Door voorbeeld gezegend worden
Net zoals mijn vrienden invloed op mij hebben gehad, kunnen jullie het licht van het evangelie door je levensstijl naar anderen uitstralen.
Onlangs was ik op bezoek bij een vriend die ik van het middelbaar onderwijs kende. We praatten over de tijd dat we elkaar nog maar net kenden, de vreugde die we ervaren als we het evangelie naleven en de invloed die vrienden op ons kunnen hebben. In feite ben ik door het voorbeeld van mijn vrienden bij de kerk gekomen.
Ik ging voor het eerst van Amerikaans Samoa naar de Verenigde Staten toen ik tien was, omdat mijn vader wilde dat zijn kinderen betere opleidingsmogelijkheden zouden hebben dan hij. Ik woonde bij mijn oom en tante in Seattle (Washington, VS). Toen ik veertien was, verhuisde ik naar Californië. Mijn oma, bij wie ik woonde, was tempelwerkster in de Los Angelestempel (Californië), maar ik was geen lid van de kerk.
Tijdens mijn eerste schooljaar in het voortgezet onderwijs raakte ik bij de studentenraad betrokken. Ik merkte dat sommige mensen in de studentenraad anders waren dan de rest. Ze hadden respect voor anderen, hun taalgebruik en kleding was fatsoenlijk, en hun waardigheid en licht vielen mij op. We werden vrienden, en ze nodigden me uit om met ze naar een activiteitenavond te gaan. Ik vond de gezonde ontspanning en de Geest die ik er voelde leuk, dus ging ik er vaker naartoe. Een paar weken later stelden mijn vrienden me aan de zendelingen voor en lieten me het Boek van Mormon zien. Kort daarna liet ik me dopen en begon ik aan mijn levenslange studie van het Boek van Mormon.
Mijn vrienden volgden de raad in 1 Timoteüs 4:12 op: ‘Wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in conversatie, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid.’ Net zoals mijn vrienden kunnen wij ook een goede invloed hebben als wij dagelijks het evangelie naleven. Als ons leven een weerspiegeling van onze normen en ons geloof is, merken degenen die klaar zijn voor het evangelie dat en willen er dan meer over weten.
Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Alma in het Boek van Mormon. Alma leidde een aangenaam leven als priester aan het hof van koning Noach. Toen Abinadi zijn getuigenis gaf, geloofde Alma hem, en met gevaar voor eigen leven schreef hij Abinadi’s woorden op en vertelde anderen over de Heiland (zie Mosiah 17:2–4).
‘En het geschiedde na vele dagen dat er een aanzienlijk aantal vergaderd was op de plaats Mormon om de woorden van Alma te horen. Ja, allen die zijn woord geloofden, waren samengekomen om hem te horen. En hij onderwees hen en predikte hun bekering en verlossing en geloof in de Heer’ (Mosiah 18:7; zie ook vss. 1–6).
Later gaf zijn zoon, Alma de jonge, de kerk problemen en verhoorde een engel Alma’s gebeden: ‘De Here heeft de gebeden van zijn volk gehoord, en eveneens de gebeden van zijn dienstknecht Alma, die uw vader is; want hij heeft met veel geloof voor u gebeden, dat gij tot een kennis der waarheid zoudt mogen worden gebracht’ (Mosiah 27:14). Alma de jonge en zijn vrienden bekeerden zich, werden geweldige zendelingen en raakten door hun goede voorbeeld het hart van duizenden mensen.
‘En aldus waren zij een werktuig in de handen Gods om velen tot de kennis der waarheid te brengen, ja, tot de kennis van hun Verlosser.
‘En hoe gezegend zijn zij! Want zij verkondigden vrede; zij verkondigden goede tijdingen van het goede; en zij maakten het volk bekend dat de Heer regeert’ (Mosiah 27:36–37).
Mijn vrienden gaven mij ook het goede voorbeeld toen ze op zending gingen. Hoewel ik wat tegenslag te verwerken had, besloot ik dat ik toch op zending wilde. Door die beslissing is de rest van mijn leven beïnvloed. Toen ik in Apia (Samoa) op zending was, vervulden de zendelingen de meeste priesterschapsleidersfuncties. Ik zag in dat de kerk op die eilanden gesterkt moest worden. Ik besloot om mijn deel te doen — ik zou na mijn zending en opleiding terug naar Samoa gaan.
Toen ik afgestudeerd was, verhuisden mijn vrouw en ik naar Samoa, waar we onze kinderen opvoedden en de kerk en de gemeenschap versterkten. Mijn vader, die geen lid van de kerk was, was nauw betrokken bij plaatselijke zakelijke en gemeenschapsaangelegenheden. Zijn motto was: ‘Als het de moeite waard is om te doen, is het de moeite waard om het goed te doen.’ Toen mijn broers en zussen en ik het evangelie hadden ontdekt en het zo goed mogelijk naleefden, zag hij hoe we ten goede veranderd waren. In 2000 logeerde president Gordon B. Hinckley (1910–2008) na de inwijding van de Suvatempel (Fiji) in het huis van mijn vader. Tijdens dat bezoek werd het hart van mijn vader door de Geest geraakt. Ik kreeg het voorrecht om hem op zijn tweeëntachtigste te dopen. Hij vond veel vreugde in het evangelie en vertelde er de laatste paar jaar van zijn leven onbeschaamd en stoutmoedig over aan anderen.
Ik weet dat het belangrijk is om als gelovige een voorbeeld te zijn en dat het ons en anderen gelukkig maakt. Omdat mijn vrienden het goede voorbeeld gaven en een profeet zijn liefde toonde, genieten mijn familie en ik de zegeningen en vreugde van het evangelie.
Onze daden hebben iedere dag invloed op anderen. Later we anderen de helpende hand bieden en hen de waarheid van deze tekst op het hart drukken, zodat zij er ook gelukkig van worden: ‘Bedenkt, bedenkt, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon Gods, dat gij uw fundament moet bouwen; zodat, wanneer de duivel zijn krachtige winden zendt, ja, zijn pijlen in de wervelwind, ja, wanneer al zijn hagel en zijn hevige storm u zullen striemen, die geen macht over u zullen hebben om u neer te sleuren in de afgrond van ellende en eindeloos wee, wegens de rots waarop gij zijt gebouwd, die een vast fundament is; en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen’ (Helaman 5:12).