Zij hebben tot ons gesproken
Wees niet bang
Van Maria en Jozef leren we dat we niet bang hoeven te zijn; voor elk probleem is er een oplossing.
Maria en Jozef leerden al vroeg in hun leven dat God voor elk probleem een oplossing heeft. Tot Maria zei de engel: ‘Wees niet bang. (…) Want voor God is niets onmogelijk’ (Lucas 1:30, 37, NBV).
Soms worden jongvolwassenen met een probleem zo hoog als de Mount Everest geconfronteerd. Ze geloven dat het te hoog en te moeilijk is om te beklimmen. Omdat ze geen oplossing zien, raken ze ontmoedigd — misschien zelfs negatief en pessimistisch — over hun toekomst. Maar evenals Maria en Jozef kun je leren dat, hoe onoplosbaar de levensproblemen ook mogen lijken, God altijd een oplossing heeft.
Toen Maria te horen kreeg dat het haar goddelijke roeping was de Zoon van God te baren, zal ze ongetwijfeld de nodige vragen en bezwaren hebben gehad. Ze was per slot van rekening in ondertrouw met Jozef — wat zou hij wel niet denken? De engel gaf haar toen de raad: ‘Wees niet bang’ (Lucas 1:30, NBV). Toen Jozef hoorde dat Maria in verwachting was, zag hij geen andere oplossing dan de verloving te verbreken. Maar de engel gaf nogmaals de raad: ‘Wees niet bang’ (Matteüs 1:20, NBV). Het was dezelfde hemelse raad die eerder aan Zacharias was gegeven (zie Lucas 1:13) en die later aan de herders zou worden gegeven: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen’ (Lucas 2:10, NBV).
Er is tegenwoordig veel angst in de wereld — angst om te trouwen, kinderen te nemen, toezeggingen te doen, voor het goede op te komen, groepsdwang te weerstaan. Er is angst over de economische situatie en natuurrampen. Maar de raad van de Heer aan ons is dezelfde die aan Maria en Jozef is gegeven: ‘Houdt moed en vreest niet, want Ik, de Heer, ben met u en zal u bijstaan’ (LV 68:6; cursivering toegevoegd).
De raad van de engel voor Maria en Jozef om niet bang te zijn, was meer dan een persoonlijke instructie toegesneden op hun problemen. Het was een universele groet aan alle mensen, omdat Maria en Jozef een unieke rol zouden spelen in de bediening van de Heiland, wiens bediening het mogelijk maakte alle angsten van alle mensen uit alle tijden teniet te doen.
Door de geboorte, het leven en de verzoening van de Heiland zijn er geen onoplosbare problemen. Er zijn uiteraard tijdelijke tragedies en moeilijkheden, maar die hoeven niet blijvend of onoverwinbaar te zijn. Kun je je voorstellen dat er iemand is die een probleem heeft dat God niet kan oplossen? Hij heeft altijd een oplossing die onze eeuwige vooruitgang ten goede komt. Dat is zowel de reden voor als de essentie van de verzoening. Daarom zei Mormon: ‘Door de verzoening van Christus [zult] gij hopen’ (Moroni 7:41).
Wij hoeven er niet aan te twijfelen dat de verzoening bij machte is oplossingen voor onze problemen aan te dragen. De Schrift is heel helder op dit punt. Waar het echter om gaat is dit: omhelzen wij die oplossingen? Kiezen wij voor het antwoord van de wereld of Gods antwoord? Bekeren wij ons of rationaliseren wij, streven wij naar Gods genade om onze gebreken te overwinnen of doen we het ‘op eigen houtje’, erkennen wij Gods liefde in tragische tijden of keren wij ons van Hem af telkens als het ons tegenzit?
De verzoening is het instrumentarium waarmee wij grote problemen kunnen oplossen. Met de verzoening heeft God ons de controle over onze goddelijke bestemming in handen gegeven, op voorwaarde dat we zijn wil doen. Maria was een schitterend voorbeeld van deze gehoorzaamheid. Tegen de engel zei ze: ‘Mij geschiede naar uw woord’ (Lucas 1:38). Er was geen sprake van rationalisatie, uitstel, gemopper, maar wel een nederige onderwerping aan Gods wil. Jozef was uit hetzelfde gehoorzame hout gesneden. Hoewel het verstand hem ingegeven kan hebben dat Maria misschien ontrouw was geweest, deed hij ‘zoals de engel des Heren hem bevolen had en hij nam zijn vrouw tot zich’ (Matteüs 1:24).
