2013
Mijn eerste gebed over het eerste visioen
januari 2013


Mijn eerste gebed over het eerste visioen

Jing-joean Tsjen (Taiwan)

Ik wilde me laten dopen omdat enkele van mijn problemen tijdens de zendelingenlessen waren opgelost, maar niet omdat ik had gebeden en een getuigenis had ontvangen dat het Boek van Mormon waar was en dat Joseph Smith onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, had gezien. De zendelingen hadden me gevraagd om erover te bidden, maar dat had ik niet gedaan. Ik geloofde gewoon wat de zendelingen me verteld hadden.

Drie jaar na mijn doop stond er een zuster op het podium in de kapel te getuigen van het Boek van Mormon en Joseph Smith. Ze vroeg iedereen om over de volgende vraag na te denken: ‘Hebben wij werkelijk over de waarachtigheid van het Boek van Mormon en Joseph Smiths ervaring gebeden?’ Die vraag raakte mij diep. Ik dacht: ik heb daar nog nooit over gebeden, maar dat moet eigenlijk wel, dus ga ik dat doen.

Ik was gemotiveerd om iets te doen omdat mijn geloof toen zwak en mijn getuigenis van de Schriften oppervlakkig was. Ik bad die avond tot mijn Vader over Joseph Smith en de waarachtigheid van het Boek van Mormon.

De eerste keer dat ik bad, voelde ik niets. De tweede keer ook niet. Om maar niet ontmoedigd te raken, deed ik de Schriften open en las de Geschiedenis van Joseph Smith— 1:14–17. Daar staat wat er gebeurde toen Joseph naar het bos ging om te bidden:

‘[Ik zag] recht boven mijn hoofd een lichtkolom, de helderheid van de zon overtreffend, die geleidelijk neerdaalde tot zij op mij viel.

‘Zodra die verscheen, voelde ik mij bevrijd. […] Toen het licht op mij rustte, zag ik twee Personen.’

Toen ik die woorden las, voelde ik een rilling als een soort elektrische stroom door mijn hele lichaam heen gaan. Ik wist toen meteen dat Joseph Smith God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus wel degelijk heeft gezien. Ik wist dat we het Boek van Mormon hebben omdat God het door zijn profeet vertaald heeft.

Ik ben dankbaar dat mijn hemelse Vader op deze manier tot mij van de waarachtigheid van het eerste visioen getuigd heeft. Ik besefte dat ik mijn Verlosser nooit gekend zou hebben als het evangelie niet hersteld zou zijn. Ik weet dat het volle evangelie waar is en dat ik Gods beloften ontvang als ik getrouw tot het einde volhard.