2010
Mijn mooiste kerst
December 2010


Mijn mooiste kerst

Morten Sønderskov (Denemarken)

In een decembermaand gedurende mijn kinderjaren werd mijn moeder heel erg ziek. Van de medicijnen die zij moest innemen, werd ze heel erg moe en ze sliep wel achttien uur per dag.

Daar mijn moeder alleenstaand was, probeerden mijn oudere zus en ik het huishouden zo goed mogelijk op orde te houden, maar we waren jong en onervaren, en het ging ons niet goed af. Toen onze moeder al een paar dagen ziek was, keken we of er in huis iets te eten was. Toen we in alle keukenkastjes aan het kijken waren, ging de deurbel.

Er stond een zuster uit onze wijk voor de deur met een maaltijd in haar handen. Ze wist natuurlijk niet dat we honger hadden, maar daar stond ze met een maaltijd. Ze vroeg hoe lang onze moeder al ziek was en hoe we ons die dagen hadden weten te redden. We verzekerden haar dat het ons lang niet slecht afging, maar dat we wel dankbaar waren dat ze zo lief was geweest om ons eten te brengen.

Toen ze weer thuis was, belde deze zuster de ZHV-presidente om haar in te lichten over onze situatie. De volgende dag, en vele dagen daarna, brachten leden uit de wijk ons een maaltijd. We waren heel dankbaar! Wat we niet meteen opaten, vroren we in, en door de liefdadigheid van onze wijk, hadden we meer dan genoeg voor de daaropvolgende drie maanden. Maar de liefdadigheid hield daar niet op.

De kerst naderde, en mama werd langzaam beter, maar ze was nog lang niet de oude. Mijn oom kwam uit Kopenhagen naar ons toe, een afstand van 65 km, om ons te helpen met de voorbereidingen op de kerst. Hij hielp ons zoveel hij kon, kocht een kerstboom en eten voor de kerstdagen. Hij bracht ook een paar cadeautjes voor mijn zus en mij mee. Wij hadden op onze beurt een paar kleine cadeautjes voor onze moeder en oom gekocht. We wisten dat er veel was om dankbaar voor te zijn, maar als kinderen voelden we ons toch een beetje teleurgesteld over de manier waarop deze kerst voorbij ging.

Op kerstavond ging de deurbel. Ik keek uit het raam, maar ik zag niemand staan. Ik kwam tot de conclusie dat het een grapje was, maar mijn zus zei dat ik toch maar moest gaan kijken wie er was. Op de veranda stond een grote mand met levensmiddelen en andere benodigdheden, zelfs een paar cadeautjes. We waren er zeker van dat de mand bij het verkeerde huis was bezorgd. We gingen naar de buren om te vragen of die misschien voor hen bestemd was, maar ze waren niet thuis. Toen zagen we pas dat op alle cadeautjes onze namen stonden. Er waren er zelfs een paar bij voor mijn oom. Iemand had aan ons gedacht.

De anonieme liefdadigheid die dat jaar aan mijn familie betoond werd, maakte van wat anders een donkere en verdrietige kerst was geworden de beste Kerstmis van mijn leven. De warmte en liefde die we toen van anderen kregen, blijft mij tot op vandaag ontroeren.