Kom dan en volg Mij
4 Nephi
Vreugde in eenheid
Uit een hoofdstuk in het Boek van Mormon blijkt hoe we door Jezus Christus en zijn evangelie één kunnen zijn.
Als ware volgelingen van Jezus Christus snakken we in een wereld vol twist en onenigheid naar vrede. We willen niet in een gemeenschap vol minachting en twist leven, maar proberen actief een samenleving op te bouwen die op de leringen van Jezus Christus is gebaseerd. Hij heeft gezegd: ‘Wees één; en indien u niet één bent, bent u de mijnen niet’ (Leer en Verbonden 38:27). In de ware Kerk van Jezus Christus is eenheid essentieel.
Hoe kunnen we één worden?
Eén hoofdstuk uit het Boek van Mormon kan ons daarbij helpen. We lezen in 4 Nephi hoe de mensen leefden nadat de Heiland hen had bezocht, onderwezen en zijn kerk onder hen had gesticht. Er staat hoe ze gelukkig en vredig één waren geworden en welk patroon wij kunnen volgen om geluk te vinden door net zo één te worden.
1. Bekering tot de Heer
We leren eerst dat de discipelen van Jezus een kerk van Christus hadden opgericht. En de mensen kwamen tot hen en bekeerden zich oprecht van hun zonden (zie 4 Nephi 1:1).
Wanneer je over Jezus Christus, zijn evangelie en zijn kerk leert, getuigt de Heilige Geest van de waarheid. Je kunt vervolgens op de uitnodiging van de Heiland ingaan om geloof in Hem te hebben en Hem te volgen door je te bekeren.
Dat is de eerste stap op weg naar bekering tot de Heer – bij zelfzuchtige, zondige verlangens vandaan en richting onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Hij is het fundament van ons geloof. We verenigen ons om Hem heen. Als we bij iedere gedachte op Hem vertrouwen (zie Leer en Verbonden 6:36), wordt Hij onze verenigende kracht.
2. Verbonden
Zij die tot de kerk kwamen en zich van hun zonden bekeerden, ‘werden in de naam van Jezus gedoopt; en zij ontvingen ook de Heilige Geest’ (4 Nephi 1:1). Ze gingen een verbond met de Heer aan.
Wanneer je verbonden sluit en nakomt, neem je de naam van de Heer op je. Deze verbondsrelatie geeft je een gemeenschappelijk doel en een gemeenschappelijke identiteit met anderen die zich door verbonden aan de Heer binden. De Heer helpt ons dan zodat onze ‘harten in eenheid en in liefde jegens elkaar verweven’ (Mosiah 18:21) worden.
3. Rechtvaardigheid en gelijkheid
We leren ook dat er ‘geen twist of woordenstrijd onder [het volk was]’ en dat ‘eenieder de ander rechtvaardig [behandelde]’.
‘En zij hadden alle dingen gemeenschappelijk onder zich; zodoende waren er geen armen en rijken, geknechten en vrijen; maar allen waren vrijgemaakt en deelgenoot van de hemelse gave’ (4 Nephi 1:2–3).
De Heer wil dat we eerlijk en rechtvaardig zijn. Als we dichter tot Hem komen, zullen we ‘geen zin hebben om elkaar kwaad te doen, maar om vredig te leven, en om ieder mens te geven wat hem toekomt’ (Mosiah 4:13).
Als je één met het volk van de Heer wilt zijn, moet je anderen niet alleen als gelijken behandelen, maar ze ook echt als gelijken zien, en voelen dat iedereen gelijk is – dat ze gelijk voor God zijn, evenveel waarde hebben en dat ze hetzelfde potentieel hebben (zie Leer en Verbonden 38:24–25).
4. Gehoorzaamheid
Nadat de Heer het volk in zijn leer had onderwezen, hun geboden had gegeven en dienstknechten had geroepen om hen te dienen, ‘wandelden [zij] volgens de geboden die zij ontvangen hadden van hun Heer en hun God’ (4 Nephi 1:12). Gehoorzaamheid aan de leringen van de Heer en zijn dienstknechten is essentieel om één te worden.
5. Samenkomen
De mensen in 4 Nephi ‘gingen door met vasten en gebed en bleven dikwijls samenkomen om zowel te bidden als het woord van de Heer te horen’ (4 Nephi 1:12).
Wekelijkse erediensten zijn een belangrijke bron van kracht. We nemen niet alleen aan het avondmaal deel, maar we leren, bidden en zingen samen, en steunen elkaar ook. Andere bijeenkomsten geven ons ook het gevoel dat we erbij horen, en dat we vrienden en een gemeenschappelijk doel hebben.
6. Liefde
We lezen in 4 Nephi dat er ware eenheid was ‘wegens de liefde voor God die de mensen in hun hart koesterden’ (4 Nephi 1:15).
Het eerste en grote gebod is God meer dan wie of wat dan ook liefhebben. Als je liefde voor God en Jezus Christus ontwikkelt, ga je vanzelf liefde voor je familieleden en naasten voelen.
Je ervaart de grootst mogelijke vreugde wanneer je vol liefde voor God en voor al zijn kinderen bent.
Naastenliefde, de reine liefde van Christus, is de belangrijkste eigenschap van een ware volgeling van Jezus Christus. Als je je voor God vernedert en met alle kracht van je hart bidt, zal God je naastenliefde geven (zie Moroni 7:48).
Als je de liefde van God in je hart probeert te koesteren, ga je het wonder van eenheid als iets volkomen natuurlijks zien.
7. Goddelijke identiteit
Een ander teken van eenheid was dat er geen ‘Lamanieten of wat voor -ieten dan ook [waren]; integendeel, zij waren één, kinderen van Christus en erfgenamen van het koninkrijk van God’ (4 Nephi 1:17).
In plaats van de labels te gebruiken die hen eens verdeelden, zagen de mensen zichzelf – en iedereen – door de ogen van hun relatie met hun hemelse Vader en Jezus Christus. We zijn allemaal kinderen van God en discipelen van Jezus Christus. Hoewel diversiteit en verschillen goed en belangrijk zijn, hebben onze belangrijkste identiteiten met onze goddelijke oorsprong en bestemming te maken.
Wees één
We kunnen in cultuur, politiek, etniciteit, voorkeuren en in veel andere opzichten van elkaar verschillen. Maar als we ons in Jezus Christus verenigen, worden die verschillen minder belangrijk en streven we ernaar om één te zijn, zodat we bij Hem mogen horen.
Ik hoop dat als we de elementen van eenheid van het volk in 4 Nephi ter harte nemen, er over ons hetzelfde zal worden gezegd als over hen: ‘Er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand van God waren geschapen’ (4 Nephi 1:16).