2010
Jezus Christus is de eniggeboren Zoon van God
December 2010


Wat wij geloven

Jezus Christus is de eniggeboren Zoon van God

Jezus Christus was de enige persoon met een sterfelijke moeder, Maria, en een onsterfelijke vader, God de Vader. Daarom wordt Hij de eniggeboren Zoon van God genoemd. Van zijn Vader erfde Hij goddelijke macht (zie Johannes 10:17–18). Van zijn moeder erfde Hij zijn sterfelijkheid, waardoor Hij onderhevig was aan honger, dorst, vermoeidheid, pijn en de dood.

Het sterfelijke leven van Jezus Christus begon toen Hij in Betlehem werd geboren. Lucas schreef daarover: ‘De engel Gabriël [werd] van God gezonden […] tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, genaamd Jozef. […] De engel zeide tot haar: […] gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden. […] ‘De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden’ (Lucas 1:26–27, 30–32, 35; zie ook 1 Nephi 11:16–21; Alma 7:10).

Matteüs tekende op dat er ook een engel aan Jozef verscheen in een droom, zeggend: ‘[Maria] zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden’ (zie Matteüs 1:20–21). Zowel Maria als Jozef begrepen dat de zoon die Maria zou baren en die Jezus zou worden genoemd de eniggeboren Zoon van God was.

De engel Gabriël vertelde Maria ook dat Elizabet, een familielid, zwanger was en een zoon zou krijgen. Toen Maria bij haar op bezoek ging, was Elizabet vervuld met de Heilige Geest en zei: ‘En waaraan heb ik dit te danken, dat de moeder mijns Heren tot mij komt?’ (Zie Lucas 1:39–45). Elizabet wist toen dat Maria de moeder van de Zoon van God zou worden.

Ook anderen ontvingen een getuigenis van de Heilige Geest dat Jezus Christus de Zoon van God is. Enkele van die getuigenissen volgen hieronder.

  1. Een paar disicipelen van Jezus waren in een schip toen zij Jezus op het water zagen lopen. ‘Die in het schip waren, vielen voor Hem neder en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!’ (Matteüs 14:33).

  2. Toen Jezus zijn discipelen vroeg: ‘Wie zegt gij, dat Ik ben?’, antwoordde Petrus: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’ (Matteüs 16:15, 16).

  3. Voordat Jezus Lazarus uit de dood opwekte, vroeg Hij aan Lazarus’ zus, Marta, of zij geloofde dat Hij ‘de opstanding, en het leven’ was. Zij antwoordde: ‘Ja, Here, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van God’ (Johannes 11:25, 27).

  4. Adam en Eva brachten offers als ‘een zinnebeeld van het offer van de Eniggeborene des Vaders’ (Mozes 5:7).

  5. God leerde Adam dat hij zich moest ‘laten dopen, ja, in water, in de naam van mijn eniggeboren Zoon, die vol genade en waarheid is, die Jezus Christus is’ (Mozes 6:52).

  6. In Amerika profeteerde Samuël de Lamaniet vijf jaar vóór de geboorte van de Heiland: ‘De Zoon Gods [komt] om allen te verlossen die in zijn naam zullen geloven’ (Helaman 14:2).

Van links naar rechts: Walter Rane, Gezegend zijt gij onder de vrouwen, © IRI; Del Parson, Adam en Eva brengen offerande; ROBERT T. BARRETT, Christus loopt over het water, foto-illustratie Hyun Gyu Lee; Liz Lemon Swindle, Kom en zie (detail), Foundation Arts, kopiëren niet toegestaan; Arnold Friberg, Samuël de Lamaniet profeteert © IRI; ROBERT T. BARRETT, MARIA BEGROET JEZUS