Wat zal het geschenk zijn?
Ana Márcia Agra de Oliveira (Pernambuco, Brazilië)
In 1982, de tweede kerst sinds ons trouwen, besloten Cleto en ik een paar gezinstradities in te stellen. Omdat we de eerste leden van de kerk in onze families waren, waren onze eerdere kerstvieringen — hoewel we er goede herinneringen aan hadden overgehouden — gespeend van oprechte mededogen en liefdadigheid. Bovendien was ons eerste kind, de acht maanden oude Diego, reden genoeg om onszelf in dit opzicht te verbeteren.
We hadden het nogal druk met onze universitaire studies, huishoudelijke taken, kerkroepingen, en onze stoomcursus in het ouderschap, maar niettemin vonden we toch de tijd om ons voor te bereiden op dit bijzondere feest. We gebruikten elke gezinsavond in december om versieringen te maken en meer begrip te krijgen van de symbolen en kleuren die we overal om ons heen zagen. We planden ook een eenvoudig kerstmaal, en we dachten na over nuttige en goedkope cadeautjes. Toen we aan een schriftstudieprogramma begonnen, beseften we dat we, als we Christus’ geboorte werkelijk anders wilden vieren, een geschenk voor de Heiland zouden moeten uitkiezen.
We vroegen ons echter wel af: ‘Wat geef je aan iemand die de hemel en aarde tot zijn beschikking heeft?’ We vonden het antwoord in de Schrift, waarin we lazen dat alles wat we doen ‘aan één van deze mijn minste broeders’ (Matteüs 25:40) we het aan Hem doen. Daar de kersttijd een tijd van vriendschap en liefde is, wilden we een lid van de kerk uitnodigen om de warmte en aangename sfeer bij ons te thuis te ervaren. We gingen hard op zoek naar iemand die wel een steuntje in de rug kon gebruiken en die, door hem of haar te helpen, ons kerstgeschenk aan de Heiland kon zijn.
Elke keer als we een broeder of zuster uit de wijk of ring bij ons thuis wilden uitnodigen, bleek die persoon al bij andere activiteiten betrokken te zijn. Maar kerstavond naderde met rasse schreden en we hadden nog steeds niemand gevonden met wie we de kerst konden vieren.
Berustend in de teleurstelling wilden we net aan tafel gaan toen er werd aangebeld. Toen ik opendeed, zag ik tot mijn vreugde een vriend staan die we al geruime tijd niet gezien hadden. Avelar had onlangs te maken gekregen met de teleurstelling van een pijnlijke scheiding. Hij was verdrietig en eenzaam, en had naar ons gezelschap verlangd.
We ontvingen Avelar met liefde, en hij zei ons dat hij de warmte had gevonden die hij zo hard nodig had in deze donkere dagen in zijn leven. We vertelden hem over onze wens om iemand in nood te helpen, zodat die persoon zou weten dat de Heer hem kent en hem liefheeft.
We beseften allemaal dat de Heiland iemand naar ons toe had gestuurd die we niet hadden kunnen vinden: onze vriend Avelar. Het maakte ons duidelijk hoe belangrijk de band is tussen de zoons en dochters van onze hemelse Vader. Daarom denken wij en onze drie kinderen er op Kerstmis altijd aan dat de kersttijd bedoeld is om de banden van eenheid, liefde en vriendschap te sterken.