Uw potentieel, uw voorrecht
Als u met geheel uw hart en verstand de Schriften leest en naar de woorden van de profeten luistert, zal de Heer u laten weten hoe u gebruik kunt maken van de voorrechten van uw priesterschap.
Er was eens een man die zijn hele leven al een cruise over de Middellandse Zee wilde maken. Hij droomde van een wandeling door de straten van Rome, Athene en Istanboel. Hij spaarde elke cent tot hij genoeg had voor de reis. Omdat hij krap bij kas zat, nam hij een extra koffer mee, gevuld met blikjes bonen, pakjes crackers en zakjes poederlimonade. Daar teerde hij elke dag op.
Hij had graag gebruik gemaakt van de vele extra’s aan boord van het schip — de fitnessruimte, de midgetgolfbaan en het zwembad. Hij benijdde de mensen die naar de film, een optreden of een culturele voorstelling gingen. En, o, wat zou hij graag een hapje van dat verrukkelijke voedsel willen proeven — elke maaltijd zag er als een feestmaal uit! Maar de man wilde zo weinig mogelijk geld uitgeven dat hij nergens aan deelnam. Hij zag de steden wel die hij zo graag wilde bezoeken, maar het grootse deel van de reis bleef hij in zijn hut en at hij alleen zijn karige maaltijden.
Op de laatste dag van de cruise vroeg een bemanningslid hem welk afscheidsfeest hij wilde bijwonen. De man kwam er toen pas achter dat niet alleen het afscheidsfeest, maar nagenoeg alles aan boord van het cruiseschip — het eten, het amusement, alle activiteiten — bij de prijs was inbegrepen. De man zag te laat in dat hij de voorrechten waarop hij aanspraak had kunnen maken bij lange na niet had benut.
Deze gelijkenis roept de vraag op: ‘Benutten wij als dragers van Gods priesterschap wel onze voorrechten en kansen wat de heilige macht, gaven en zegeningen waarop wij aanspraak kunnen maken, aangaat?’
De heerlijkheid en grootsheid van het priesterschap
Wij weten allemaal dat het priesterschap veel meer is dan alleen een naam of een titel. De profeet Joseph heeft gezegd: ‘Het priesterschap is een eeuwig beginsel, en bestaat (…) voor eeuwig bij God, (…) zonder begin der dagen of einde der jaren.’1 Het omvat zelfs ‘de sleutel van kennis van God’.2 Ja, door het priesterschap is niet minder dan ‘de macht der goddelijkheid kenbaar’.3
De zegeningen van het priesterschap gaan ons begripsvermogen te boven. Getrouwe Melchizedeks-priesterschapsdragers kunnen ‘de uitverkorenen Gods’ worden.4 Zij ‘worden door de Geest geheiligd ter vernieuwing van hun lichaam’5 en kunnen uiteindelijk ‘alles wat [de] Vader heeft’ ontvangen.6 Dat is misschien moeilijk te bevatten, maar het is prachtig en ik getuig dat het waar is.
Het feit dat onze hemelse Vader deze macht en verantwoordelijkheid aan de mens toevertrouwt, is een bewijs van zijn grote liefde voor ons en een voorafschaduwing van ons potentieel als zonen van God in het leven hierna.
Niettemin blijkt uit onze daden maar al te vaak dat wij dat potentieel bij lange na niet verwezenlijken. De meesten van ons weten desgevraagd wel een juiste definitie van het priesterschap op te dreunen. Maar in de praktijk lijkt ons begrip soms amper boven het niveau van enkele standaardzinnetjes uit te stijgen.
Broeders, wij staan voor een keuze. Wij kunnen ons als priesterschapsdragers met een beperkte ervaring tevreden stellen, ver onder het niveau waarop we aanspraak kunnen maken. Of wij kunnen deelnemen aan een overvloedig feestmaal van geestelijke kansen en de universele zegeningen van het priesterschap.
Hoe kunnen wij ons potentieel verwezenlijken?
De geschreven en gesproken woorden in de Schriften en de algemene conferentie zijn er om op onszelf toe te passen, 7 niet alleen om ze te lezen of te horen.8 Al te vaak wonen we bijeenkomsten bij en knikken we instemmend, soms met een glimlach van herkenning. We schrijven een paar actiepunten op en denken bij onszelf: dat ga ik doen. Maar ergens tussen het horen, het instellen van een herinnering op onze smartphone en het doen, zetten we onze ‘doe het’-schakelaar in de stand ‘later’. Broeders, laten we zorgen dat onze ‘doe het’-schakelaar altijd in de ‘nu’-stand staat!
