2010
Het open huis
December 2010


Het open huis

‘Allen die oprecht in Christus geloofden — ofwel christenen zoals zij genoemd werden — namen de naam van Christus met blijdschap op zich’ (Alma 46:15).

Alison spitste haar oren toen de bisschop aankondigde dat hun wijk dit jaar vóór de kerst een open huis zou houden. ‘We willen dat het een speciale avond wordt’, zei hij. ‘Het zal een mooie gelegenheid zijn om vrienden en kennissen uit te nodigen.’

Alison was dol op de kersttijd. Dan ging ze cadeautjes voor haar familie en vrienden kopen en kerstliedjes zingen. En ze las graag over Jezus’ geboorte en hoe Hij een klein kindje was.

Maar wat de bisschop toen zei zat haar niet lekker. ‘Vanwege het open huis komt ons gebruikelijke kerstfeest dit jaar te vervallen.’

Alison fronste haar wenkbrauwen. ‘Geen feest?’, fluisterde ze tegen haar moeder. Het kerstfeest van de wijk was een van haar lievelingsactiviteiten.

Moeder legde een vinger op haar lippen.

‘Het komt voor dat onze vrienden en kennissen niet geloven dat we christenen zijn’, ging de bisschop verder. ‘We willen hun duidelijk maken dat we in Jezus Christus geloven.’

Alison dacht daar over na. Ze herinnerde zich nog heel goed dat haar beste vriendin, Erica, tegen haar had gezegd dat mormonen geen christenen waren. Ze had niet begrepen wat Erica bedoelde en had haar ouders ernaar gevraagd.

‘Een heleboel mensen concentreren zich op de naam “mormoon” of “heiligen der laatste dagen”’, had mama uitgelegd. ‘Ze vergeten dat onze kerk naar Jezus Christus is vernoemd.’

De volgende dag op school had Alison Erica over het eerste geloofsartikel verteld: ‘Wij geloven in God, de eeuwige Vader, en in zijn Zoon, Jezus Christus, en in de Heilige Geest.’

Maar Erica had alleen haar schouders opgehaald. ‘Waarom noemen de mensen jullie dan geen christenen maar mormonen?’ had ze gevraagd.

Alison luisterde weer naar de bisschop.

‘Het open huis heeft Jezus Christus als thema’, zei hij. ‘We vragen de gezinnen om een kerststalletje mee te brengen, en we gaan het kerstspel opvoeren.

Naarmate het open huis naderde, raakte Alison steeds enthousiaster. Mama en papa nodigden een oudere buurman uit voor het open huis. Alison nodigde Erica uit.

Op de avond van het open huis hielp Alison haar moeder om hun kerststal en toebehoren in krantenpapier te rollen. Toen ging ze met mama en papa met de auto Erica ophalen.

Toen ze in de kerk aankwamen, zagen Alison en Erica kerststalletjes uit Japan, Oostenrijk, de Filipijnen en heel veel andere landen.

Toen gingen de meisjes naar buiten, waar de jongemannen en jongevrouwen het kerstspel opvoerden. Er waren echte koeien, schapen en zelfs een geit. ‘Alles behalve een kameel’, zei Alison.

De bisschop vroeg iedereen in de kapel plaats te nemen. Alison en Erica zaten bij de jeugdwerkkinderen. De kinderen zongen ‘In een stal zo klein en need’rig’1 en ‘Het lied van Jezus’ geboorte’2, en het wijkkoor zong liederen uit de Messiah.

‘Ik vond het heel mooi’, zei Erica op weg naar huis. ‘Ik wou dat mijn ouders er waren geweest.’

‘Misschien volgend jaar’, zei Alison met een glimlach. Ze dacht aan het open huis en realiseerde zich dat ze het kerstfeest helemaal niet gemist had.

Noten

  1. ‘In een stal zo klein en need’rig’, Kinderliedjes, p. 25.

  2. ‘Het lied van Jezus’ geboorte’, Kinderliedjes, p. 32.

Illustratie Greg Newbold