Voor de kracht van de jeugd
In welke stad woon jij?
Juni 2024


‘In welke stad woon jij?’, Voor de kracht van de jeugd, juni 2024.

Kom dan en volg Mij

Alma 5; 7

In welke stad woon jij?

Alma laat zien dat de Heer ons de boodschappen geeft die we nodig hebben, waar we ons geestelijk ook bevinden.

Afbeelding
stadspanorama

Illustraties, Albert Espi

De profeet Alma had ruim acht jaar lang twee banen: hogepriester en opperrechter. Maar toen hij zag dat veel kerkleden goddeloos waren geworden, gaf hij zijn positie als opperrechter op, zodat hij meer tijd aan de prediking tot het volk kon besteden.

De eerste stad waar hij predikte, was Zarahemla (zie Alma 5). De tweede was Gideon (zie Alma 7).

Zijn boodschappen in deze twee steden hadden enkele overeenkomsten, maar ook grote verschillen.

Het volk van Zarahemla moest gaan beseffen hoe ver ze geestelijk waren gevallen en hoe hard ze bekering nodig hadden. Maar het volk van Gideon was geestelijk op een ander soort boodschap voorbereid.

Wij kunnen iets leren van de verschillende boodschappen die Alma het volk in deze twee steden bracht. Hier zijn enkele gemeenschappelijke thema’s in die boodschappen en de verschillende manieren waarop hij erin onderwees.

Gedenken

Zarahemla: Alma moedigde het volk aan om terug te kijken en te denken aan ‘de gevangenschap van uw vaderen [en Gods] barmhartigheid en lankmoedigheid jegens hen’ (Alma 5:6). Hij sprak in het bijzonder over de goddeloze invloed van koning Noach, die tot hun knechtschap had geleid, en hoe de Heer hen na hun bekering op wonderbaarlijke wijze had bevrijd. Hij vroeg ze ook aan hun eigen geestelijke ervaringen te denken en te bedenken of ze nog hetzelfde konden voelen (zie Alma 5:26). Met dat in gedachten vroeg hij ze om vooruit te blikken en zich in te beelden dat ze voor de Heer stonden om geoordeeld te worden (zie Alma 5:15–24).

Gideon: Alma moedigde het volk aan om vooruit te kijken en te denken aan de belofte van het eeuwige leven voor hen die zich bekeren, zich laten dopen, een verbond met God sluiten en de geboden van God onderhouden (zie Alma 7:16).

Bekeren

Zarahemla: Alma sprak het volk streng toe over de noodzaak van hun bekering. Hij zei bijvoorbeeld: ‘Wee u, allen, werkers van ongerechtigheid; bekeer u, bekeer u, want de Here God heeft het gesproken!’ (Alma 5:32.) Hij predikte uitgebreid tot hen over hun specifieke zonden en de gevolgen daarvan.

Gideon: Zij bevonden zich niet in dezelfde zondige staat als het volk van Zarahemla. Alma zei dat ze zich moesten bekeren om geloof in de Heiland te tonen, zijn macht te ontvangen, zich voor te bereiden op zijn komst en om verbonden te sluiten (zie Alma 7:9–16).

Tot de Heiland wenden

Zarahemla: Alma omschreef Jezus Christus als ‘de goede herder [die] u roept […] met zijn eigen naam’ (Alma 5:38). Hij predikte ook over de komst van Jezus Christus ‘om de zonden van de wereld weg te nemen, ja, de zonden van ieder mens die standvastig in zijn naam gelooft’ (Alma 5:48).

Gideon: Alma richtte zich op ‘één ding dat van groter belang is dan alle andere’: de Heiland Jezus Christus en zijn zending om het mensdom te verlossen (Alma 7:7).

Alma onderwees over de vele dingen die de Heiland voor ons zou lijden: ‘pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen’, ‘ziekten’, ‘de dood’ en ‘zwakheden’ (Alma 7:11–12). En Alma legde uit waarom de Heiland deze dingen zou lijden: ‘Opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ en ‘om de zonden van zijn volk op Zich te nemen, om hun overtredingen uit te wissen’ (Alma 7:12–13).

Dat is waardevolle leer. De Heiland heeft zoveel geleden zodat Hij volmaakt met ons mee kan leven en weet hoe Hij ons kan helpen.

Afbeelding
stadspanorama

Wij kunnen vreugde hebben

We kunnen Alma’s prediking in Zarahemla en Gideon op onszelf toepassen. Bijvoorbeeld:

  • We moeten in verschillende omstandigheden misschien verschillende boodschappen horen.

  • Waar we ons op dit moment ook geestelijk bevinden, we kunnen altijd dichter tot de Heiland komen, ons bekeren en vreugde vinden.

  • Als we geestelijk voorbereid zijn, kunnen we meer van Gods woord ontvangen, met inbegrip van prachtige waarheden die ons dichter tot de Heiland brengen.

Uiteindelijk vond Alma vreugde in beide groepen mensen. In Zarahemla, ‘na het doorworstelen van veel ellende en smart’ (Alma 7:5), had hij vreugde omdat ze zich bekeerden. In Gideon voelde hij vreugde omdat hij wist dat ze al veel geloof hadden in de woorden over de Heiland die hij tot hen predikte (zie Alma 7:17) en omdat ze met ‘buitengewone ijver en aandacht’ (Alma 7:26) naar zijn woorden luisterden.

De volgende keer dat de dienstknechten van de Heer tot jou spreken, kun je je afvragen wat voor boodschap jij nodig hebt en bereid bent te ontvangen.

Noot

  1. Trouwens, toen de engel voor het eerst aan Alma en de zonen van Mosiah verscheen om hen tot bekering te roepen, droeg hij hen op precies hetzelfde te bedenken (zie Mosiah 27:16).

Afdrukken