Jezus Christus is jouw kracht
Mijn lange weg naar fatsoenlijkheid
‘Mama, geef me één goede reden waarom ik me fatsoenlijk zou moeten kleden. Ik heb ze allemaal al gehoord.’ (Dat dacht ik tenminste.)
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik fatsoenlijkheid altijd belangrijk heb gevonden, maar dat kan ik eerlijk gezegd niet. Hoewel mijn ouders me hadden bijgebracht dat fatsoenlijke kleding belangrijk is, vond ik de onfatsoenlijke kleding die ik op tv zag veel leuker.
Ik hoorde veel redenen waarom ik me fatsoenlijk moest kleden, maar ik vond het geen goede redenen. Van ‘fatsoenlijk is aandoenlijk’ tot ‘het is jouw verantwoordelijkheid om je fatsoenlijk te kleden zodat de gedachten van jongens niet afdwalen’. Met de onfatsoenlijke kleding die ik droeg, kreeg ik de aandacht die ik wilde. Ik wilde niet eens nadenken over de zegeningen van fatsoenlijke kleding en ik werd boos als mensen me aanmoedigden om dat wel te doen.
‘Geef me één goede reden’
Ik ging een keer in de zomer op pad met vrienden. Mijn moeder zag welke onfatsoenlijke kleding ik droeg en zei: ‘Elizabeth, je bent bijna volwassen. Het wordt tijd dat je je gaat afvragen wie je wilt zijn en daar hoort bij wat je wilt uitstralen.’ Toen ze dat zei, beet ik van me af.
‘Mama, geef me één goede reden waarom ik me fatsoenlijk zou moeten kleden. Ik heb ze allemaal al gehoord. En ik moet er nog steeds een horen die niet over jongens en hun gedachten gaat. Geef me gewoon één steekhoudend argument.’
Ze keek even uit het raam. Na enige tijd keek ze me liefdevol aan en zei zachtjes: ‘Omdat het een beginsel van gehoorzaamheid is en jij van je hemelse Vader houdt.’
Ze had me volledig ontwapend. Ik wist niets terug te zeggen. Met haar woorden zaaide zij het zaadje dat ik nodig had om deze worsteling te overwinnen.
Wat fatsoenlijkheid werkelijk is
Het begon tot mij door te dringen dat fatsoenlijkheid niet alleen om mijn kleding draaide. De Schriften waarschuwen voor het dragen van kostbare kleding (zie Alma 5:53; Mormon 8:36–39) en mijn kledingkeuze was slechts een symptoom van mijn hoogmoedige gedachten en gedrag. En ik hield me al jaren aan die hoogmoed vast. Ik wilde niet wat mijn hemelse Vader voor mij wilde, maar wat ik zelf wilde, wat eigenlijk op erkenning en aandacht neerkwam.
In Voor de kracht van de jeugd staat: ‘Onze hemelse Vader wil dat we elkaar zien zoals we werkelijk zijn: niet enkel stoffelijke lichamen, maar zijn geliefde kinderen met een goddelijke bestemming’ ([2022], 24). Ik begon mijn lichaam als iets heiligs te zien, iets wat ik moest gebruiken om God te verheerlijken, niet mezelf.
Vervuld van zijn liefde
Toen ik me begon te bekeren, vulde mijn hemelse Vader de delen van mijn hart die aandacht wilden met zijn liefde. Dat gaf mij zo veel kracht en hoop, dat ik steeds minder verlangde naar onfatsoenlijkheid.
Ik ging anders praten, had meer liefde voor anderen en kreeg een groter verlangen om te dienen. Ik paste niet alleen het beginsel van gehoorzaamheid aan God toe; ik ging ervan houden. Ik voelde dat het mij beschermde. Deze verandering heeft mij voorbereid om naar de tempel te gaan en prachtige, heilige verbonden in zijn huis te sluiten.
Ik ben graag fatsoenlijk, omdat ik het beginsel van gehoorzaamheid graag wil volgen, en dat had ik nooit verwacht. Mijn hemelse Vader heeft nooit opgegeven en Hij zal het nooit opgeven, waar je ook mee worstelt en al heb je een lange, hobbelige weg voor je liggen.