Maria en Jozef leerden een van de krachtigste levenslessen: als je gelooft in de verzoening en Gods wil doet, hoef je niet bang te zijn, omdat er altijd een oplossing voor je problemen zal zijn.
De critici in deze wereld hebben deze les nooit geleerd. Toegegeven, ze zijn vaak intelligent en scherpzinnig. Ze zien hoe gecompliceerd de problemen zijn die zich opstapelen, maar gooien vaak het bijltje erbij neer omdat ze geen oplossing zien. Dat komt omdat ze de verzoening niet begrijpen. Zij zien het torenhoge probleem voor zich, maar hun visie is beperkt. Het is alsof er een muur tussen hen en de horizon staat; zij zien alleen maar het probleem. Met als gevolg dat ze skeptisch, cynisch en pessimistisch worden. Hun perspectief wordt geïllustreerd in diagram 1.
Daar staat tegenover dat er velen zijn die geestelijk analytisch zijn zonder kritisch te zijn. Ook zij zijn intelligent en scherpzinnig. Ook zij zien hoe gecompliceerd en ernstig de problemen zijn, maar ze hebben een totaal andere visie. Hun zicht wordt niet beperkt door een muur. In plaats daarvan kijken ze door een telelens, ja, ze zien de problemen, maar ook wat daarachter ligt. Met andere woorden, ze zien ook de oplossingen die de verzoening biedt. Hun perspectief op het leven wordt geïllustreerd in diagram 2.
Daaruit volgt dat deze mensen weinig of geen angsten kennen. Ze zijn positief, optimistisch en hoopvol over het leven, omdat ze absoluut weten dat er voor elk probleem een geestelijke remedie is. Daarom verklaarde de Heiland: ‘Houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33). Daaruit volgt dat er in Christus’ kerk geen plaats is voor negativisme. Negativisme en cynisme komen van Satan. Blijmoedigheid en optimisme komen van Christus.
Alle problemen in de wereld kunnen in vier hoofdcategorieën worden onderverdeeld, die elk door de Heiland is overwonnen, vandaar zijn bevel om ‘goede moed’ te houden.
-
Ten eerste, de dood. In de Schrift staat: ‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’ (1 Korintiërs 15:22).
-
Ten tweede, zonde. De engel zei tegen Jozef dat Jezus ‘zijn volk zal redden van hun zonden’ (Matteüs 1:21).
-
Ten derde, zwakheid. De Heiland leerde Moroni: ‘Mijn genade [de vermogende kracht van de verzoening] is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden’ (Ether 12:27).
-
Ten vierde, de algemene moeilijkheden van het leven die niets met zonde vandoen hoeven te hebben (zoals ziekte, afwijzing, depressiviteit, werkloosheid enzovoort). Jesaja profeteerde dat de Heiland de gebrokenen van hart zou verbinden, alle treurenden zou troosten en ze een kroon zou geven in plaats van as (zie Jesaja 61:1–3; zie ook Alma 7:9–13).
Voor elke benauwing waar de wereld ons mee bestookt, heeft de Heiland een remedie dankzij zijn superieure genezingskracht. Dan verbaast het ons niet dat Maria uitriep: ‘Mijn ziel maakt groot de Here, en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland’ (Lucas 1:46–47). Hij is de Redder omdat Hij ons echt kan redden van dood en zonde, van zwakheid en de aandoeningen van het leven.
Onze hemelse Vader wilde dat Maria en Jozef het onzekere levenspad opgingen zonder angst, in de wetenschap dat zijn Zoon daar zou zijn met al zijn reddingskracht. Hij wil dat ook wij deze les al vroeg in ons leven leren: ‘Wees niet bang. (…) Want voor God is niets onmogelijk’ (Lucas 1:30, 37, NBV).