2010
Een gave die meer zorg verdient
December 2010


Een gave die meer zorg verdient

Laten we, met alles wat de moderne tijd ons brengt, niet de zaken opgeven die de werkingen van de Heilige Geest bevorderen.

Elder Neil L. Andersen

Het is ruim vijftig jaar geleden, maar ik herinner mij de kerst van 1959 nog heel goed. Met kinderlijke verwachting hoopte ik met heel mijn hart op een nieuwe fiets. Mijn oudere broer en zus en ik maakten gebruik van hetzelfde brikkie, waarop we alledrie hadden leren fietsen. Hij had al lang zijn beste tijd gehad en ik had mijn ouders om een nieuwe fiets gevraagd. Nu ik erop terugkijk voel ik mij een beetje beschaamd dat ik, gezien het inkomen van mijn vader, zo’n duur cadeau heb durven vragen.

Kerstmis brak aan en ik rende uit onze slaapkamer in het souterrain de trap op naar onze huiskamer. Daar zocht ik vergeefs naar een fiets. Teleurgesteld zag ik dat er niet meer dan een klein cadeautje onder mijn kerstsok lag.

Toen we bij elkaar zaten in de huiskamer vroeg mijn vader mij een mes uit de keuken te halen om er een doos mee open te maken waarin een cadeau voor mijn broer zat. Ik liep de kleine keuken in en zocht naar de schakelaar om het licht aan te doen. Toen het licht aansprong, voelde ik mij opeens een stuk beter. Vlak voor mijn neus stond een mooie zwarte grote fiets! Op die fiets heb ik jaren gereden, ik poetste hem, zette hem altijd op slot en zag hem als mijn beste vriend — een geschenk dat ik lang heb gekoesterd.

Een groter geschenk

Slechts drie maanden vóór die kerst had ik een ander geschenk ontvangen dat veel belangrijker en gewichtiger was dan een fiets. Ik had mij laten dopen en de gave van de Heilige Geest ontvangen. In die vroege jaren, en misschien te vaak in de vele jaren sinds, was ik als de Lamanieten die de Heiland beschreef als zijnde ‘gedoopt met vuur en met de Heilige Geest, en zij wisten het niet’ (3 Nephi 9:20).

Jezus legde nadruk op de onmetelijke waarden van de doop en de gave van de Heilige Geest: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan’ (Johannes 3:5). En om de aankondiging tot zijn discipelen dat Hij hen binnenkort ging verlaten te verzachten, beloofde de Heiland hun deze hemelse gave: ‘[Ik zal] Hem [de Trooster] tot u zenden’ (Johannes 16:7).

Dit is een gave met enorme macht. Uit de Schrift leren we wat deze gave brengt aan wie die gretig ontvangen: ‘De Heilige Geest (…) getuigt van de Vader en de Zoon’ (LV 20:27; zie ook 1 Korintiërs 12:3; 3 Nephi 28:11; LV 42:17). De Heilige Geest leert ons alles en brengt ons alles te binnen (zie Johannes 14:26). Hij wijst ons op de waarheid en toont ons toekomende dingen (zie Johannes 16:13). Hij verlicht ons verstand en vult onze ziel met vreugde (zie LV 11:13). Door zijn macht komen we de waarheid van alle dingen te weten (zie Moroni 10:5). Hij zal de verborgenheden Gods aan ons ontvouwen (zie 1 Nephi 10:19).

Hij laat ons weten wat we dienen te doen (zie 1 Nephi 4:6; LV 8:2). Hij inspireert wie we onderwijzen (zie 2 Nephi 33:1). Zelfs nog belangrijker is dat de vergeving van zonden door de verzoening komt, ‘door de doop, en door vuur, ja, de Heilige Geest’ (LV 19:31; zie ook 2 Nephi 31:17), waardoor wij uiteindelijk door deze gave worden geheiligd en op de laatste dag vlekkeloos voor Christus staan (zie 3 Nephi 27:20).

Deze gave van het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest is voorbehouden aan wie zich hebben laten dopen en bevestigen als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.1 De Heilige Geest kan bij tijden invloed uitoefenen op alle waarheidszoekers, maar de gave van de Heilige Geest is in haar volheid voorbehouden aan wie de verbonden van het herstelde evangelie zijn aangegaan.2 Dit is een wezenlijke gave. Het is een hemelse zegening voor de leden van de kerk.

