2011
De geschiedenis en het erfgoed van de zustershulpvereniging
Januari 2011


Huisbezoekboodschap

De geschiedenis en het erfgoed van de zustershulpvereniging

Bestudeer dit materiaal en bespreek het met de zusters die u bezoekt, als u dat gepast vindt. Gebruik de vragen om de zusters te sterken en om de ZHV actief deel uit te laten maken van uw eigen leven.

Relief Society seal

geloof • gezin • hulp

Eliza R. Snow herinnerde zich dat de profeet Joseph Smith had gezegd dat ‘hoewel de naam [zustershulpvereniging] een hedendaagse naam is, de instelling al heel oud is.’1

Onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, verschenen aan Joseph Smith en herstelden door middel van hem de volheid van het evangelie op aarde. De zustershulpvereniging maakte deel uit van die herstelling. De organisatie van de kerk was niet volledig totdat de zusters waren georganiseerd.2

In de komende maanden kunnen we aan de hand van de huisbezoekboodschap meer leren over de geschiedenis van de zustershulpvereniging en de rol die zij in het herstelde evangelie speelt. Het is niet alleen belangrijk maar essentieel dat wij onze geschiedenis begrijpen.

Ten eerste, als wij onze geschiedenis begrijpen, worden we geïnspireerd om de vrouw te worden die aan de verwachtingen van de Heer voldoet. Als wij het voorbeeld van edele zusters in de laatste dagen volgen, kunnen we van het verleden leren hoe we de toekomst tegemoet moeten treden.3

Ten tweede leren we van onze geschiedenis dat de beginselen die in de vroegere kerk bestonden, ook nu onze fundamentele beginselen zijn. Door deze kennis en onze doelen — om ons geloof en rechtschapenheid te laten toenemen, ons gezin te versterken en mensen in nood te helpen — wordt er een verband gelegd tussen ons verleden en onze toekomst.

Ten derde, als we onze geschiedenis waarderen, zijn we beter in staat om anderen over ons geestelijk erfgoed te vertellen. President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘U geeft het erfgoed door als u anderen helpt om de gave van naastenliefde in hun hart te ontvangen. (…) De geschiedenis van de ZHV is in woorden en cijfers opgetekend, maar het erfgoed wordt van hart tot hart doorgegeven.’4

Ten slotte kunnen we onze rol in de toekomst van de zustershulpvereniging beter op ons nemen als we onze geschiedenis beter begrijpen. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd: ‘We weten dat vrouwen die veel waardering voor het verleden hebben, zich ook graag inzetten voor een rechtschapen toekomst.’5

Julie B. Beck, algemeen ZHV-presidente.

Uit de Schriften

Ester 9:28–29; Romeinen 16:1–2; Alma 37:8; Moroni 7:45–47

Onze geschiedenis

‘De zustershulpvereniging is de organisatie van de Heer voor de vrouwen.’6 In zijn hoedanigheid als profeet heeft Joseph Smith op 17 maart 1842 de zustershulpvereniging georganiseerd. De kleine, gevarieerde groep op die eerste bijeenkomst bestond uit toegewijde vrouwen, net als tegenwoordig. ‘De jongste drie zusters waren tieners en de oudste zuster was in de vijftig. Elf vrouwen waren gehuwd, twee waren weduwe, zes waren ongehuwd en de huwelijkse staat van een van de zusters is onbekend. Hun opleidingsniveau en achtergrond verschilden enorm, net als hun economische omstandigheden. De verscheidenheid werd steeds groter naarmate het ledental van de organisatie bleef groeien, maar de zusters van de ZHV waren en zijn één.’7

Noten

  1. Eliza R. Snow, ‘Female Relief Society’, Deseret News, 22 april 1868, p. 81.

  2. Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 485.

  3. Zie L. Tom Perry, ‘Op de oude manier de toekomst tegemoet treden’, Liahona, november 2009, pp. 73–76.

  4. Henry B. Eyring, ‘Het blijvende erfgoed van de ZHV’, Liahona, november 2009, pp. 124–125.

  5. Spencer W. Kimball, ‘Privileges and Responsibilities of Sisters’, Ensign, november 1978, p. 104.

  6. Spencer W. Kimball, ‘Relief Society — Its Promise and Potential’, Ensign, maart 1976, p. 4.

  7. Jill Mulvay Derr, Janath Russell Cannon en Maureen Ursenbach Beecher, Women of Covenant (1992), p. 28.

Walter Rane, De ZHV in Nauvoo, welwillend ter beschikking gesteld door het Museum voor kerkgeschiedenis