2010
Ons leven hangt ervan af
November 2010


Ons leven hangt ervan af

Mogen wij de wijsheid hebben om op de raad van de levende profeten en apostelen te vertrouwen en die op te volgen.

Elder Kevin R. Duncan

De winter van 1848 was moeilijk en zwaar voor de pioniers die zich in de Salt Lake Valley hadden gevestigd. In de zomer van 1847 had Brigham Young verklaard dat de heiligen hun bestemming eindelijk hadden bereikt. ‘Dit is de juiste plek’1, zei president Young, die in een visioen had gezien waar de heiligen zich moesten vestigen. De eerste leden van de kerk hadden enorm veel tegenspoed ondervonden in de jaren waarin het evangelie werd hersteld. Ze waren uit hun huis verjaagd, vervolgd en opgejaagd. Ze hadden onnoemelijk lijden ondergaan bij hun trek over de vlakten, maar nu waren ze dan eindelijk op ‘de juiste plek’ aangekomen.

En toch was de winter van 1848 extreem guur. Die winter was zo koud dat bij sommigen de voeten ernstig bevroren. Er kwam een gevoel van onrust over de heiligen. Sommige leden zeiden dat zij hun huis niet in de vallei wilden bouwen. Ze wilden in hun huifkar blijven wonen, want ze waren ervan overtuigd dat de leiders van de kerk ze zouden doorsturen naar een betere locatie. Ze hadden zaden en fruitboompjes meegenomen, maar durfden ze niet in het droge woestijnland te planten, uit angst dat er niets zou groeien. Jim Bridger, een bekend ontdekkingsreiziger in die tijd, zei tegen Brigham Young dat hij duizend dollar zou betalen voor de eerste lading mais die in de Salt Lake Valley was geoogst, omdat het naar zijn mening onmogelijk was om daar mais te verbouwen.2

Om de situatie nog ingewikkelder te maken was er net goud gevonden in Californië. Sommige leden van de kerk voorzagen dat hun leven makkelijker en overvloediger zou worden als ze naar Californië trokken op zoek naar rijkdom en een beter klimaat.

In deze sfeer van ontevredenheid sprak Brigham Young de leden van de kerk toe. Hij verklaarde:

‘[Deze vallei] is de plek die God zijn volk heeft toegewezen.

We zijn uit de braadpan in het vuur gegooid en vanuit het vuur op de vloer gesmeten. Nu zijn we hier en we blijven hier. God heeft mij getoond dat dit de plek is die Hij voor zijn volk heeft uitgekozen en hier zal het welvarend zijn. Hij zal de elementen matigen voor het welzijn van zijn heiligen; Hij zal de vorst en de onvruchtbaarheid van de grond temperen, en het land zal vruchtbaar worden. Broeders, ga nu en plant (…) uw (…) zaden.’

Naast deze beloften verklaarde president Young dat de Salt Lake Valley een poort voor de natiën zou worden. Koningen en keizers zouden er op bezoek komen. En het mooiste van alles was dat er een tempel voor de Heer gebouwd zou worden.3

Dat waren opmerkelijke beloften. Veel leden van de kerk hadden geloof in de profetieën van Brigham Young. Anderen bleven sceptisch en gingen weg om een, naar zij dachten, beter leven te vinden. De geschiedenis heeft uitgewezen dat iedere profetie van Brigham Young is uitgekomen. De vallei ging bloeien en werd vruchtbaar. De heiligen werden welvarend. De winter van 1848 was een belangrijke katalysator waardoor de Heer zijn volk een waardevolle les kon leren. Ze leerden — en wij moeten dat allemaal leren — dat de enige zekere en veilige weg naar bescherming in dit leven bestaat in vertrouwen op en gehoorzaamheid aan de raad van Gods profeten.

Een van de grootste zegeningen van het lidmaatschap in deze kerk is toch wel dat we geleid worden door levende profeten van God. De Heer heeft verklaard: ‘Er is op aarde altijd maar één tegelijk aan wie die macht en de sleutels van dat priesterschap zijn verleend.4 De huidige profeet en president van de kerk, Thomas S. Monson, ontvangt het woord van God voor alle leden van de kerk en voor de wereld. Daarnaast steunen wij de raadgevers in het Eerste Presidium en de leden van het Quorum der Twaalf Apostelen als profeten, zieners en openbaarders.

Met bevroren voeten en een dorre woestenij vergde het vast veel geloof van die eerste heiligen om op hun profeet te vertrouwen. Het ging immers om overleven. Maar de Heer beloonde hen voor hun gehoorzaamheid, en maakte hen die zijn woordvoerder volgden voorspoedig.

