Ons gezin, ons thuis
De genezende kracht van het gebed
Ik kan me nog goed herinneren hoe ik me voelde toen ik de berouwvolle tranen over de wangen van mijn tienjarige zoon Arián zag stromen.
Hij zat met zijn oudere broer Joel van twaalf in de slaapkamer te spelen toen ze plotseling ruzie kregen. Ik moest ingrijpen om de orde te herstellen. Het kwam misschien door hun leeftijd, maar de jongens hadden steeds vaker ruzie.
Arián, die na de ruzie met zijn broer duidelijk aangeslagen was en huilde, reageerde zich op onaanvaardbare wijze op mij af. Ik waarschuwde hem twee keer (nu had hij ruzie met mij), maar de situatie werd steeds erger. Hij ging door het lint, had een knalrood gezicht en trilde. Ik kreeg het ook op mijn zenuwen, maar ik wist dat er een oplossing moest zijn waarbij ik niet zou hoeven schreeuwen.
Ik moest plotseling aan het beginsel bidden denken. Ja, dat was de oplossing. Dus nam ik hem mee naar mijn slaapkamer. Ik sloot de deur en zei: ‘Arián, laten we op onze knieën gaan zitten. Dan zal ik een gebed tot onze hemelse Vader uitspreken.’
We knielden allebei neer terwijl hij boos bleef huilen. Ik bad met het doel om mijn zoon te helpen. Halverwege het gebed merkte ik dat het huilen minder werd. De tranen die nog over zijn wangen stroomden, waren tranen van berouw.
Na ons gebed keek Arián me aan en vroeg hij: ‘Papa, wilt u me vergeven?’ Ik sloeg mijn armen om hem heen en kon mijn eigen tranen niet bedwingen. Mijn ziel werd vervuld door vredige en liefdevolle gevoelens. Arián zei niets meer, maar ik wist dat hij de genezende kracht van het gebed had ervaren en dat de Heilige Geest in zijn hart was doorgedrongen.
Nu had hij niet alleen iets over de kracht van het gebed geleerd, maar hij had er ook een getuigenis van gekregen.