De Heilige Geest is niet een gave die alleen voorbehouden is aan weinigen — de patriarch, de toegewijde huisbezoekster, de geïnspireerde vriend — maar is aan ons allen beloofd als we ijverig onze weg naar ons hemelse thuis volgen. President Wilford Woodruff (1807–1998) stelde nadrukkelijk dat iedere heilige de Heilige Geest nodig heeft: ‘Laten we ons inzetten om de Heilige Geest te verkrijgen. (…) Dat is de Geest die wij moeten hebben om de doeleinden van God op aarde uit te voeren. We hebben die meer nodig dan welke andere gave ook. (…) Wij zouden tot de Heer moeten bidden tot we de Trooster ontvangen. Die wordt ons beloofd bij onze doop. Hij is de Geest van licht, waarheid en openbaring, en Hij kan tegelijkertijd bij ons allen zijn.’3

De noodzaak van persoonlijke openbaring

We leven in een tijd waarin de vervoersmogelijkheden, communicatietechnieken en de toegang tot informatie een grote vlucht hebben genomen in vergelijking met het verleden. Maar morele kwesties zoals eerlijkheid, kuisheid, zondagsheiliging, gezinsplichten, en zelfs de heiligheid van het leven — kwesties waar zowel de wereld als heiligen der laatste dagen het lange tijd over eens waren — worden nu openlijk ter discussie gesteld en zeer ruim geïnterpreteerd (zie LV 1:16).

Nu de ontwikkelingen in de technologie en communicatie steeds meer de moderne wereld aan ons opdringen, vergt het ‘in de wereld maar niet van de wereld zijn’ dat we constant keuzes maken en beslissingen nemen (zie Johannes 17:14). Geestelijk inzicht is van groot belang. Als discipelen van Christus moeten we van de gave van de Heilige Geest een bewust, dagelijks, gebedsvol deel van ons leven maken. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Niemand van ons kan in de huidige wereld overleven, en nog minder in wat zij spoedig zal worden, zonder persoonlijke openbaring.’4

Hoe kunnen we deze hemelse gave gebruiken als een belangrijk kompas voor ons dagelijks leven? In weerwil van onze zwakheden moeten we durven geloven dat de stille, zachte stem die we voelen van de Vader komt. We moeten bidden, vragen en zoeken, en vervolgens niet bang zijn als we in ons hart en verstand antwoord krijgen. Geloof dat het van God komt. Want dat is zo.

In februari 1847 is de profeet Joseph Smith in een droom of een visioen aan Brigham Young verschenen. President Young vroeg of de profeet een boodschap voor de heiligen had. De profeet zei: ‘Zeg de mensen dat zij nederig en getrouw moeten zijn en dat ze ervoor moeten zorgen de Geest van de Heer bij zich te houden, dan zal Hij hen ten goede leiden. Wees behoedzaam en negeer de stille, zachte stem niet; zij zal u zeggen [wat u] moet doen en waar u heen moet; dat zal de vruchten van het koninkrijk voortbrengen. Zeg tegen de broeders dat ze vatbaar moeten zijn voor overreding, zodat ze als de Heilige Geest tot hen komt, die bereidwillig zullen ontvangen.’5

U blijft vatbaar voor overreding als u gelooft dat u maar ook anderen openbaring zullen ontvangen.

Werkingen van de Heilige Geest

Er zijn vele inspirerende voorbeelden van hoe de Heilige Geest dagelijks inwerkt op de leden van de kerk. De meeste komen zachtjes en zijn van persoonlijke aard, maar later blijken ze toch ingrijpend te zijn als we terugkijken op de veranderingen die ze teweeg hebben gebracht. Denk aan uw eigen ervaringen terwijl u de voorbeelden leest die mij zijn toevertrouwd.

  • Een vrouw had lopen nadenken over welk werk ze zou kunnen gaan doen als haar kinderen weer naar school gingen. In de avondmaalsdienst gaf de ringpresident zijn getuigenis. Hij las een tekst voor: ‘Streef rijkdom noch de ijdelheden van deze wereld na; want zie, gij kunt ze niet meenemen’ (Alma 39:14. Dat vers raakte haar diep die sabbat en ze zag het als een geestelijke bevestiging van wat ze in het komende jaar zou moeten nastreven.

  • Een achtjarig kind liet zich dopen en daarna bevestigen als lid van de kerk, waarbij hij de gave van de Heilige Geest ontving door handoplegging van zijn vader en grootvader. Toen de jongen blij opstond om zijn getuigenis te geven, was hij zo geëmotioneerd dat hij met moeite kon spreken. Een broer zei later over die ervaring: ‘Ik heb de invloed van de Geest toen heel sterk gevoeld.’