En de Heer doet in deze tijd hetzelfde voor u en mij. In deze wereld zijn zoveel zelfhulpboeken te vinden, zo velen die zich een expert noemen, zoveel theoretici, opvoeders en filosofen om ons op ieder mogelijk gebied advies te geven. In dit technologische tijdperk staat ons met één druk op de knop een breed scala aan informatie over tal van onderwerpen ter beschikking. We kunnen gemakkelijk in de val lopen van vertrouwen in de ‘arm des vleses’5 voor advies over van alles, van kinderen opvoeden tot gelukkig worden. Hoewel sommige informatie wel waardevol is, hebben wij als lid van de kerk toegang tot de bron van zuivere waarheid, namelijk God zelf. We zouden er goed aan doen de antwoorden op onze problemen te zoeken door te bestuderen wat de Heer door zijn profeten heeft geopenbaard. Door diezelfde technologie hebben we de woorden van de profeten over bijna ieder mogelijk onderwerp bij de hand. Wat heeft God ons door middel van zijn profeten geleerd over het huwelijk en het gezin? Wat heeft Hij ons door zijn profeten geleerd over onderwijs en zuinig leven? Wat heeft Hij ons door zijn profeten geleerd over persoonlijk geluk en voldoening?

Wat de profeten zeggen mag sommigen dan ouderwets, impopulair of zelfs onmogelijk toeschijnen, maar God is een God van orde en Hij heeft een systeem ingesteld dat ons zijn wil kenbaar maakt: ‘Voorzeker de Here, Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.’6 Bij het begin van deze bedeling, de bedeling van de volheid der tijden, heeft de Heer bevestigd dat Hij met ons communiceert door middel van zijn profeten. Hij verklaarde: ‘Mijn woord zal (…) geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’7

Op de profeten vertrouwen en hen volgen is meer dan een zegen en een voorrecht. President Ezra Taft Benson heeft verklaard: ‘Ons heil hangt af van het volgen van de profeet.’ Hij besprak toen veertien basisprincipes voor het volgen van de profeet. In de bijeenkomst van vanochtend heeft ouderling Claudio Costa van het Presidium der Zeventig ons uitstekend onderricht in die veertien basisprincipes. Ik herhaal ze, omdat ze van uitermate groot belang zijn voor ons heil.

‘1. De profeet is de enige die in alle opzichten namens de Heer spreekt.

‘2. De levende profeet is voor ons van groter belang dan de standaardwerken.

‘3. De levende profeet is voor ons van groter belang dan een dode profeet.

‘4. De profeet zal de kerk nooit op een dwaalspoor brengen.

‘5. De profeet hoeft geen specifieke opleiding of diploma’s te hebben om zich over welk onderwerp dan ook uit te spreken of in welke kwestie op enig moment handelend op te treden.

‘6. De profeet hoeft niet te zeggen “aldus spreekt de Heer” om ons schriftuur te geven.

‘7. De profeet vertelt ons wat wij moeten weten, niet altijd wat wij willen weten.

‘8. De profeet wordt niet aan banden gelegd door wat anderen denken.

‘9. De profeet kan over alles openbaring ontvangen, zowel stoffelijk als geestelijk.

‘10. De profeet kan bij maatschappelijke zaken betrokken zijn.

‘11. De twee groepen mensen die de meeste moeite hebben met het volgen van de profeet zijn de hoogmoedigen die geleerd zijn en de hoogmoedigen die rijk zijn.

‘12. De profeet is niet noodzakelijkerwijs populair in de wereld of bij hen die werelds zijn.

‘13. De profeet en zijn raadgevers vormen het Eerste Presidium — het hoogste quorum in de kerk.

‘14. Volg de levende profeet en het Eerste Presidium (…) en word gezegend; verwerp hen en lijd.’8

Broeders en zusters, net als de heiligen in 1848 kunnen wij ervoor kiezen om de profeet te volgen of op de arm des vleses te vertrouwen. Mogen wij de wijsheid hebben om op de raad van de levende profeten en apostelen te vertrouwen en die op te volgen. Ik ben een getuige van hun goedheid. Ik getuig dat ze door God geroepen zijn. Ik getuig ook dat er geen veiliger manier is om in het leven te staan, antwoorden op problemen te vinden, vrede en geluk in deze wereld te ervaren, en ons eeuwig heil te beschermen dan hun woorden te gehoorzamen. Ik getuig dit in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Brigham Young, geciteerd door Wilford Woodruff, in The Utah Pioneers (1880), p. 23.

  2. Zie Bryant S. Hinckley, The Faith of Our Pioneer Fathers (1956), pp. 9–15; zie ook Gordon B. Hinckley, ‘Remarks at Pioneer Day Commemoration Concert’, Ensign, oktober 2001, pp. 70–72.

  3. Zie Hinckley, The Faith of Our Pioneer Fathers, pp. 11–12; zie ook Ensign, oktober 2001, p. 71.

  4. Leer en Verbonden 132:7.

  5. Leer en Verbonden 1:19.

  6. Amos 3:7.

  7. Leer en Verbonden 1:38.

  8. Ezra Taft Benson, ‘Fourteen Fundamentals in Following the Prophet’. In 1980 Devotional Speeches of the Year (1981), pp. 29–30.