‘Tegengif voor relatietoxines’, Voor de kracht van de jeugd, april 2024.
Tegengif voor relatietoxines
Hiermee kunnen we de dingen bestrijden die onze relaties ‘toxic’, of giftig, maken.
Een tegengif is een medicijn dat een giftige stof (of toxine) neutraliseert. Figuurlijk gesproken is een tegengif iets dat een gespannen gevoel of situatie ‘geneest’. President Russell M. Nelson heeft bijvoorbeeld gezegd: ‘Naastenliefde is het tegengif voor ruzie.’1
Er is niet voor elk letterlijk gif een tegengif beschikbaar. Maar dankzij de Heiland kunnen we genezing voor ons eigen giftige gedrag vinden, onder andere in onze relaties met anderen.
Wees niet toxisch!
Niemand is volmaakt. We hebben allemaal momenten (of uren, of dagen) waarop we niet zo christelijk zijn als we zouden moeten. We moeten op onszelf letten en ervoor zorgen dat we de mensen om ons heen niet vergiftigen.
Hiermee bestrijd je veelvoorkomende toxines:
Toxine: jaloezie
Waarom lijken andere mensen gelukkiger/hebben ze meer bezittingen/ontvangen ze meer zegeningen dan ik?
Illustraties, Corey Egbert
Tegengif: dankbaarheid.
Wees dankbaar voor wat de Heer je wel heeft gegeven. Probeer het advies van een aloude lofzang op te volgen: tel je zegeningen, letterlijk! Noem ze één voor één. Het zal je verbazen hoeveel de Heer voor je doet.2
Toxine: boosheid.
Iemand heeft me bewust of onbewust boos gemaakt.
Tegengif: vergeving.
Elkaar vergeven is zelfs een gebod (zie Leer en Verbonden 64:10). De bonus is daarbij dat God ons vergeeft als we anderen vergeven (zie Leer en Verbonden 82:1). Bovendien voelen we ons vaak minder boos als we anderen vergeving hebben geschonken.
Toxine: hoogmoed.
Ik wil niet toegeven dat ik het mis had. Ik wil een bepaalde taak niet doen, omdat ik me daar te goed voor voel. Ik ga niet om met die jongeren, omdat ze niet bij mijn sociale kring horen.
Tegengif: nederigheid.
Simpel gezegd: zet je eroverheen. Wij zijn kinderen van God en Hij houdt van ons, maar tegelijk zijn we allemaal gebrekkige stervelingen die zelfs niet zoveel als ‘het stof van de aarde’ zijn (Mosiah 2:25). De Heer geeft ons – ieder van ons – zwakheid zodat we nederig zullen zijn (zie Ether 12:27). En het is altijd beter om zelf voor nederigheid te kiezen dan te wachten tot God je ertoe brengt ootmoedig te zijn (zie Alma 32:15–16).
Stel dat iemand anders toxisch doet?
Naastenliefde is het tegengif voor veel zaken, niet alleen tegen ruzie. ‘De naastenliefde is lankmoedig en goedertieren en niet afgunstig en niet opgeblazen; zij zoekt zichzelf niet, wordt niet verbitterd, rekent het kwade niet toe’ (Moroni 7:45). We moeten om naastenliefde bidden (zie Moroni 7:48), zodat we anderen hun zwakheden kunnen vergeven. We hopen dan dat zij ook om naastenliefde bidden, zodat zij onze zwakheden door de vingers zien. Maar we moeten niet bang zijn om grenzen te stellen. Vergeving betekent niet dat je in een schadelijke relatie of een ongezonde situatie blijft.3