Een plan voor ons gezin
‘Ons gezin kan eeuwig zijn’ (Kinderliedjes, p. 98).
Ik zat op het bed van papa en mama en ik miste hen. Toen rinkelde de telefoon.
‘Hé, Levi. Moet je eens horen!’ zei papa. ‘Je zusje Nora is vanmiddag geboren!’
Ik kon wel merken dat papa blij was, maar zijn stem klonk raar — alsof hij zich zorgen maakte.
‘Hoeveel weegt ze?’ vroeg ik, maar ik vroeg me af of ik het wel echt wilde weten.
Papa was even stil. ‘Net iets meer dan 0,9 kilo’, zei hij. Nu klonk hij echt bezorgd. Nora had eigenlijk rond de kersttijd geboren moeten worden, maar het was nog september. ‘Ze is inderdaad erg klein’, ging papa verder. ‘Blijf voor haar bidden, Levi. En bid ook maar voor ons, zodat we vertrouwen dat onze hemelse Vader weet wat het beste voor ons gezin is.’
Toen ik ophing, ging ik naar de keuken en pakte een grote zak bonen die mama in de soep wilde gaan doen. Op het pakketje stond dat dat nu ongeveer net zo licht als Nora was. Ik hield het in mijn handen en probeerde mij voor te stellen hoe een baby van die grootte eruitzag.
‘Haar geest was net nog bij haar hemelse Vader’, bedacht ik me toen ik dacht aan wat ik over het voorsterfelijk bestaan en het heilsplan te weten was gekomen. Ik wist dat we Nora zelfs te zien zouden krijgen als ze dood zou gaan, want we waren allemaal als gezin aan elkaar verzegeld. Maar ik hoopte ook dat ze bij ons op aarde zou blijven.
De volgende paar maanden waren papa en mama vaak in het ziekenhuis. Opa en oma kwamen bij ons thuis om voor mij en mijn broertjes en zusjes te zorgen. De leden van de wijk vastten en baden voor ons gezin en soms brachten aardige dames van de ZHV ons te eten. Iedereen wilde weten hoe het met Nora ging.
Op zekere avond riepen papa en mama ons in de huiskamer bij elkaar. Ze zeiden dat papa Nora met de bisschop een zegen ging geven. Toen papa in pak wegging, ging mama met ons om de bank heen zitten en ging met ons in gebed.
‘Zegen papa alstublieft als hij Nora een priesterschapszegen geeft’, bad mama. Ze praatte steeds zachter. ‘En als het uw wil is, laat haar dan alstublieft gezond thuiskomen.’
Toen we baden, voelde ik dat de Heilige Geest de kamer met vrede en liefde vervulde. Het was net alsof mijn hemelse Vader tegen me zei dat alles bij zijn plan hoorde, wat er ook met Nora zou gebeuren.
Later die avond kwam papa thuis en vertelde wat er in het ziekenhuis gebeurd was. Normaal gesproken was er veel lawaai in Nora’s kamer. Er stonden veel machines en monitoren met alarmsystemen en knipperende lichtjes. Verpleegkundigen en dokters renden er altijd rond om de baby’tjes te helpen. Maar toen papa en de bisschop aankwamen, ging het er anders aan toe. De machines maakten geen geluid. De verpleegkundigen zaten naast de baby’s te lezen of te waken. Papa en de bisschop gaven Nora een zegen zonder onderbrekingen.
Ik weet niet of Nora hier op aarde opgroeit of binnenkort terugkeert naar haar hemelse Vader. Maar ik weet wél dat onze hemelse Vader gebeden hoort en verhoort. Ik voel me gerust omdat Hij voor ieder van mijn familieleden een plan heeft.