Nieuwe handboeken geïntroduceerd op wereldwijde instructiebijeenkomst
President Thomas S. Monson en leden van het Quorum der Twaalf Apostelen hebben tijdens de wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden op 13 november 2010 de nieuwe handboeken van de kerk en enkele belangrijke veranderingen daarin geïntroduceerd.
De instructiebijeenkomst voor leidinggevenden over de nieuwe handboeken — Handboek 1: ringpresidenten en bisschoppen en Handboek 2: de kerk besturen — is in 22 talen naar leidinggevenden in de priesterschap en de hulporganisaties in 95 landen uitgezonden.
De uitzending is beschikbaar op LDS.org: www.lds.org/leadership-training
In februari 2011 zal er een tweede wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden worden uitgezonden, over de taken van ringpresidenten en bisschoppen, het werk van quorums en hulporganisaties, en de bijzondere moeilijkheden waarmee units met onvoldoende leden en leidinggevenden geconfronteerd worden om de volledige programma’s van de kerk uit te voeren.
Het belang van de handboeken
‘De handboeken verschaffen veiligheid’, zei president Monson. Hij waarschuwde tegen afwijkingen van het handboek die in de programma’s van de kerk kunnen sluipen als de leiders niet op de hoogte zijn van het beleid en de werkwijzen. ‘Ze zullen u en de mensen onder wie u werkzaam bent tot zegen zijn als u ze leest, begrijpt en volgt.’
De handboeken zijn eenvoudiger en flexibeler opgesteld om twee grote gevaren te vermijden, volgens president Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen.
Het eerste gevaar is dat de invloed van de Heilige Geest uit de programma’s van de kerk wordt verbannen. Hij zei: ‘Wij zijn met een geestelijk werk bezig, en een geestelijk werk moet door de Geest worden geleid.’
Het tweede gevaar is ‘dat we de kerk zonder het evangelie vestigen. De leden van de kerk hebben de kerk nodig, maar ze hebben ook behoefte aan het evangelie in hun hart.’
Belangrijke veranderingen
Het grootste deel van Handboek 1: ringpresidenten en bisschoppen is hetzelfde als de herziene versie van het Handboek kerkbestuur, boek 1 van 2006. Instructies uit de meest recente brieven van het Eerste Presidium zijn erin opgenomen, hoofdstukken over de taken van de ringpresident en bisschop zijn verkort en verduidelijkt, en een deel van het materiaal is herschikt om het gemakkelijker te kunnen raadplegen.
De veranderingen in Handboek 2: de kerk besturen zijn veel uitgebreider. De opbouw van de handleiding op basis van beginselen is bedoeld om de programma’s van de kerk minder complex te maken en, waar nodig, ruimte te laten voor plaatselijke aanpassingen zonder daarbij de uniformiteit van het beleid, de werkwijzen en programma’s op te offeren.
Andere noemenswaardige veranderingen omvatten de verlichting van de werklast van de bisschop door de rol van de wijkraad en zijn leden te vergroten, de mogelijke toename van het aantal wijkraadsvergaderingen, een verduidelijking betreffende de zending van de kerk, het werk van het welzijnscomité van de wijk dat nu valt onder het leidinggevend priesterschapscomité (waarop, wanneer nodig, de ZHV-presidente kan uitgenodigd worden) en de wijkraad, de opheffing van het vaste activiteitencomité van de wijk zodat de organisatie van activiteiten door de wijkraad geschiedt, en andere veranderingen.
De zending van de kerk
In het nieuwe handboek wordt eventuele verwarring verduidelijkt over wat het Eerste Presidium in 1981 de ‘drieledige zending van de kerk’ noemde — het verkondigen, het vervolmaken en het verlossen.
In paragraaf 2.2 van Handboek 2 wordt de bedoeling van het Eerste Presidium bevestigd dat deze drie toepassingen deel uitmaken van een groot werk. Er staat: ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is door God ingesteld om Hem te helpen de verlossing en verhoging van zijn kinderen tot stand te brengen’ (zie Mozes 1:39).
Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gewaarschuwd voor ‘uitzonderlijk veel aandacht (…) aan definities en grenzen van deze drie toepassingen van het werk van de Heer’, of het uitsluiten van ‘andere essentiële elementen, zoals de zorg voor de armen.’
Hij zei: ‘Het algemene beginsel dat in paragraaf 2.2 wordt genoemd, luidt: “De programma’s en activiteiten van de kerk sterken en steunen personen en gezinnen.”’
Uniformiteit en aanpassing
De beginselen en leerstellingen in de eerste drie hoofdstukken van Handboek 2 zijn volgens ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen fundamenteel voor het bestuur van de kerk en moeten alles onderbouwen wat de leiders doen. Maar in de daaropvolgende hoofdstukken, met name in het nieuwe hoofdstuk ‘Uniformiteit en aanpassing’, wordt uitgelegd waarin het beleid en de programma’s van de kerk flexibel kunnen zijn.
Ouderling Cook zei ook dat ‘dit hoofdstuk duidelijk aangeeft welke zaken in de kerk uniform moeten zijn, en dat er uitermate belangrijke beginselen in staan waarmee bepaalde zaken plaatselijk kunnen worden aangepast.’
Voorbeelden van mogelijke aanpassingen omvatten de medewerkers en programma’s van de hulporganisaties, en de grootte en frequentie van leidersvergaderingen en activiteiten. Omstandigheden die overwogen moeten worden zijn onder andere: gezinsomstandigheden, vervoer en communicatie, een klein aantal leden, en veiligheid.
Volgens ouderling Cook moeten ‘leiders die aanpassingen overwegen altijd de leiding van de Geest zoeken en met hun presiderende functionaris overleggen.’
Vooruitgaan
In een paneldiscussie stelde ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om de instructies één hoofdstuk tegelijk te bestuderen en de beginselen in raadsvergaderingen te bespreken zodat iedereen nuttige informatie kan opsteken.
Als leidinggevenden vragen hebben over het beleid en de programma’s die niet door de handboeken worden beantwoord, moeten ze die met hun priesterschapsleider bespreken, aldus ouderling Oaks. Als er dan nog onbeantwoorde vragen zijn, mogen ‘alleen de hoogstgeplaatste priesterschapsleiders (…) contact opnemen met het kantoor van het Eerste Presidium.’