‘Heb je geloof?’, Voor de kracht van de jeugd, december 2023.
‘Heb je geloof?’
Die herfstdag in de bergen ontdekte ik dat het priesterschap echt wonderen kan verrichten.
Het laatste wat ik me herinner voordat de quad omsloeg, was dat ik zo bang was dat ik niet kon schreeuwen. Ik sloot mijn ogen en voelde dat mijn lichaam over de grond werd gesleept. Toen de quad op me viel, raakte ik buiten bewustzijn. Op de een of andere manier kon mijn vriend Kurt, die ook gewond was, hem van me af tillen.
Toen ik wakker werd, proefde ik bloed en zand in mijn mond. Ik was duizelig en lag aan de kant van een greppel. Eerst voelde ik geen pijn, maar al gauw deed elke ademhaling pijn. Toen Kurt me had geholpen om mijn helm af te doen, begon ook mijn linkerarm, die was vervormd, pijn te doen. Ik had een grote bult op mijn hoofd en toen ik naar mijn linkerbeen keek, zag ik een grote snee. Mijn been bloedde en zwelde al snel op, en werd dubbel zo dik.
Toen werd ik bang – niet om te sterven, maar bij de gedachte dat ik nooit meer zou kunnen voetballen.
Mijn ouders komen allebei uit Argentinië. Iedereen in mijn familie houdt van voetbal. Ik ben opgegroeid met voetbal, en speelde en keek het vooral met mijn vader. Toen Argentinië in 2022 het WK won, was dat de beste dag van mijn leven!
Van voetballen heb ik geleerd dat ik, als ik mijn best doe, meer kan dan ik dacht. Dat is ook zo op school, bijvoorbeeld bij toetsen. Toetsen zijn soms moeilijk, maar als ik hard studeer en werk, weet ik dat ik ze goed zal maken.
Ik heb ook ontdekt dat ik gefrustreerder ben als ik slecht speel dan als mijn team verliest. Zelfs als we verliezen, ben ik nog steeds blij als ik goed heb gespeeld.
Een beproeving van geloof
Vlak na het ongeluk kwam mijn zus Nicole met haar vriendin op een andere quad bij me, en twee jongens die ons zagen verongelukken, reden snel op hun quads naar ons toe.
‘Mijn vader is verpleger!’ zei een van de jongens. Terwijl hij zijn vader belde, haastten Nicole en haar vriendin zich terug naar ons kamp om mijn vader te halen.
Die ochtend zou verpleger Mike Staheli na een weekendje kamperen met een paar vrienden terug naar huis gaan. Maar ze kregen de ingeving om een dag langer te blijven. Ik ben ze daar dankbaar voor.
Terwijl Mike me de eerste hulp verleende en mijn voornaamste lichaamsfuncties controleerde, werd de ambulance gebeld. Mike was bang dat ik mijn arm, dijbeen en enkele ribben had gebroken, en dat ik inwendig bloedde.
Mike zei dat de ambulance uit een nabijgelegen plaats er waarschijnlijk het snelst zou zijn, maar mijn toestand was zo ernstig dat ik naar het Primary Children’s Hospital in Salt Lake City (Utah, VS) moest worden gevlogen. Er werd ook een ambulance-helikopter opgeroepen.
Toen mijn vader en zijn vriend Hector me zagen, wisten ze dat ik een priesterschapszegen nodig had. Mijn vader vroeg me: ‘Geloof je in de macht van het priesterschap? Geloof je dat de Heer je kan helpen en genezen?’
‘Ik heb geloof, papá’, zei ik tegen hem. Maar tegelijkertijd vroeg ik me af: ‘Heb ik wel genoeg geloof?’
Mijn vader zalfde me en Hector gaf me een zegen. Zodra de zegen begon, ademde ik rustiger, kalmeerde ik en voelde ik me warm, ook al was het koud buiten. Ik wist toen dat ik wel genoeg geloof had en dat het hoe dan ook goed zou komen.
Toen de ambulance aankwam, knipte het ambulancepersoneel mijn favoriete voetbalshirt doormidden en controleerden ze mijn voornaamste lichaamsfuncties. Die waren stabiel. Enkele minuten later was de helikopter er.
Toen de helikopter bij het ziekenhuis landde, werd ik met spoed naar binnen gebracht. Verpleegkundigen en artsen begonnen me grondig te onderzoeken, onder andere met een MRI-scan. Mijn vader en ik waren op het ergste voorbereid, en zij ook.
Maar ze konden niets vinden! Geen gebroken botten, geen inwendige bloedingen, geen tekenen van een hersenschudding. Mijn been deed nog wel veel pijn.
‘Dit is een wonder!’ zei een verpleegster. Later zei een van de dokters: ‘Oké, Alan, het lijkt erop dat je vanavond naar huis kunt.’
Ik zei: ‘Echt?’
Omdat ik nog steeds niet goed kon lopen, bleef ik die nacht in het ziekenhuis. Ik ging de volgende ochtend naar huis, en had alleen een brace om mijn linkerpols. Een paar weken later had ik alweer voetbaltraining.
Priesterschap, geloof en gezin
Ik vraag me af wat er gebeurd zou zijn als mijn vader en Hector niet het priesterschap droegen. Het had veel erger met me kunnen aflopen. Die dag besefte ik hoe belangrijk het priesterschap is. Ik leerde dat geloof in Jezus Christus en de macht van het priesterschap wonderbaarlijke dingen kunnen teweegbrengen.
Ik leerde ook dat priesterschapsdragers een goed voorbeeld moeten zijn. Als we het priesterschap dragen maar ervoor kiezen om verkeerde dingen te doen, laten we zien dat we Gods macht niet respecteren of eren. Maar als we het goede voorbeeld geven, laten we anderen zien dat we het priesterschap eren en weten dat de Heer wonderen door ons kan verrichten.
Ik ben dankbaar voor ons gezin en voor de kerk. Ik denk altijd aan de offers die mijn ouders voor mij en mijn broer en zussen hebben gebracht. Ze zetten ons op de eerste plaats. Mijn vader bezeerde onlangs zijn knie tijdens het voetballen en kan daardoor niet werken. Veel mensen, vooral van de kerk, hebben ons gesteund met maaltijden en andere dingen die we nodig hebben. Om mijn geloof sterk te houden, bid ik elke ochtend, ga ik naar het seminarie en lees ik elke avond met ons gezin in de Schriften. Dat helpt me echt.
Sinds mijn ongeluk denk ik vaak aan alle zegeningen die God me heeft gegeven. Nu ga ik elke keer dat ik een probleem heb, rechtstreeks naar Hem toe. Ik denk dat als Hij genoeg van me hield om me na mijn ongeluk te zegenen en helpen, Hij me overal mee kan helpen.
De auteur woont in Utah (VS).