Priesterschapsmacht
Mogen wij de goddelijke macht van het priesterschap dat we dragen waardig zijn. Laat het uw leven tot zegen zijn. Mogen wij het gebruiken tot zegen van anderen.
Ik heb lang gebeden en nagedacht over mijn boodschap vanavond. Ik wil niemand beledigen. Ik dacht: Welke problemen hebben we? Waar heb ik dagelijks mee te maken dat mij ertoe brengt om ’s avonds laat te wenen? Ik dacht dat ik misschien een paar van de problemen ter sprake kon brengen. Sommige hebben met jonge mannen te maken. Andere hebben betrekking op de mensen van middelbare leeftijd. Weer andere hebben betrekking op de mensen die net boven de middelbare leeftijd zijn. We hebben het niet over oud.
En daarom wil ik gewoon eerst zeggen dat het is goed dat we vanavond bijeen zijn. We hebben geweldige en toepasselijke boodschappen over het priesterschap Gods gehoord. Net als u ben ik opgebouwd en geïnspireerd.
Vanavond wil ik het met u hebben over een aantal kwesties waar ik de laatste tijd vaak over na heb gedacht en waarvan ik het gevoel heb dat ik die met u moet bespreken.Op de een of andere manier houden ze alle verband met onze persoonlijke waardigheid die vereist is om de heilige macht van het priesterschap te ontvangen en uit te oefenen.
Ik wil beginnen met het citeren van een tekst uit Leer en Verbonden 121:
‘De rechten van het priesterschap [zijn] onafscheidelijk verbonden […] met de machten des hemels, en […] de machten des hemels [kunnen] niet beheerst noch aangewend […] worden, dan alleen volgens de beginselen der gerechtigheid.
‘Dat die ons kunnen worden verleend, dat is waar, maar wanneer wij trachten onze zonden te bedekken, of onze hoogmoed, onze ijdele eerzucht te bevredigen, of in enige mate van onrechtvaardigheid zeggenschap of heerschappij of dwang op de ziel der mensenkinderen uit te oefenen, zie, dan trekken de hemelen zich terug; de Geest des Heren is gegriefd; en wanneer die zich heeft teruggetrokken, vaarwel dan het priesterschap of het gezag van die man.’1
Broeders, dat is het gezaghebbende woord des Heren aangaande zijn goddelijke gezag. Het laat geen twijfel over onze plicht als dragers van het priesterschap Gods.
Wij zijn in verontrustende tijden naar de aarde gekomen. Het morele kompas van de grote massa is geleidelijk aan op een punt gekomen waarop bijna alles ‘moet kunnen’.
Ik heb tijdens mijn leven de moraal in de samenleving een volledige ommezwaai zien maken. Eens kwamen de normen van de kerk en de normen van de samenleving nagenoeg met elkaar overeen, nu gaapt er een groot gat tussen ons, dat met de dag groter wordt.
Veel films en televisieprogramma’s laten gedrag zien dat in directe tegenspraak is met de wetten van God. Stel uzelf niet bloot aan de ongepaste zinspelingen en de grove vuiligheid die er zo vaak in voorkomen.De teksten van veel moderne muziek vallen in dezelfde categorie. De godslastering die tegenwoordig overal om ons heen klinkt, zou niet zo heel lang geleden nooit zijn getolereerd. Jammer genoeg wordt de naam van de Heer voortdurend ijdel gebruikt. U herinnert zich met mij het gebod — een van de tien — die de Heer op de berg Sinaï aan Mozes openbaarde: ‘Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet ijdel gebruiken; want de Heer zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.’2 Het spijt mij als er mensen onder ons aan worden blootgesteld, en ik smeek u geen godslasterlijke taal te gebruiken. Ik smeek u niets te zeggen of te doen waarop u niet trots kunt zijn.
Laat u op geen enkele manier in met pornografie. Kijk er niet naar, nooit. Het is bewezen dat het om een verslaving gaat die moeilijk te overwinnen is. Gebruik geen alcohol, tabak of welke verdovende of stimulerende middelen ook, want dat zijn ook verslavingen waar u pas na heel veel moeite vanaf komt.
