snel tijd om naar huis te gaan. Toen ze Isabella gedag zei, vroeg die niet naar de ketting. Ze was het vast vergeten. En Carolina herinnerde haar er niet aan.

Carolina had een beetje een naar gevoel dat ze de ketting mee naar huis had genomen. Maar ze wilde die nog wat langer houden. Ze negeerde het slechte gevoel en legde de ketting onder haar kussen.

De volgende dag was het zaterdag. Carolina deed haar karweitjes en ging buiten spelen. Ze vergat de ketting helemaal.

‘Carolina!’ riep papá. ‘Wil je even hier komen?’

Carolina rende naar binnen. ‘Ja?’

Papá had de ketting in zijn hand. ‘Mamá vond dit onder je kussen. Van wie is dit?’

‘Van Isabella.’ Er kwamen tranen in Carolina’s ogen. ‘Ik had de ketting gisteren tijdens het spelen in mijn zak bewaard. Maar toen nam ik haar mee naar huis.’

Mamá ging met Carolina op de bank zitten. ‘Dank je dat je de waarheid vertelt. Wat denk je dat je nu moet doen?’

Carolina was stil. Ze dacht aan Jezus. Hij zou willen dat ze eerlijk was en de ketting terugbracht.

‘Ik moet de ketting aan Isabella teruggeven en zeggen dat het me spijt’, zei Carolina. Zodra ze dat zei, was het slechte gevoel weg. Ze werd helemaal warm vanbinnen.

Carolina ging naar Isabella’s huis.

‘Hoi’, zei Carolina. Ze gaf Isabella de ketting. ‘Het spijt me dat ik dit niet heb teruggegeven. Wil je me vergeven?’

‘Ja’, zei Isabella. ‘Dank je dat je de ketting hebt teruggebracht.’ Ze glimlachte. ‘Zullen we weer verstoppertje spelen?’

‘Ja! Jij telt eerst, dan ga ik me verstoppen!’

Die avond zei Carolina een gebed. ‘Lieve hemelse Vader, vergeef me alstublieft dat ik de ketting niet had teruggegeven. En dank U dat U me hebt geholpen om het goed te maken.’

Carolina kreeg weer dat warme gevoel. Ze was blij dat ze kon doen wat Jezus wilde dat ze deed.

alt text
alt text here

Illustraties, Sue Teodoro