Oude voorbeelden, hedendaagse beloften
Verkering is altijd moeilijk voor me geweest, maar ik put kracht uit de voorbeelden van getrouwheid in de Schriften.
Hoewel ik de meeste sociale situaties wel prettig vind, heb ik altijd moeite gehad om een vaste vriendin te vinden. Vóór mijn zending heb ik geen verkering gehad, en toen ik na twee jaar thuiskwam, voelde ik me erg onervaren.
In de tien jaar daarna heb ik ogenschijnlijk ‘alles wat [ik kan] doen’ (2 Nephi 25:23) geprobeerd om te trouwen — iets wat me in mijn patriarchale zegen beloofd is — maar zonder succes. Soms heb ik me wanhopig afgevraagd of ik ooit iemand zou vinden. En op hele duistere momenten heb ik in gebed uitgeroepen: ‘Help me alstublieft. Ik weet niet wat ik doe.’
Onlangs heb ik veel troost gevonden in voorbeelden uit de Schriften. De volgende drie verhalen hebben me enorm geholpen om op mijn hemelse Vader en zijn plan te vertrouwen.
Jozef uit Egypte: geloof en hoop in God
Jozef werd op zeventienjarige leeftijd naar een ander land versleept waar hij zijn godsdienstige overtuiging verkondigde. Ondanks die zware beproeving bleef hij positief en trouw aan zijn meesters en aan God (zie Genesis 37; 39–41). Dertien jaar lang ging hij door de ene na de andere ongewenste situatie. Door zijn harde werk kwam hij alleen maar in de gevangenis terecht, waar hij tot zijn dertigste verbleef.
Ik vraag me soms af of Jozef ooit heeft gedacht dat God hem was vergeten of zich heeft afgevraagd hoe lang hij in de gevangenis moest zitten en of hij ooit vrijgelaten zou worden. Ik vraag me af of de dromen die Jozef eerder in zijn leven had (zie Genesis 37:5–11) hem hoop op een goede toekomst gaven.
Uiteraard was God Jozef niet vergeten, net als zijn moeder, Rachel (zie Genesis 30:22). Jozef werd zo gezegend dat hij zelfs in onplezierige situaties voorspoedig was. In plaats van in opstand te komen, te morren of God te vervloeken, oefende Jozef buitengewoon veel geloof. Daardoor werd hij zo bijzonder gezegend.
We kunnen in de verleiding komen om over onze beproevingen te klagen en blind te zijn voor de zegeningen die God ons al heeft gegeven. Maar als we in geloof en hoop voortgaan, kunnen we grote zegeningen ontvangen, net als Jozef. En zelfs als ons geloof niet beloond wordt zoals wij het willen, kunnen we een gelukkiger leven leiden als we dat geloof behouden.
Jozefs ervaring is ook een getuigenis van Gods grote macht en wijsheid. Jarenlang leek het wel of de inspanningen van Jozef nergens toe leidden, maar door de hand van God werd Jozef uit de gevangenis vrijgelaten en verhoogd tot een positie vlak onder de Farao (zie Genesis 41:41–43). Had Jozef die enorme mogelijkheden kunnen voorzien?
Soms doen we ons best om iets te bereiken, maar zijn onze eigen inspanningen, hoe groot ook, niet voldoende. Ik weet dat onze hemelse Vader ons voor ons geloof en onze gehoorzaamheid kan zegenen met grotere zegeningen dan waar we aanvankelijk op hoopten. Ik vertrouw erop dat als ik een goede instelling heb en net als Jozef van moeilijke situaties het beste maak, de Heer — op zijn tijd — ‘zijn heilige arm ontbloot’ (Jesaja 52:10). Mijn harde werk zal niet voor niets zijn geweest. Hij zal ons indachtig zijn. Hij is ons eigenlijk altijd indachtig, en als wij getrouw blijven heeft Hij goede dingen voor ons in petto.