Als u met geheel uw hart en verstand de Schriften leest en naar de woorden van de profeten luistert, zal de Heer u laten weten hoe u gebruik kunt maken van de voorrechten van uw priesterschap. Laat geen dag voorbijgaan zonder dat u naar een ingeving van de Geest handelt.
Ten eerste: lees de gebruiksaanwijzing
Als u de modernste en duurste computer ter wereld had, zou u die dan alleen voor de sier op uw bureau zetten? De computer ziet er wellicht indrukwekkend uit. Er schuilen ongekende mogelijkheden in. Maar alleen als u de gebruiksaanwijzing leest, leert hoe u de software gebruikt en de computer aanzet, kunt u alle mogelijkheden benutten.
Het heilige priesterschap van God heeft ook een gebruiksaanwijzing. Laten we de Schriften en handboeken doelgerichter en intensiever lezen. Lees eerst de afdelingen 20, 84, 107 en 121 van de Leer en Verbonden opnieuw. Hoe meer we het doel, het potentieel en het praktische gebruik van het priesterschap bestuderen, hoe meer we ons zullen verwonderen over de macht ervan. De Geest zal ons leren hoe we die macht kunnen aanwenden tot zegen van onze familie, de gemeenschap en de kerk.
Als volk geven wij terecht hoge prioriteit aan een opleiding en de ontwikkeling van werkgerelateerde vaardigheden. Wij willen en moeten uitblinken in kennis en kunde. Ik prijs u om uw ijver in het volgen van een opleiding en nastreven van bekwaamheid op uw vakgebied. Ik nodig u uit om ook bekwaam te worden in de leerstellingen van het evangelie — vooral in de leer van het priesterschap.
Wij leven in een tijd waarin de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten meer dan ooit binnen handbereik zijn. Het is echter ons voorrecht, onze taak en onze plicht om ons de leringen erin eigen te maken. De beginselen en leerstellingen van het priesterschap zijn schitterend en weergaloos. Hoe meer we de leer en het potentieel van het priesterschap bestuderen, en het doel ervan in de praktijk gebruiken, hoe meer onze ziel wordt verruimd en ons begrip vergroot. Wij zien dan in wat de Heer voor ons in petto heeft.
Ten tweede: zoek de openbaringen van de Geest
Voor een zeker getuigenis van Jezus Christus en zijn herstelde evangelie is meer dan kennis vereist — daar is persoonlijke openbaring voor nodig, bevestigd door de oprechte en trouwe toepassing van evangeliebeginselen. De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat het priesterschap een ‘kanaal is waardoor de Almachtige vanaf de schepping van deze aarde zijn heerlijkheid begon te openbaren, en waarlangs Hij Zich is blijven openbaren aan de mensenkinderen tot in de huidige tijd’.9
Als we dit kanaal van openbaring niet aanwenden, maken we geen gebruik van de voorrechten van ons priesterschap. Sommigen geloven bijvoorbeeld wel, maar weten niet dat ze geloven. Zij hebben in de loop der tijd diverse antwoorden ontvangen door de stille, zachte stem. Maar omdat die inspiratie zo gering en onbeduidend lijkt, zien ze de waarde er niet van in. Het gevolg is dat ze door allerlei twijfels hun potentieel als priesterschapsdrager niet verwezenlijken.
Openbaringen en een getuigenis komen niet altijd met overweldigende kracht. Voor velen komt een getuigenis stapsgewijs — stukje bij beetje. Soms komt het zo geleidelijk dat we niet echt het precieze moment kunnen aanwijzen waarop we wisten dat het evangelie waar is. De Heer geeft ons ‘regel op regel (…), voorschrift op voorschrift, hier een weinig en daar een weinig’.10
In sommige opzichten lijkt ons getuigenis op een rollende sneeuwbal die telkens groter wordt. We beginnen met een klein beetje licht — al is het slechts een verlangen om te geloven. Gaandeweg geldt: ‘licht hecht zich aan licht’11 en ‘wie licht ontvangt en in God blijft, ontvangt meer licht; en dat licht wordt steeds helderder tot de volle dag toe’12, wanneer wij ‘te zijner tijd zul[len] ontvangen van zijn volheid’.13
Wat moet het heerlijk zijn om onze aardse beperkingen te ontstijgen, om met de open ogen van ons begrip licht en kennis uit celestiale bronnen te ontvangen! Als dragers van het priesterschap genieten wij het voorrecht en de mogelijkheid om naar persoonlijke openbaring te streven. Wij mogen zelf de waarheid leren kennen door het zekere getuigenis van de Heilige Geest.
Laten wij oprecht zoeken naar het licht van persoonlijke openbaring. Laten wij de Heer smeken dat Hij in ons verstand en onze ziel het vonkje geloof wil aansteken waardoor wij de goddelijke leiding van de Heilige Geest voor onze eigen omstandigheden, en voor onze uitdagingen en priesterschapstaken kunnen ontvangen en herkennen.
