2011
Jezus als kind
Januari 2011


Verhalen van Jezus

Jezus als kind

Dit verslag komt uit Matteüs 2; Marcus 6:3; Lucas 2:21–52.

Maria hield de baby Jezus vast toen ze de drukke tempel in Jeruzalem inging. Zij en Jozef waren uit Betlehem gekomen om in de tempel een offer van twee duiven te brengen. Jezus was bijna zes weken oud.

In de tempel was een oude man die Simeon heette. Hem was beloofd dat hij op een dag de Heiland zou zien. ‘En hem was door de Heilige Geest een godsspraak gegeven, dat hij de dood niet zou zien, eer hij de Christus des Heren gezien had’ (Lucas 2:26). Toen hij de baby Jezus zag, was Simeon erg blij omdat hij wist dat de belofte vervuld was. Toen getuigde de vrouw Hanna, die in de tempel werkte, blij dat Jezus de Heiland was.

Maar niet iedereen was blij met de geboorte van de Heiland. Koning Herodes had gehoord dat er een kind geboren zou worden die de koning van de Joden zou worden. Herodes wilde geen andere koningen in zijn land. Hij zei dat alle baby’s die in de afgelopen twee jaar in de buurt van Betlehem geboren waren, gedood moesten worden!

Jozef zag in een droom een engel die hem waarschuwde voor het plan van Herodes. Jozef en Maria vluchtten midden in de nacht. Zij gingen met Jezus naar Egypte, waar Hij veilig zou zijn.

Na de dood van koning Herodes, verhuisde het gezin naar de stad Nazaret. Jozef werkte als timmerman. Maria bleef thuis om voor het gezin te zorgen.

Jezus werkte samen met Jozef. Net als alle Joodse jongens bestudeerde Hij de Schriften en de Joodse wetten. Jozef en Maria gehoorzaamden de geboden en Jezus leerde van zijn aardse ouders. Jezus ‘groeide op en werd krachtig, en [Hij] werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem’ (Lucas 2:40).

Toen Jezus twaalf was, namen Maria en Jozef Hem mee naar Jeruzalem om het paasfeest te vieren. Zij reisden met veel andere mensen. Vrouwen en mannen liepen in verschillende groepen, en de gezinnen kwamen iedere avond bij elkaar om te eten.

Na het feest gingen Jozef en Maria op weg naar huis. Die avond merkten ze dat Jezus niet bij een van de groepen was waar ze mee reisden. Zij gingen snel terug naar Jeruzalem om Hem te zoeken. Na drie dagen vonden ze Jezus in de tempel. Hij sprak met de leraren en beantwoordde hun vragen. De mannen in de tempel stonden verbaasd.

Maria zei tegen Jezus dat zij en Jozef erg ongerust waren. Jezus zei tegen haar dat Hij met de dingen van zijn hemelse Vader bezig moest zijn. Hoewel Hij nog jong was, wist Jezus dat Hij belangrijk werk moest doen voor het plan van zijn hemelse Vader.

Linksboven: Heinrich Hofmann, Christus en de rijke jongeling (detail), welwillend ter beschikking gesteld door C. Harrison Conroy Co.; boven: illustratie Dan Burr; andere illustraties Casey Nelson