2009
Een rustige plek
Oktober 2009


Een rustige plek

Voor deze twee jongevrouwen uit de Dominicaanse Republiek is de tempel veel meer dan een mooi gebouw. Het is ook een levendige herinnering aan hun liefste hoop en dromen.

Dilcia Soto (16) herinnert zich de dag dat de tempel in haar woonplaats, Santo Domingo in de Dominicaanse Republiek, werd ingewijd nog goed: ‘Ik was nog maar negen, maar ik zei: “Geweldig! Een tempel hier!” Ik was gewend dat mensen naar andere landen gingen om zich te laten verzegelen en verbonden te sluiten. Ik dacht: nu hoeven mijn familie en ik niet naar een ander land omdat we een tempel dichtbij krijgen.’

Tegenwoordig staat die tempel zo majestueus en hoog in die hoofdstad, zo indrukwekkend met zijn spits en goed onderhouden terrein dat veel mensen denken dat het een kathedraal is. Dilcia legt maar al te graag uit dat de tempel nog heiliger is dan een kathedraal. Op het tempelterrein heerst een waardige rust die een groot contrast vormt met het gewoel van de straten en markten in het centrum van de stad.

En het is deze rustige plek die Dilcia en haar vriendin Kelsi St. Gardien (14) onlangs bezochten. Ze zijn beiden lid van de wijk Mirador in de ring Santo Domingo-Independencia. Ze waren beiden al eerder naar de tempel geweest om dopen voor de doden te doen, maar die dag gingen ze er alleen heen om in de tuin te wandelen, te praten en buiten het gebouw de Geest te voelen die er in de tempel heerst.

Dilcia’s verlangens

‘Ik heb de Heer erg lief’, zegt Dilcia, ‘en ik ben Hem erg dankbaar voor wat Hij voor mij heeft gedaan.’ ‘Mijn naaste familieleden zijn allemaal lid van de kerk, maar mijn tantes, ooms, neven en nichten niet. Als ze bij mij thuis komen, heb ik altijd een boek-van-mormon klaar liggen voor het geval ik de kans krijg om ze iets over het evangelie te vertellen.’ Ze vertelt vriendinnen ook graag over het evangelie ‘en iedereen die ik tegenkom en echt geïnteresseerd is.’ En telkens als ze dat doet ‘voel ik de Geest heel sterk’, zegt ze. ‘Telkens als ik mijn getuigenis geef, voel ik weer dat de kerk waar is.’

Ze herinnert zich een seminarieles over het heilsplan. ‘Vóór deze wereld waren we in een grote raadsvergadering in de hemel en kozen wij om het plan van onze hemelse Vader te volgen en het offer te aanvaarden dat Jezus Christus ten behoeve van ons zou brengen’, zegt ze. ‘Onze leraar zei dat we ervan uit kunnen gaan dat we onze hemelse Vader toen gehoorzaamden, omdat we nu hier op aarde zijn met een lichaam van vlees en beenderen. Toen hij dat zei, wist ik dat het waar was. Die dag huilde ik bij mijn avondgebed en dankte ik God voor die wetenschap.’

Dilcia haalt 1 Korintiërs 3:16 aan: ‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?’ ‘Als ik ook een tempel ben, moet ik net zo rein en mooi zijn als een tempel’, zegt ze. ‘Wat is het een zegen om lid van deze kerk en een deugdzame jongevrouw te zijn!’

Ze zegt dat het haar grootste verlangen is om ooit weer bij haar hemelse Vader te wonen. ‘Ik ben erg dankbaar dat Hij ons de tempel heeft gegeven zodat we alles kunnen doen wat nodig is om bij Hem terug te keren’, zegt ze. ‘De beste manier om Hem te bedanken is te leven zoals Hij dat wil.’

Dilcia zegt: ‘De Heer wil dat wij naar zijn huis gaan om hemelse kennis op te doen en ons best doen om in de eeuwigheid bij Hem te kunnen zijn.’ Ze zegt dat ze graag dopen voor de doden doet omdat ‘we er de mensen mee kunnen helpen die daar aan de andere kant van de sluier op wachten, om iets voor hen te doen wat zij zelf niet kunnen.’

Kelsia’s voornemens

Kelsia is het daarmee eens. ‘Wij moeten dat werk doen voor onze voorouders. En ik weet zeker dat ze ons er dankbaar voor zullen zijn’, zegt ze. ‘Ik zie er vooral naar uit om mijn oma weer te zien, want die ik heb nooit gekend. We gaan tempelwerk voor haar doen.’

Praten over de tempel brengt sterke emoties naar boven bij Kelsia. ‘Ik heb me vast voorgenomen om beslissingen te nemen waardoor ik mij aan mijn familieleden kan laten verzegelen’, zegt ze. ‘We moeten het evangelie respecteren en de geboden naar de letter van de wet onderhouden’, zegt ze. ‘Dat doen we omdat we van onze hemelse Vader houden en omdat gehoorzaamheid de manier is waarop we laten zien dat we Hem dankbaar zijn.’

Haar familie werd in december 2006 lid van de kerk, zes jaar na hun verhuizing van Haïti naar de Dominicaanse Republiek. ‘Ik ben de zendelingen die bij ons aanklopten erg dankbaar. Het was geweldig om de Geest te voelen en te horen over het plan dat onze hemelse Vader voor ons heeft. Nu we het evangelie hebben, zijn onze gezinsbanden veel hechter. Ik ben dankbaar dat Hij mij zo’n hechte familie heeft gegeven, want dat is op moeilijke momenten erg belangrijk. Als ik bedenk dat we voor eeuwig aan elkaar verzegeld kunnen worden, lijkt mij dat een van de allergrootste zegeningen.’

Haar ouders volgen momenteel lessen om zich voor te bereiden op de tempel en dat herinnert haar eraan dat ze zich wil voorbereiden op de dag dat ze ooit zelf in de tempel trouwt. ‘Dat is mijn voornaamste doel, dat mijn toekomstige man en ik elkaar en een eeuwig gezin waardig zijn.’

Samen van de rust genieten

De twee vriendinnen lopen langs de vlaggenstok waar de vlag van hun land in een forse bries wappert. ‘Zelfs de vlag bij de tempel herinnert ons eraan dat we trouw moeten zijn’, zegt Dilcia. ‘Zij is meer dan een paar kleuren. In het wapen op de vlag staat het motto Dios, patria, libertad [God, vaderland, vrijheid] met daaronder een kruis en een geopende bijbel. Zij herinnert ons eraan dat ons land is gesticht door mensen die in God geloofden, en dat God nog steeds belangrijk voor ons is.’

Ze lopen ook langs de entree van de tempel, waar de woorden Santidad al Señor, la Casa del Señor (De Here gewijd, het huis des Heren) boven de deur staan, zoals bij elke tempel.

‘Telkens als ik dat lees, getuigt de Geest tot mij dat die woorden waar zijn’, zegt Dilcia. ‘Ik herinner me dat ik hier op een avond met een groep jongemannen en jongevrouwen kwam, alleen maar om het terrein te bezoeken. Toen we bijna weggingen, vroeg de bisschop ons wat we hier voelden. We bespraken het en kwamen op één woord als antwoord: rust.’

En Kelsia en Dilcia denken bij hun vertrek aan dat antwoord van één woord — wat perfect is, want de tempel is de ultieme plek van rust.

Foto’s Richard M. Romney

Afdrukken