Verhalen uit de conferentie
Was het toevallig dat onze paden zich kruisten?
President Thomas S. Monson, ‘Denk aan de zegeningen’, Liahona, november 2012, p. 88.
Op een bijzonder koude zaterdagavond in de winter van 1983–1984 reden mijn vrouw en ik naar de bergvallei Midway, in Utah, waar we een huis hebben. De temperatuur die avond was min 31 graden Celsius, en we wilden controleren of alles in orde was met ons huis. We keken het na en constateerden dat alles in orde was, dus ondernamen we de terugreis naar Salt Lake City. We hadden nog maar nauwelijks [een] paar kilometer naar de snelweg afgelegd toen onze auto het opgaf. […] We waren volkomen gestrand. […]
Met tegenzin begon we naar het dichtstbijzijnde plaatsje te lopen, terwijl de auto’s langs ons suisden. Eindelijk stopte een van de auto’s en een jongeman bood ons hulp aan. […] Deze vriendelijke jongeman reed ons terug naar ons huis in Midway. Ik wilde hem betalen voor zijn diensten, maar […] hij zei dat hij een scout was en dat hij graag een goede daad wilde doen. Ik vertelde wie ik was en hij zei dat het een eer was om ons te helpen. Aannemend dat hij ongeveer op de juiste leeftijd was om op zending te gaan, vroeg ik of hij zendingsplannen had. Hij zei dat hij nog niet met zekerheid besloten had wat hij wilde doen.
De daaropvolgende maandag schreef ik de jongeman een brief om hem te bedanken voor zijn vriendelijke hulp. In de brief moedigde ik hem aan om op voltijdzending te gaan. […]
Ongeveer een week later belde de moeder van de jongeman en vertelde dat haar zoon een fijne jongen was, maar dat zijn vroegere verlangen om op zending te gaan door bepaalde invloeden in zijn leven was afgenomen. Ze zei dat zijn vader en zij hadden gevast en gebeden dat hij van mening zou veranderen. [Zij] wilde me laten weten dat ze de gebeurtenissen van die koude avond beschouwde als een antwoord op hun gebeden voor hem. Ik zei: ‘Dat ben ik met u eens.’
Na enkele maanden en nog meer communicatie met deze jongeman waren mijn vrouw en ik erg blij om zijn afscheid bij te wonen voor zijn vertrek naar het zendingsgebied Vancouver (Canada).
Was het toeval dat onze paden elkaar op die koude decemberavond kruisten? Daar geloof ik helemaal niets van. Nee, ik geloof dat onze ontmoeting het antwoord was op de vurige gebeden van een moeder en vader voor hun geliefde zoon.
Overweeg hierover te schrijven in uw dagboek of het met anderen te bespreken.