  • Een zendeling en zijn collega gingen langs bij een onderzoeker aan wie ze een boek-van-mormon hadden gegeven. Toen de oudere vrouw de deur opende, voelde de zendeling een krachtig gevoel over zich komen. De vrouw verwelkomde de zendelingen en legde uit dat ze in het boek had gelezen en dat ze geloofde wat ze haar hadden geleerd. De jonge zendeling was zo ontroerd door wat hij voelde dat hij later bad: ‘Geliefde Vader, laat mij het gevoel dat ik vandaag heb gevoeld nooit meer vergeten.’

  • Een jonge studente die ver van huis was, voelde zich afschuwelijk alleen. Ze bad vurig of God haar in deze crisis kon helpen. Toen ze op een morgen een college bijwoonde, kwam er een buitengewoon troostrijk gevoel over haar. Er kwam een gedachte bij haar op: Je bent nooit alleen. Haar gebeden waren verhoord, en haar gevoel van heimwee was verdwenen.

  • Een getrouwe vader was op weg naar zijn zoon die verkeerde keuzes had gemaakt en nu de gevolgen daarvan onder ogen moest zien. In de stille uren op weg naar zijn zoon bad de vader terwijl hij leed onder de fouten van zijn zoon. Toen kreeg de vader deze heldere en stellige gedachte: ‘Hij is mijn zoon ook.’

  • Een 16-jarig lauwermeisje luisterde in haar zondagsschoolklas naar de leerkracht. Het was Pasen en de leerkracht had een les over de verzoening voorbereid. Hij sprak over de pijn die de Heiland had doorstaan en over wat het betekende om uit elke porie te bloeden, te worden gegeseld en aan het kruis te lijden. De jongevrouw had nooit eerder zo diep nagedacht over de verzoening. In haar geest zag ze een mentaal beeld. Ruim 25 jaar later sprak ze geëmotioneerd over die ervaring: ‘Op die dag getuigde de Heilige Geest tot mij dat Jezus de Christus is.’

Het belang van gehoorzaamheid

We leven in een tijd waarin we door veel ondermijnend kwaad worden omringd. De communicatietechnologieën, hoewel die vele goede zaken met zich meebrengen, dringen ook onze omgeving binnen — en zelfs ons huis als we niet voorzichtig zijn — met datgene wat ons snel kan afstompen voor de gave van de Heilige Geest. We moeten alert zijn op zaken die schadelijk zijn voor onze geest.

Als u de stille, zachte stem duidelijker wil voelen en er meer geloof in wil hebben, is er geen beter medicijn dan meer gehoorzaamheid. Jezus heeft tegen zijn discipelen gezegd: ‘Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij’ (Matteüs 16:24).

President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft een eenvoudige oplossing geopperd voor het kiezen van de juiste stem: ‘Luister naar de stem van de Geest en geef er gehoor aan. Dat is een beproefde, zelfs eeuwige, methode die wellicht niet populair is in onze samenleving die almaar uit is op nieuwe dingen. Die methode vraagt geduld in een wereld die onmiddellijke bevrediging wil. Het is een rustige, vredige en subtiele methode in een wereld die hunkert naar alles wat luid, opdringerig, snel, opzichtig en grof is. Deze methode vereist van u dat u tijd inruimt voor bespiegeling. (…) Deze methode vereist van ons dat wij in deze visuele wereld met geloof door het leven gaan.’6

Tijd voor bespiegeling

Soms denk ik weleens hoe anders het leven van mijn kinderen eruitziet dan dat van mij toen ik in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw op een kleine boerderij in het zuiden van Idaho opgroeide. Er waren lange dagen waarop ik met mijn vader een hek opzette, stille uren waarin wij de irrigatieleidingen verplaatsten op de aardappelvelden, een huis met één televisie met slechts drie kanalen, geen computer, geen mp3-spelers, geen mobiele telefoons, weinig uitstapjes naar andere stadjes, weinig afleiding, en heel veel tijd als gezin — dat waren de bouwstenen voor velen van mijn generatie.

In de wereld van nu moeten we zorgen dat onze kinderen tijd voor bespiegeling hebben en we moeten ze leren hoe ze de stille, zachte stem kunnen herkennen. Laten we, met alles wat de moderne tijd ons brengt, niet die zaken opgeven die de werkingen van de Heilige Geest bevorderen: tijd om alleen te bidden, te overdenken, te mediteren, en in de Schrift te lezen; en tijd om ongestoord in het gezin door te brengen, zonder rumoer, afleidingen, en niet te veel activiteiten.