Wat zal u beschermen tegen de zonde en het kwaad om u heen? Ik zeg dat een sterk getuigenis van onze Heiland en van zijn evangelie u veiligheid zal bieden. Als u het Boek van Mormon niet hebt gelezen, doe dat dan. Ik zal u niet vragen de hand op te steken. Als u dat met een gebed in uw hart doet en oprecht verlangt de waarheid te willen weten, zal de Heilige Geest u bekendmaken dat het waar is. Als het waar is — en dat is het — was Joseph Smith de profeet die God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus heeft gezien. De kerk is waar. Als u nog geen getuigenis hebt van deze zaken, doe dan wat nodig is om er een te krijgen. Het is van wezenlijk belang om uw eigen getuigenis te hebben, want het getuigenis van anderen helpt u slechts tot op zekere hoogte. Als u eenmaal een getuigenis hebt, zult u het vitaal en levend moeten houden door gehoorzaamheid aan de geboden van God en door geregeld te bidden en de Schriften te bestuderen.Ga naar de kerk. En jonge mannen, ga naar het seminarie of het instituut, als dat er is.
Als er iets in uw leven niet in orde is, is er een uitweg voorhanden.Houd op met elke vorm van verkeerd gedrag. Spreek met uw bisschop. Wat het probleem ook is, het kan door afdoende bekering worden opgelost.U kunt weer rein worden. De Heer heeft gezegd over hen die zich bekeren: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’,3 ‘en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.’4
De Heiland der mensen omschreef Zichzelf als zijnde in de wereld, maar niet van de wereld.5 Ook wij kunnen in de wereld zijn, maar niet van de wereld, door foutieve ideeën en leringen af te wijzen en trouw te blijven aan wat God ons heeft geboden.
Welnu, ik heb de laatste tijd veel nagedacht over de jonge mannen die van huwbare leeftijd zijn, maar die vooralsnog niet van plan zijn om te trouwen. Ik zie lieftallige jongedames die willen trouwen en een gezin willen stichten, maar die daar niet veel kans toe hebben omdat zoveel jonge mannen een huwelijk uitstellen.
Dit is geen nieuwe situatie. Vorige presidenten van de kerk hebben er genoeg over gezegd. Ik lees twee voorbeelden van hun raad voor.
President Harold B. Lee heeft gezegd: ‘We verzaken onze taak als priesterschapsdrager als we de huwbare leeftijd bereiken en niet met een van deze lieftallige vrouwen trouwen.’6
President Gordon B. Hinckley heeft dit gezegd: ‘Mijn hart gaat uit naar (…) onze alleenstaande zusters, die verlangen naar een huwelijk, maar dat niet voor elkaar krijgen. (…) Ik heb veel minder sympathie voor de jonge mannen die, naar gebruikelijk is in onze samenleving, het voortouw in deze aangelegenheid kunnen nemen, maar die zich daar in zoveel gevallen niet toe geroepen voelen.’7
Ik besef dat er veel redenen kunnen zijn waarom je aarzelt om in het huwelijk te treden. Als je je bezorgd afvraagt of je een vrouw en kinderen wel financieel kunt onderhouden, wil ik je zeggen dat het geen schande is als een echtpaar zuinig en spaarzaam leeft.Het is doorgaans in deze moeilijke tijd dat je nader tot elkaar komt door offers te leren brengen en moeilijke beslissingen te nemen. Misschien ben je bang dat je de verkeerde keuze maakt. Daarop zeg ik dat je je geloof moet oefenen. Ga op zoek naar iemand die bij je past. Besef dat je niet elk probleem dat op je pad komt voor kunt zijn, maar vertrouw erop dat er voor bijna alles een oplossing is als je vindingrijk bent en als je bereid bent om aan je huwelijk te werken.
Wellicht heb je als alleenstaande een beetje te veel plezier, ga je op dure vakanties, koop je dure auto’s en speeltjes, en leid je over het algemeen een zorgeloos leventje met je vrienden. Ik ben groepjes van jullie weleens tegengekomen, en ik geef toe dat ik mij toen afvroeg waarom jullie niet uit waren met de jongedames.
Broeders, er is een tijd waarop je serieus moet gaan nadenken over een huwelijk en op zoek moet gaan naar een metgezellin met wie je de eeuwigheid kunt doorbrengen. Als je een verstandige keuze maakt, en als je veel tijd stopt in je huwelijk, is er niets in het leven dat je meer geluk zal brengen.
Als je trouwt, broeders, wil je uiteraard in het huis des Heren trouwen. Voor jullie die het priesterschap dragen, is er geen andere optie. Wees voorzichtig, zodat je dat voorrecht niet kwijtraakt. Je kunt je verkering binnen de grenzen van het welvoeglijke houden en toch een hele fijne tijd hebben.
En nu, broeders, bepaal ik mij tot een ander onderwerp waarvan ik stellig het gevoel heb het te moeten bespreken.In de drie jaar dat ik nu president van de kerk ben, is de treurigste en ontmoedigendste taak die ik elke week af te handelen heb de annulering van verzegelingen.Aan elke annulering is een vreugdevolle huwelijksverzegeling in het huis des Heren voorafgegaan, waar een lieftallig paar samen een nieuw leven begon en ernaar uitkeek om de rest van de eeuwigheid gezamenlijk door te brengen.En dan gaan er maanden, jaren voorbij, waarna om de een of andere reden de liefde een stille dood sterft. Dat kan het resultaat zijn van financiële problemen, gebrek aan communicatie, onbeteugelde driftbuien, inmenging van schoonfamilie, zondige praktijken. Er kunnen allerlei redenen zijn. In de meeste gevallen hoeft het niet in een echtscheiding te eindigen.
Het overgrote deel van de verzoeken tot annulering van een verzegeling komt van vrouwen die wanhopig probeerden iets van het huwelijk te maken, maar die er uiteindelijk niet in slaagden de problemen op te lossen.
Kies uw partner zorgvuldig en gebedvol uit; en ga, als u eenmaal gehuwd bent, uitermate loyaal met elkaar om. Ik las eens onbetaalbaar advies op een tegeltje dat bij mijn oom en tante aan de muur hing. Er stond op: ‘Kies je liefje en heb lief wie je kiest.’ Er schuilt grote wijsheid in die woorden. Trouw in het huwelijk is absoluut onontbeerlijk.
Uw vrouw is uw gelijke. In het huwelijk is geen van de partners superieur of inferieur aan de ander. U wandelt zij aan zij als zoon en dochter van God. Zij verdient geen vernedering of belediging, maar liefde en respect. President Gordon B. Hinckley heeft gezegd: ‘Elke man in deze kerk die (…) onrechtvaardige heerschappij over [zijn vrouw] uitoefent, is niet waardig om het priesterschap te dragen. Ook al is hij geordend, de hemelen zullen zich terugtrekken, de Geest van de Heer wordt bedroefd, en vaarwel dan het priesterschapsgezag van die man.’8
President Howard W. Hunter heeft dit over het huwelijk gezegd: ‘Een gelukkig en succesvol huwelijk is niet zozeer een zaak van met de juiste persoon trouwen, maar de juiste persoon zijn.’ Goed gezegd. ‘(…) De bewuste keuze om je volledig in te zetten is de belangrijkste bijdrage aan het succes.’9
Vele jaren geleden was er in de wijk die ik als bisschop presideerde een echtpaar dat vaak hele ernstige en heftige meningsverschillen had.Ik bedoel echte meningsverschillen. Beiden waren overtuigd van hun gelijk. Geen van beiden gaf een duimbreed toe. En als ze niet met elkaar in de clinch lagen, was er sprake van een ‘ongemakkelijke wapenstilstand’.
Ze belden mij een keer om twee uur ’s nachts. Ze wilden met mij praten en wel meteen. Ik gleed uit bed, kleedde mij aan en ging bij hen langs. Ze zaten zo ver mogelijk van elkaar vandaan en zeiden geen woord tegen elkaar. De vrouw communiceerde met haar man via mij. Ook hij antwoordde haar via mij. Ik dacht: hoe gaan we dit echtpaar in hemelsnaam weer nader tot elkaar krijgen?
Ik bad om inspiratie en kreeg de ingeving om hen een vraag te stellen. Ik vroeg: ‘Hoe lang is het geleden dat jullie naar de tempel zijn geweest en bij een huwelijksverzegeling aanwezig waren?’ Ze bekenden dat het al een hele tijd geleden was. Ze waren anderszins waardig en hadden beiden een tempelaanbeveling. Ze gingen ook naar de tempel om verordeningswerk voor anderen te doen.
Ik zei tegen hen: ‘Gaat u aanstaande woensdagmorgen om acht uur met mij mee naar de tempel? Dan gaan we naar een verzegelingsceremonie.’
