Huisbezoekboodschap
Vorm de opkomende generatie
Behandel de teksten en aanhalingen of, zo nodig, een ander beginsel dat de zusters die u bezoekt tot zegen zal zijn. Geef uw getuigenis van de leer. Vraag de zusters wat ze voelen en leren.
LV 123:11: ‘Het is […] een gebiedende plicht, die wij aan het ganse opkomende geslacht […] zijn verschuldigd.’
Wat is mijn plicht ten aanzien van de opkomende generatie?
Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘De Heer heeft [de opkomende generatie] achtergehouden voor deze tijd; nu moeten hun ouders ze behouden en voorbereiden op hun bijzondere moment in de geschiedenis van de mensheid! Ze zijn achtergehouden om nu te voorschijn te komen, maar nu moeten ze voorwaarts geschoven worden om hun opdracht te vervullen. (…)
‘Jongeren lijken in sommige opzichten op potentiële bekeerlingen. Ze hebben van die kritische momenten waarop hun ziel zich tot de Heer wendt — of van Hem afwendt. Die beslissende momenten zijn niet altijd te forceren, maar als ze voorkomen, mogen we ze niet onbenut laten. Doorgaans vinden die momenten plaats in rustige, eerbiedige gesprekken met ouders, grootouders, de bisschop, een volwassen leider of leidster, of een rechtschapen leeftijdgenoot.’ (‘Unto the Rising Generation’, Ensign, april 1985, pp. 8, 10.)
Ouderling Ronald A. Rasband van het Presidium der Zeventig: ‘Onze opkomende generatie verdient onze uiterste inzet om hen te steunen en te sterken in hun reis op weg naar de volwassenheid. (…) In al wat wij doen, waar wij ook heengaan, welke jongere we uit de kerk ook tegenkomen, [we moeten] ons er [meer] van bewust […] zijn hoezeer zij gesterkt, gevoed en positief beïnvloed moeten worden.’ (‘Onze opkomende generatie’, Liahona, mei 2006, p. 47.)
Hoe kan ik de opkomende generatie vormen?
President Gordon B. Hinckley (1910–2008): ‘Vergeet nooit dat deze kleinen de zoons en dochters van God zijn en dat u slechts tijdelijk de voogdij over hen hebt gekregen, dat Hij al ouder was voordat u dat werd, en dat Hij zijn ouderschapsrechten of zijn belangen in deze kleinen niet heeft opgegeven. (…) Voed uw kinderen in liefde op, en in de vorming en vermaning van de Heer. Zorg voor uw kleinen. Heet ze welkom in uw gezin, en verzorg ze en heb ze met heel uw hart lief. In de toekomst doen ze misschien wel eens iets wat u niet goed vindt, maar wees geduldig — wees geduldig. Als u het maar hebt geprobeerd, hebt u niet gefaald.’ (Zie ‘De profeet aan het woord’, De Ster, mei 1998, pp. 26–27.)
Julie B. Beck, algemeen ZHV-presidente: ‘Verzorgen betekent cultiveren, zorgen voor, vormen en grootbrengen. (…) Bij verzorgen zijn organisatie, geduld, liefde en werk nodig. Groei bevorderen door deze verzorgende taak is waarlijk een machtige en invloedrijke rol die aan vrouwen is toebedeeld.’ (‘Moeders die het weten’, Liahona, november 2007, pp. 76, 77.)
Barbara Thompson, tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium: ‘Als ZHV-zusters kunnen we elkaar helpen om gezinnen te sterken. We krijgen veel kansen om in verschillende hoedanigheden te dienen. We komen voortdurend in contact met kinderen en jongeren die precies nodig hebben wat wij kunnen bieden. Oudere zusters hebben veel advies en ervaring die ze aan jonge moeders kunnen doorgeven. Soms zegt of doet een jongevrouwenleidster of jeugdwerkleerkracht datgene wat nodig is om te bekrachtigen wat een ouder zijn kind probeert bij te brengen. En uiteraard hoeven we geen specifieke roeping te hebben om de helpende hand uit te steken naar een kennis of buur.’ (‘Ik sterk, ook help Ik u’, Liahona, november 2007, p. 117)