Reageren op influisteringen

Door de gevoelens te volgen die we hebben, leren we erop te vertrouwen dat ze van onze Vader komen. Zodat we ‘opgroeien’ (LV 109:15) in het leren herkennen van deze stem.

President Thomas S. Monson heeft ons aangeraden een ingeving nooit te negeren: ‘We kijken. We wachten. We luisteren of we de stille, zachte stem horen’, zei hij in een algemene conferentie. ‘Als de Geest spreekt, geven wijze mannen en vrouwen daar gehoor aan. We stellen het opvolgen van de ingevingen van de Geest niet uit.’

President Monson vertelde daarna een verhaal over een vriend, Stan genaamd, die gedeeltelijk verlamd was. Ondanks de beste medische zorg en de gebeden van familie en vrienden bleef Stan aan bed gekluisterd, wat hem tot wanhoop dreef.

‘Toen ik laat in de middag mijn baantjes trok in het zwembad, starend naar het plafond terwijl ik de rugslag deed’, zo herinnerde president Monson zich, kwam er, zachtjes maar duidelijk, een gedachte bij mij op: hier ben jij lekker aan het zwemmen, terwijl je vriend Stan wegkwijnt in zijn ziekenhuisbed zonder zich te kunnen bewegen. Ik kreeg de ingeving: ga naar het ziekenhuis en geef hem een zegen.

‘Ik ging het water uit, kleede mij om en haastte mij naar Stan in het ziekenhuis. Zijn bed was leeg. Een verpleegster zei dat hij in zijn rolstoel naar het zwembad was gegaan, ter voorbereiding op zijn therapie. Ik haastte mij naar het bassin, en daar vond ik Stan, helemaal alleen, aan de rand van het diepere gedeelte van het zwembad. We begroetten elkaar en gingen terug naar zijn kamer, waar hij een priesterschapszegen kreeg.’

Stan kreeg uiteindelijk de kracht in zijn benen terug en leerde weer lopen. President Monson vervolgde: ‘Aan sommigen onthult [Stan] de donkere depressieve gedachten die hem die middag in hun greep hadden toen hij in zijn rolstoel aan de rand van het bassin zat, veroordeeld tot, zo leek het, een hopeloos leven. Hij vertelt hoe hij het alternatief overwoog. Het zou zo eenvoudig zijn geweest om de gehate rolstoel het diepe bad in te rijden. Daarmee zou hij een eind aan zijn leven hebben gemaakt. Maar juist op dat moment zag hij mij, zijn vriend. Op die dag kwam Stan er letterlijk achter dat we er niet alleen voor staan. Ook ik leerde die dag een les: stel nooit, nooit, nooit het opvolgen van een ingeving uit.’7

De Heer heeft, terwijl Hij over zijn wederkomst sprak, beklemtoond dat de gave van de Heilige Geest actief werkzaam onder de heiligen moet zijn: ‘Want zij die verstandig zijn en de waarheid hebben ontvangen, en de Heilige Geest tot gids hebben genomen en niet zijn misleid — voorwaar, zeg Ik u: Zij zullen niet worden nedergehouwen en in het vuur geworpen, maar de dag doorstaan’ (LV 45:57).

‘We leven in een tijd van grote mogelijkheden, kennis en voorspoed. Maar die wonderen gaan vergezeld van de lage verleidingen van de boze, die een plek in ons leven willen veroveren, en zich zelfs willen nestelen in de veilige vesting van ons huis. Als we de Heilige Geest tot onze gids nemen en verstandig zijn in het leren kennen, bewaken en opbouwen van deze gave zullen we niet worden misleid. En nu het kwaad in de wereld toeneemt, zullen de rechtvaardigen de compenserende macht van de gave van de Heilige Geest ter beschikking hebben.

Als we meer zorg besteden aan deze goddelijke gave zullen we ‘de dag doorstaan’ en weer bij onze hemelse Vader kunnen wonen.

Noten

  1. Zie Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff (2004), p. 51.

  2. Zie Dallin H. Oaks, ‘Always Have His Spirit’, Ensign, november 1996, pp. 59–61.

  3. Leringen. Wilford Woodruff, pp. 43, 53

  4. Boyd K. Packer, ‘Reverence Invites Revelation’, Ensign, november 1991, p. 23.

  5. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 98, cursivering toegevoegd.

  6. James E. Faust, ‘De stem van de Geest’, Liahona, juni 2006, p. 6.

  7. Thomas S. Monson, ‘The Spirit Giveth Life’, Ensign, mei 1985, pp. 68, 70.

Walter Rane, De gave, kopiëren niet toegestaan

Schilderij Walter Rane

Walter Rane, Leer hun begrijpen, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis