Boodschap van het Eerste Presidium
De stem van de Heer
In de Leer en Verbonden wordt iedereen uitgenodigd om de stem van de Heer Jezus Christus te horen (zie LV 1:2, 4, 11, 34; 25:16). Er staan boodschappen, waarschuwingen en bemoedigende aansporingen in. Het zijn openbaringen aan uitverkoren profeten. Door die openbaringen leren we dat God ons gelovig gebed verhoort door boodschappen van leiding, gemoedsrust en waarschuwing.
We bidden om Gods wil te leren kennen: wat we moeten doen om vrede en geluk in dit leven en het hiernamaals te vinden, en wat er in het verschiet ligt. De Leer en Verbonden staat vol met antwoorden op zulke nederige gebeden en vragen van profeten en gewone mensen. Dit boek is een waardevolle gids die ons leert hoe we antwoord kunnen krijgen op vragen over ons stoffelijk welzijn en ons eeuwig heil.
Essentieel daarvoor zijn nederigheid en geloof in de Heer Jezus Christus. Op zijn verlangen om mee te werken aan de vertaling van het Boek van Mormon, kreeg Oliver Cowdery van de Heer dit antwoord: ‘Bedenk dat u zonder geloof niets kunt doen; vraag daarom in geloof. Ga niet lichtvaardig met deze dingen om; vraag niet om datgene waar u niet om behoort te vragen’ (LV 8:10).
Voordat de Heer zijn kinderen helpt, eist Hij volgens de Leer en Verbonden dat ze eerst geloven en nederig zijn. Een van de redenen is dat Hij ons niet altijd het antwoord geeft dat wij verwachten. Soms vinden wij het moeilijk dat antwoord te aanvaarden.
Dat zien we ook in de kerkgeschiedenis en de ervaringen van onze voorouders. Mijn overgrootvader, Henry Eyring, bad vurig om te weten wat hij moest doen toen hij in 1855 van het herstelde evangelie hoorde. Het antwoord kwam in een droom.
Hij droomde dat hij aan tafel zat met ouderling Erastus Snow van het Quorum der Twaalf Apostelen en een ouderling die William Brown heette. Ouderling Snow onderwees ongeveer een uur lang in de beginselen van het evangelie. Toen zei ouderling Snow: ‘Ik gebied u in de naam van Jezus Christus om u te laten dopen. Deze man [ouderling Brown] […] zal u dopen.’1 Mijn gezin is dankbaar dat Henry Eyring gelovig en nederig genoeg was om zich ’s ochtends om half acht in een plas regenwater in St. Louis (Missouri, VS) door ouderling Brown te laten dopen.
Het antwoord op zijn gebed kwam niet in de vorm van een hoorbare stem van de Heer. Het kwam ’s nachts in een visioen en droom, net als bij Lehi (zie 1 Nephi 8:2).
De Heer heeft gezegd dat een antwoord ook in de vorm van een gevoel kan komen. In de Leer en Verbonden heeft Hij tegen Oliver Cowdery gezegd, ‘Zie, Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen’ (LV 8:2).
En Hij bemoedigde Oliver op deze manier: ‘Heb Ik u daarover geen vrede in uw gemoed geschonken? Welk groter getuigenis kunt u hebben dan van God?’ (LV 6:23.)
Door de Leer en Verbonden, de kerkgeschiedenis en de verslagen die Henry Eyring op zending vlak na zijn doop heeft bijgehouden, ben ik erachter gekomen dat een antwoord zowel door een waarschuwing als door gemoedsrust kan komen.
In april 1857 was ouderling Parley P. Pratt van het Quorum der Twaalf Apostelen aanwezig bij een conferentie in wat nu Oklahoma (VS) is. Henry Eyring schrijft dat ouderling Pratt ‘een somber voorgevoel had […] en niet in staat was om de toekomst te onderscheiden of een uitweg te vinden.’2 Henry schrijft kort daarna over het tragische nieuws dat de apostel de martelaarsdood was gestorven. Ouderling Pratt had zijn reis voortgezet, ondanks het gevoel van dreigend gevaar, net als de profeet Joseph Smith had toen hij naar Carthage ging.
Ik heb een getuigenis dat de Heer altijd gehoor geeft aan een nederig, gelovig gebed. Door de Leer en Verbonden en onze eigen ervaringen leren we die antwoorden te herkennen en ze in geloof te aanvaarden, of het nu gaat om leiding, een bevestiging van de waarheid, of een waarschuwing. Ik bid dat we altijd de liefdevolle stem van de Heer zullen horen en herkennen.