Ten derde: schep vreugde in priesterschapstaken
Tijdens mijn loopbaan als piloot was ik een tijdje onder meer belast met de beoordeling en training van ervaren piloten. Daarbij ging ik na of ze de benodigde kennis en vaardigheden bezaten om die fantastische grote vliegtuigen veilig en efficiënt te vliegen.
Ik merkte dat sommige piloten zelfs na vele jaren vliegen nog steeds volop genoten van de sensatie van het opstijgen, ‘ontsnappend aan de neerwaartse krachten van de aarde, opgewekt dansend in het firmament op zilveren vleugels’.14 Zij hielden van het suizen van de lucht, het grommen van de machtige motoren, het gevoel van ‘eenheid met de wind en eenheid met de donkere lucht en de sterren voor zich’.15 Hun enthousiasme was aanstekelijk.
Sommige anderen leken alleen nog plichtmatig alle handelingen af te werken. Zij beheersten de systemen en de besturing van de vliegtuigen tot in de puntjes. Toch waren ze gaandeweg de vreugde kwijtgeraakt van het vliegen ‘waar leeuwerik noch adelaar ooit had gevlogen’.16 Zij raakten niet meer onder de indruk van een stralende zonsopgang, van de schoonheid van Gods scheppingen bij het oversteken van oceanen en continenten. Als ze aan de officiële vereisten voldeden, kregen ze van mij een paraaf, maar ik had tegelijkertijd met ze te doen.
Vraag u af of u als priesterschapsdrager ook alleen nog plichtmatig te werk gaat — alleen doet wat er van u verwacht wordt, maar niet de vreugde ervaart die u zou moeten smaken. Als dragers van het priesterschap hebben we volop kansen om de vreugde te ervaren die Ammon heeft geuit: ‘Hebben wij (…) geen goede reden om ons te verheugen? (…) Wij zijn een werktuig in [de] handen [van de Heer] geweest om dit grote en wonderbare werk te doen. Daarom, laten wij roemen (…) in de Heer; ja, wij zullen ons verheugen.’17
Broeders, onze godsdienst geeft vreugde! Wij zijn rijk gezegend dat we het priesterschap van God dragen! In het boek Psalmen staat: ‘Welzalig het volk dat de jubelroep kent, zij wandelen, Here, in het licht van uw aanschijn.’18 Wij kunnen die grotere vreugde ervaren als we er maar naar zoeken.
Wij lopen het geluk dat dagelijkse priesterschapszorg oplevert te vaak mis. Soms voelen taken aan als een last. Broeders, laten we niet in het ABC van afmatting, bezorgdheid en chagrijn blijven hangen. Wij maken geen optimaal gebruik van onze voorrechten als we wereldse zorgen ons de vreugde laten ontnemen van getrouw en toegewijd priesterschapswerk, vooral binnen de muren van ons eigen huis. Wij maken geen optimaal gebruik van onze voorrechten als we niet deelnemen aan het feestmaal van geluk, vrede en vreugde dat God getrouwe priesterschapsdienaren zo overvloedig schenkt.
Jongemannen, als jullie vroeg naar de kerk gaan en het avondmaal voorbereiden meer een last vinden dan een zegen, denk dan eens na over wat die heilige verordening kan betekenen voor een kerklid dat mogelijk een moeilijke week heeft gehad. Broeders, als u met uw huisonderwijs weinig resultaten lijkt te boeken, kijk dan eens met een oog vol geloof wat een bezoek van een dienstknecht van de Heer kan doen voor een gezin met vele ongeziene problemen. Wanneer u het goddelijke potentieel van uw priesterschapstaken begrijpt, zal de Geest van God uw hart en verstand vullen en zal dat in uw ogen en gezicht te zien zijn.
Laten wij als dragers van het priesterschap nooit blind zijn voor het wonder en de grootsheid van wat de Heer aan ons heeft toevertrouwd.
Tot slot
Geliefde broeders, mogen wij ijverig de leer van het heilige priesterschap leren begrijpen. Mogen wij ons getuigenis regel op regel versterken door de openbaringen van de Geest. En mogen wij ons waarlijk verheugen in onze dagelijkse priesterschapstaken. Als wij dat doen, maken wij steeds meer gebruik van onze voorrechten en verwezenlijken wij steeds meer ons potentieel als priesterschapsdragers. Dan vermogen wij ‘alle dingen in [Christus], die [ons] kracht geeft’.19 Daarvan getuig ik als apostel van de Heer en ik laat u mijn zegen. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.