In koor vroegen ze: ‘Ceremonie van wie?’
Ik antwoordde: ‘Dat weet ik niet. Van iemand die woensdagmorgen in het huwelijk treedt.’
De daaropvolgende woensdag troffen we elkaar op het vastgestelde tijdstip bij de Salt Laketempel. We liepen een van de prachtige verzegelkamers binnen, en kenden niemand van de personen die in de kamer waren, uitgezonderd ouderling ElRay L. Christiansen, die toen assistent van het Quorum der Twaalf Apostelen was, een functie die toentertijd bestond. Ouderling Christiansen zou die morgen de verzegeling voltrekken van de aanwezige bruid en bruidegom. Ik ben ervan overtuigd dat de bruid en haar familie dachten: dat moeten vrienden van de bruidegom zijn. En dat de familie van de bruidegom dacht: dat moeten vrienden van de bruid zijn. Mijn echtpaar zat op een klein bankje met ruim een halve meter ruimte tussen hen in.
Ouderling Christiansen gaf het paar dat in de echt zou worden verbonden eerst nog wat goede raad, wat hij op schitterende wijze deed. Hij merkte op dat een man zijn vrouw behoort lief te hebben en haar met respect en hoffelijkheid moet behandelen, en eren als de spil van het gezin. Toen sprak hij tot de bruid en zei haar hoe ze haar man kon eren als het hoofd van het gezin en hem altijd haar steun kon geven.
Ik merkte dat mijn echtpaar, terwijl ouderling Christiansen zich tot de bruid en bruidegom richtte, steeds een beetje naar elkaar toe schoven. Spoedig zaten ze vlak naast elkaar. Wat mij aangenaam trof, was dat ze beiden evenveel naar elkaar toe waren gekomen. Aan het einde van de ceremonie zat mijn paar zo dicht tegen elkaar aan alsof zij de pasgehuwden waren. Beiden glimlachten.
We verlieten die dag de tempel en niemand heeft ooit geweten wie we waren en waarom we waren gekomen, maar mijn vrienden hielden elkaars hand vast terwijl zij door de voordeur naar buiten liepen. Hun meningsverschillen waren naar de achtergrond geschoven. Ik had niets hoeven zeggen. Weet u, ze herinnerden zich hun eigen trouwdag en de verbonden die ze in het huis van God hadden gesloten. Ze hadden zich voorgenomen om opnieuw te beginnen en dit keer wat meer hun best te doen.
Als iemand van u huwelijksproblemen heeft, dring ik er bij u op aan om al het mogelijke te doen om die op te lossen, zodat u weer net zo gelukkig bent als u was toen u in het huwelijk trad.Wij die in het huis des Heren in het huwelijk treden, doen dat voor tijd en voor alle eeuwigheid, en dan moeten we al het nodige doen om dat te bewerkstelligen. Ik besef dat er situaties zijn waarin een huwelijk niet te redden is, maar ik ben oprecht van mening dat de meeste dat wel zijn.Doe er alles aan om uw huwelijk niet in de gevarenzone terecht te latenkomen.
President Hinckley heeft verklaard dat het aan ons is die het priesterschap van God dragen om onszelf in de hand te hebben, zodat we boven de wereld staan.Het is van essentieel belang dat we eerzame en achtenswaardige mannen zijn. Onze daden moeten geheel onberispelijk zijn.
Wat we zeggen, hoe we anderen behandelen en hoe we leven, is van invloed op de kracht die wij hebben als mannen en jongens die het priesterschap dragen.
De gave van het priesterschap is van onschatbare waarde. Zij is het gezag om in Gods naam te handelen, om de zieken te zalven, en ons gezin en anderen te zegenen.Dat gezag kan voorbij de sluier des doods reiken, de eeuwigheden in. Er is in de hele wereld niets wat ermee te vergelijken is. Bescherm het, koester het, leef ernaar.10
Geliefde broeders, laat u bij elke stap van uw leven leiden door rechtvaardige beginselen.Mogen wij nu en altijd de goddelijke macht van het priesterschap dat we dragen waardig zijn. Laat het uw leven tot zegen zijn. Mogen wij het gebruiken tot zegen van anderen, zoals Hij heeft gedaan die voor ons heeft geleefd en voor ons is gestorven — Jezus Christus, onze Heer en Heiland. Dat is mijn gebed in zijn heilige naam. Amen.