Een bijzonder edele roeping
Wij zijn gelovige vrouwen, en we kunnen beginselen leren uit de ervaringen van de profeet Joseph, zodat we weten hoe wij openbaring kunnen ontvangen.
Ik ben dankbaar dat ik het vandaag over de rol van vrouwen in de herstelling kan hebben. Het is duidelijk dat vrouwen altijd al een belangrijke plaats in het plan van onze hemelse Vader hebben ingenomen. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De invloed die […] vrouwen hebben, niet alleen op gezinnen maar ook op de kerk van de Heer, valt niet te meten. Die invloed hebben zij als echtgenotes, moeders en grootmoeders; als zusters en tantes; als leerkrachten en leidsters; en bovenal als voorbeelden van toegewijde verdedigsters van het geloof.’ 1
Op een van de eerste bijeenkomsten van de zustershulpvereniging in Nauvoo, nu 178 jaar geleden, spoorde de profeet Joseph Smith de zusters aan om ‘van de [hun] vergunde voorrechten gebruik te maken’. 2 Wij kunnen nu iets aan hun voorbeeld hebben. Ze volgden eensgezind de stem van een profeet, en legden met standvastig geloof in Jezus Christus het fundament waar we nu op staan. Zusters, het is onze beurt. We hebben een goddelijke opdracht van de Heer gekregen, en onze loyale, unieke bijdragen zijn essentieel.
President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘Een rechtschapen vrouw te zijn in de eindtijd van deze aarde, vlak voor de wederkomst van onze Heiland, is een bijzonder edele roeping. De kracht en invloed van de rechtschapen vrouw kan in deze tijd tien keer zo groot zijn als in rustiger tijden.’ 3
President Nelson heeft hetzelfde gevraagd: ‘Ik [roep] mijn zusters in [de kerk] dan ook op om naar voren te treden! Neem uw rechtmatige en nodige plaats bij u thuis, in uw gemeenschap en in het koninkrijk van God in – meer dan u ooit gedaan hebt.’ 4
Onlangs had ik het voorrecht om met een groep jeugdwerkkinderen president Russell M. Nelson te ontmoeten in het nagebouwde huis van de familie Smith in Palmyra (New York, VS). Luister als onze geliefde profeet de kinderen vertelt wat zij kunnen doen om naar voren te treden.
Zuster Jones: ‘Ik ben benieuwd of jullie vragen voor president Nelson hebben. De profeet zit hier bij jullie. Is er iets wat je altijd al aan een profeet wilde vragen? Ja, Pearl.’
Pearl: ‘Is het moeilijk om een profeet te zijn? Hebt u het altijd heel druk?’
President Nelson: ‘Natuurlijk is het moeilijk. Alles wat je doet om meer op de Heiland te gaan lijken is moeilijk. Bijvoorbeeld, toen God de tien geboden aan Mozes wilde geven, waar moest Mozes toen naartoe gaan? Naar een bergtop, de top van de berg Sinaï. Mozes moest dus een berg beklimmen voordat hij de tien geboden kreeg. Onze hemelse Vader had kunnen zeggen: “Mozes, u vertrekt daar, en Ik vertrek hier, en we zien mekaar halverwege.” Maar nee. De Heer houdt ervan als wij ons inspannen; als we ons inspannen, krijgen we beloningen die anders niet mogelijk waren geweest. Wie heeft er weleens pianoles gekregen?’
Kinderen: ‘Ik.’
Pearl: ‘Ik krijg vioolles.’
President Nelson: ‘En oefen je?’
Kinderen: ‘Ja.’
President Nelson: ‘Wat gebeurt er als je niet oefent?’
Pearl: ‘Dan vergeet je alles.’
President Nelson: ‘Juist, en dan maak je geen vooruitgang, toch? Het antwoord is dus ja, Pearl. Er is inspanning, hard werk en veel studie voor nodig, en je bent er nooit mee klaar. En dat is goed! Het is goed, omdat we altijd vooruitgang blijven maken. Zelfs in het hiernamaals gaan we nog vooruitgang maken.’
Wat president Nelson tegen deze lieve kinderen zei, geldt voor ieder van ons. De Heer houdt ervan als wij ons inspannen, want inspanningen leveren loont. We blijven oefenen. We maken altijd vooruitgang als we er maar naar streven de Heer te volgen. 5 Hij verwacht niet dat we nu al volmaakt zijn. We blijven onze eigen berg Sinaï beklimmen. Net als in tijden van weleer vergt onze reis dat we ons inspannen, hard werken en studeren, maar als we toegewijd vooruitgang maken, krijgen we eeuwige zegeningen. 6
Wat kunnen we van de profeet Joseph Smith en het eerste visioen nog meer leren over ons inspannen, hard werken en studeren? Het eerste visioen geeft ons richting in onze unieke, permanente rol. Wij zijn gelovige vrouwen, en we kunnen beginselen leren uit de ervaringen van de profeet Joseph, zodat we weten hoe wij openbaring kunnen ontvangen. Bijvoorbeeld:
-
Wij werken onder moeilijke omstandigheden.
-
Wij wenden ons tot de Schriften om te weten wat we moeten doen.
-
Wij geven blijk van ons geloof en vertrouwen in God.
-
We smeken God uit alle macht om ons te helpen de invloed van de tegenstander te verijdelen.
-
Wij zenden de verlangens van ons hart tot God op.