Abraham: God boven alles liefhebben
Enige tijd geleden kwam er een eind aan de verkering die ik had met iemand waar ik veel voor voelde. Omdat ik al bang was dat ik ongehuwd zou blijven, twijfelde ik of ik nog iemand anders kon vinden waar ik bij zou passen.
Niet lang daarna werd ik herinnerd aan het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak moest offeren (zie Genesis 22:1–14). Ik besefte dat we allebei iemand moesten opgeven van wie we hielden. Uiteraard valt mijn ervaring in het niet bij die van Abraham, maar ik heb geleerd dat uit zijn ervaring bepaalde patronen zijn voortgekomen die ik kan volgen.
Abraham moest lang wachten totdat hij en Sara een zoon kregen. Isaaks geboorte was een wonder, en tegen Abraham werd gezegd: ‘Door Isaak zal men van nageslacht van u spreken’ (Hebreeën 11:18). Toch gebood de Heer Abraham om Isaak te offeren. Hoe zou Abrahams nageslacht ‘door Isaak’ tot stand komen als Isaak geofferd zou worden?
Abraham was gehoorzaam omdat hij wist dat — maar niet noodzakelijkerwijs hoe — God zijn beloften zou nakomen. Hij hield heel veel van zijn zoon, maar uit zijn reactie bleek dat hij bovenal de Heer liefhad. Van ons wordt hetzelfde gevraagd (zie LV 101:4–5), en wij hebben ook de belofte van een grote beloning als we trouw volharden (zie Matteüs 24:13). Toen mijn verkering uitging, was het moeilijk om verder te gaan. Omdat ik de belofte had gekregen dat ik zou trouwen, leek verder gaan niet in overeenstemming met die belofte. Maar de belofte gaf me hoop, waardoor ik opnieuw een poging zou wagen om aan mijn hemelse Vader te laten zien dat ik Hem bovenal liefheb.
Abrahams getrouwheid werd niet alleen beloond met het leven van zijn zoon, maar ook met ontelbare nakomelingen en andere zegeningen (zie Genesis 22:15–18). Ook wij zullen beloond worden als we de offers brengen die God van ons vraagt en als we laten zien dat we Hem liefhebben. Dat is de kern van de beproeving van ons geloof.
Zacharias: geloven dat Gods beloften echt zijn
Soms weten we niet hoe de beloften van de Heer ooit in vervulling kunnen gaan — net als de belofte dat als we het verlangen hebben en trouw blijven, we met een eeuwig huwelijk gezegend worden. President Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft over deze tegenstrijdigheid gezegd: ‘Er kunnen momenten zijn dat we een moedige beslissing moeten nemen, ook als alles om ons heen in tegenspraak is met [onze] hoop.’1
Zacharias en zijn vrouw Elisabet baden trouw en wachtten hun hele leven al op een kind. Uiteindelijk kreeg Zacharias van een engel de belofte dat zijn vrouw, die al op leeftijd was, een kind zou krijgen dat de weg voor de Heiland zou voorbereiden. De zegen was zo groot dat Zacharias die niet kon begrijpen. Hoewel een engel het hem had verteld, vroeg Zacharias: ‘Waaraan zal ik dit weten?’ (Lucas 1:18.)
Net als Zacharias raken we soms zo gewend aan de teleurstelling — of lijken de beloofde zegeningen zo ongelofelijk — dat we vergeten dat ‘bij God alle dingen mogelijk zijn’ (zie (Matteüs 19:26). De ervaring van Zacharias herinnert me eraan dat de grote beloften van onze hemelse Vader echt zijn en dat Hij ze altijd nakomt.
De verhalen van Jozef, Abraham en Zacharias zijn niet de enige voorbeelden waardoor mijn geloof is versterkt en ik hoop heb gekregen. Er staan talrijke voorbeelden in de Schriften van mensen die mij door hun geloof eraan herinnerd hebben dat ik geloof moet hebben in wat de Heer mij heeft beloofd. Ik kan nauwelijks een hoofdstuk in de Schriften lezen zonder eraan herinnerd te worden dat de Heer altijd zijn beloften nakomt. Daardoor heb ik hoop op de toekomst.