‘Het ontbijt is klaar’, Vriend, april 2024, 38–39.
Het ontbijt is klaar
Hoe meer David oefende met koken, hoe zelfverzekerder hij zich voelde.
Dit verhaal speelde zich af in de Verenigde Staten.
De geur van spaghettisaus deed Davids maag rammelen. ‘Wanneer is het eten klaar?’
‘Nog maar een paar minuten’, zei papa, terwijl hij de saus roerde. Hij wierp een blik op David. ‘Waar ben je mee bezig?’
David hield zijn Boekje voor kinderen omhoog. ‘Ik probeer een nieuw doel te kiezen. Maar ik weet niet echt wat ik moet doen. Ze zijn allemaal goed.’
‘Waar kun je zoal uit kiezen?’
David bladerde door het boekje. ‘Zing een jeugdwerkliedje, dien je naasten, verwelkom anderen…’ Toen zag hij er nog eentje. ‘O! Papa, wil je me leren koken?’
‘Natuurlijk’, zei papa. ‘Ik ga morgen mijn speciale zondagsontbijt maken. ‘Wil je vroeg opstaan en me helpen?’
‘Oké!’ zei David.
De volgende ochtend stond David vroeg op en ging naar papa in de keuken. Terwijl Papa de ingrediënten pakte, waste David zijn handen.
Papa liet David zien hoe hij een mes moest vasthouden en fruit veilig kon snijden. Hij liet David alle ingrediënten voor de pannenkoeken mengen. Toen kwam het beste deel. Spek!
David draaide het spek met een tang voorzichtig in de pan om. Het spek siste en spatte wat vet op zijn vingers. ‘Au!’ zei David.
‘Pas op’, zei papa. Hij deed de kraan open en liet David zijn hand een minuutje onder het koude water houden. Toen gaf hij David een ovenwant om zijn handen tegen het hete vet te beschermen.
‘Koken is best moeilijk’, zei David.
‘Klopt’, zei papa. ‘Nieuwe dingen leren is hard werken. Daarom moet je de juiste methodes leren.’
‘En veel oefenen’, zei David. ‘Ik heb in het jeugdwerk geleerd dat zelfs Jezus niet meteen alles wist.’
Papa knikte. ‘Ook Hij moest dingen beetje bij beetje leren.’
Ze bakten het spek af en zetten al het eten op tafel. Het hele gezin smulde ervan.
Hun kat, Nacho, miauwde onder de tafel.
‘Volgens mij wil Nacho ook wat!’ zei Davids zusje Sarah.
David hielp papa daarna veel vaker in de keuken. Papa liet hem veel recepten in hun receptenboek zien. David leerde ingrediënten voor koekjes afmeten, eieren roeren en zijn lievelingsdrank maken: horchata. Hoe meer hij oefende met koken, hoe zelfverzekerder hij zich voelde.
Toen, op een zondagochtend, voelde David zich er eindelijk klaar voor. ‘Papa, mag ik vandaag zelf het ontbijt maken?’ vroeg David terwijl hij bij papa in de keuken kwam.
‘Prima’, zei papa. ‘Ik ben hier als je hulp nodig hebt.’
David pakte de spullen die hij nodig had en ging aan de slag. Hij sneed de aardbeien en bananen in plakjes zoals papa hem had laten zien. Hij keerde de pannenkoeken voorzichtig om zonder ze aan te laten branden.
En bij het bakken van het spek wist hij precies wat hij moest doen. Hij had een ovenwant en schort aan zodat het vet niet tegen hem aan spetterde.
Toen hij klaar was, zette David al het eten op tafel. De rest van het gezin ging zitten. Zijn zusje Emily deed het gebed en daarna begonnen ze te eten.
‘Het is echt lekker’, zei zijn broertje, Jeremie. ‘Bedankt, papa.’
‘Eigenlijk’, zei papa, ‘heeft David alles in zijn eentje gemaakt.’
‘Echt?’ vroeg Jeremie. Hij keek David aan. ‘Je bent echt goed geworden!’
David straalde. Hij moest er veel voor oefenen, maar het was fijn om ontbijt voor het gezin te maken. Hij kon niet wachten om meer recepten te proberen.