-
Wij kijken naar zijn licht dat onze keuzes beïnvloedt en dat op ons rust als we ons tot Hem wenden.
-
Wij weten dat Hij ieder van ons bij naam kent en voor ieder van ons een eigen takenpakket heeft. 7
Bovendien heeft Joseph Smith de kennis hersteld dat we goddelijk potentieel en eeuwige waarde bezitten. Vanwege die band met onze hemelse Vader geloof ik dat Hij van ons verwacht dat we openbaring van Hem ontvangen.
De Heer gaf Emma Smith de raad om ‘de Heilige Geest [te] ontvangen’, veel te leren, ‘de dingen van deze wereld terzijde [te] leggen en naar de dingen van een betere [te] streven’, en haar verbonden met God aan te kleven. 8 Leren is een essentieel onderdeel van vooruitgang, vooral wanneer de Heilige Geest voortdurend onze metgezel is en ons leert wat we terzijde moeten leggen, namelijk de dingen die ons afleiden of onze vooruitgang vertragen.
President Nelson heeft gezegd: ‘Ik smeek u om uw geestelijk vermogen om openbaring te ontvangen te vergroten.’ 9 Ik houd de woorden van onze profeet voortdurend in gedachte terwijl ik nadenk over het vermogen van vrouwen om voorwaarts te gaan. Hij smeekt ons, wat wil zeggen dat het belangrijk is. Hij leert ons dat we geestelijk kunnen overleven in een wereld die ziek is vanwege zonde, door openbaring te ontvangen en ernaar te handelen. 10 Als we dat doen, en de geboden van de Heer eren en naleven, wordt ons, net als Emma Smith, ‘een kroon van gerechtigheid’ beloofd. 11 De profeet Joseph heeft gezegd dat het belangrijk is om te weten dat de koers die wij in dit leven volgen de goedkeuring van God wegdraagt. Zonder die kennis ‘zullen [we] lusteloos worden en verzwakken’. 12
Tijdens deze conferentie kunnen we inspiratie opdoen om ons leven te veranderen, te verbeteren en te zuiveren. Persoonlijke openbaring kan ons behoeden voor wat sommige mensen een ‘overdosis aan algemene conferentie’ noemen; die we krijgen als we de conferentie verlaten met het vaste voornemen om alles onmiddellijk te doen. Vrouwen hebben veel taken te vervullen, maar het is onmogelijk, en onnodig, om alles tegelijk te doen. De Geest helpt ons bepalen welke taak vandaag onze aandacht verdient. 13
Door de liefdevolle invloed van de Heer door de Heilige Geest, kunnen we weten wat Hij het belangrijkst vindt voor onze vooruitgang. Persoonlijke openbaring nastreven leidt tot persoonlijke vooruitgang. 14 We luisteren en komen in actie. 15 De Heer heeft gezegd: ‘Bid de Vader in mijn naam in vertrouwen, gelovende dat u zult ontvangen, en u zult de Heilige Geest hebben, die alle dingen openbaart die […] nuttig zijn.’ 16 We blijven onze taak vervullen door openbaring te blijven ontvangen.
Naarmate we hier beter in worden, ontvangen we meer kracht voor onze eigen rol in de bediening en het werk van heil en verhoging, en leggen we werkelijk ‘de dingen van deze wereld terzijde [en streven we] naar de dingen van een betere’. 17 En dan kunnen we de opkomende generatie beter inspireren om hetzelfde te doen.
Broeders en zusters, we snakken allemaal naar Gods macht in ons leven. 18 Er is nu een prachtige gelijkwaardigheid tussen vrouwen en mannen in Gods werk. We wenden de macht van het priesterschap aan door verbonden te sluiten, eerst in de wateren van de doop, en tot slot binnen de muren van heilige tempels. 19 President Nelson heeft ons geleerd: ‘Elke vrouw of man die met God verbonden sluit en die verbonden nakomt, en die waardig aan priesterschapsverordeningen deelneemt, heeft rechtstreeks toegang tot de macht van God.’ 20
Ik geef toe dat ik vroeger niet besefte dat ik als vrouw, dankzij mijn verbonden, de macht van het priesterschap kon aanwenden. 21 Zusters, ik bid dat we de macht van het priesterschap zullen herkennen en koesteren, onze verbonden aankleven, 22 de waarheden van de Schriften omarmen, en gehoor geven aan de woorden van onze hedendaagse profeten.
Laten we stoutmoedig onze toewijding aan onze hemelse Vader en onze Heiland verkondigen, ‘met onwankelbaar geloof in Hem, [ons] geheel verlatend op de verdiensten van Hem die machtig is om te redden’. 23 Laten we met vreugde deze reis naar ons hoogste goddelijke potentieel voortzetten en de mensen in onze omgeving helpen hetzelfde te doen door onze liefde, hulp, leiding en ons mededogen.
Ouderling James E. Talmage heeft liefdevol gezegd: ‘Jezus de Christus is de grootste voorvechter van vrouwen en het vrouwelijk geslacht in de hele wereld.’ 24 Als we de taken van vrouwen in de loop van de herstelling, en de onze, grondig bestuderen, welke rol is dan de belangrijkste? Ik getuig dat het is om Hem te horen, 25 Hem te volgen, 26 op Hem te vertrouwen, 27 en zijn liefde uit te dragen. 28 Ik weet dat Hij leeft. 29 In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.