Vriend
Een betere gewoonte
April 2024


‘Een betere gewoonte’, Vriend, april 2024, 10–11.

Een betere gewoonte

In het jeugdwerk had ik geleerd dat de naam van de Heer speciaal is.

Dit verhaal speelde zich af in de Verenigde Staten.

Het begon met ‘viervakken’.

‘Viervakken’ was een balspel dat sommige kinderen tijdens de pauze op het schoolplein speelden. Vier spelers stonden elk in een vierkant en stuiterden een bal naar elkaar. Als ze de bal misten, moesten ze het spel verlaten.

Ik vond het de eerste keer dat ik meedeed best spannend. Maar ik was er vrij goed in. Het was leuk!

Toen miste het meisje schuin tegenover mij de bal. Ze zei de naam van onze hemelse Vader en lachte. ‘Goeie bal, Gwen’, zei ze. ‘Ik lig eruit!’

Ik hield de bal stevig vast. Ze had net de naam van de Heer ijdel gebruikt! Dat was eigenlijk vloeken.

Maar niemand anders leek te denken dat dat verkeerd was. Ze lachten allemaal, alsof het grappig of cool was.

We speelden verder. Toen gebeurde het weer. Iemand miste de bal en zei de naam van onze hemelse Vader als vloekwoord.

Een paar minuten later miste ik de bal ook. En net als de anderen ging ik de naam van de Heer ijdel gebruiken. Kinderen lachten en gaven me een high five toen ik terug in de rij ging staan om weer te spelen.

Afbeelding
Kinderen spelen viervakken

Daarna speelde ik elke dag viervakken … en zei ik steeds vaker de naam van de Heer.

Op een dag deed mijn vriendin Abby ook mee. Ze stuiterde de bal door naar mij. Ik miste de bal en zei de naam van onze hemelse Vader.

Abby knipperde verbaasd met haar ogen. ‘Dat heb ik je nooit eerder horen zeggen.’

Ze had gelijk. Thuis en in het jeugdwerk had ik geleerd dat de naam van de Heer speciaal is en dat we die niet als vloekwoord of voor de grap moeten gebruiken. En dat deed ik nu al weken! Ik voelde me misselijk worden.

Na school vond ik mama in haar kantoor.

‘Hoi, liefje!’ zei ze.

Ik barstte in tranen uit. Ik vertelde haar over het viervakken en dat ik de naam van de Heer ijdel had gebruikt. ‘Ik weet niet of ik ermee kan stoppen’, zei ik snikkend.

Ze gaf me een stevige knuffel. ‘Dat voelt nu misschien zo. Maar ik weet dat onze hemelse Vader je kan helpen.’

‘Hoe dan?’ vroeg ik.

‘Bekering houdt in dat we tot onze hemelse Vader terugkeren en beter ons best proberen te doen’, zei mama. ‘Dat is niet altijd makkelijk, maar je kunt om hulp bidden. Als je betere woorden gebruikt, zal je oude gewoonte verdwijnen.’

Mama hielp me om een lijstje met nieuwe woorden te maken die ik in plaats van de naam van de Heer kon gebruiken. Daarna baden we samen. Ik vertelde mijn hemelse Vader hoeveel spijt ik had en vroeg om hulp om goede woorden te gebruiken.

De volgende dag haalde ik diep adem voordat ik ging viervakken. Toen ik de bal miste, zei ik bijna weer de naam van onze hemelse Vader, maar ik hield me in. In plaats daarvan gebruikte ik een woord uit mijn lijstje.

‘Bananen!’ zei ik. Dat voelde goed!

Elke dag deed ik mijn best om betere woorden te gebruiken. Het ging nog weleens mis. Maar ik bleef bidden en het proberen. Al gauw speelde ik een hele wedstrijd zonder de naam van de Heer te zeggen. Daarna een hele week. En toen een hele maand!

Ik wist dat mijn hemelse Vader en Jezus Christus me hadden geholpen om me te bekeren en mijn gewoonte te veranderen – en dat voelde beter dan winnen!

Afbeelding
verhaal (pdf)

Illustratie, Kiersten Eagan

  • Zie Dale G. Renlund, ‘Verbonden geven ons toegang tot Gods macht’, Liahona, mei 2023, 36.

Afdrukken