Geloof, hoop en relaties
Door verlangen, geloof en hoop dienen we een relatie aan te gaan die tot een huwelijk leidt.
‘Heb je echt een lijst met voor- en nadelen gemaakt?’ Die vraag stelde mijn tienerzoon op een verbaasde toon toen hij een lijst in een van mijn dagboeken zag staan. Het was niet zomaar een lijst met voor- en nadelen, maar eentje die ik dertig jaar vóór mijn huwelijksaanzoek aan zijn moeder had gemaakt. Ik weet niet hoeveel mannen zo’n lijst samenstellen, maar toen ik als vierentwintigjarige student over het huwelijk nadacht, voelde het gewoon juist om te trouwen.
Ik weet niet meer wat mijn zoon die dag nog meer over mijn verkeringstijd vroeg, want hij had vooral aandacht voor de lijst. Ik zie het nog steeds voor me dat hij naar zijn broers en zussen roept: ‘Papa heeft een lijst over mama gemaakt! Kom eens kijken!’ Nu ik echter terugblik, kan ik heel wat vragen bedenken die hij had kunnen stellen.
Hield je van haar? Dat had zijn eerste vraag moeten zijn. Dan had ik ja geantwoord, want daarom had ik de lijst samengesteld. Ik hield echt van haar en ik verlangde sterk dat ze gelukkig zou zijn. De lijst ging meer over wat ik kon doen om haar gelukkig te maken dan of ik al dan niet van haar hield.
Hadden jullie samen plezier? Dan had ik weer ja geantwoord, want daarom had ik de lijst samengesteld. Op die manier wilde ik zien of de hoop dat ze altijd plezier met me zou hebben, werkelijkheid zou worden.
Dacht je dat ze de ware was? Dat is wellicht de mooiste vraag van allemaal. Dan had ik ja geantwoord, want ik geloofde dat ze ‘de ware’ was, maar ik wilde er zeker van zijn dat ik er door dat geloof toe aangezet zou worden om de relatie te laten werken.
Ik denk niet dat ik tijdens mijn zending ten volle besefte hoeveel invloed mijn zendingspresident op mijn relatie had toen hij over verlangen, geloof en hoop sprak. Ik heb er in de loop der tijd een duidelijker beeld van gekregen en ben blij met de invloed die president F. Ray Hawkins op mij had. Ik heb de notities die ik als twintigjarige zendeling maakte toen mijn jonge zendingspresident over de elementen van waar geloof sprak nog steeds, en door die notities heb ik later de belangrijkste beslissing van mijn leven genomen.
Alma’s leringen over geloof
Een van de dingen waar president Hawkins met betrekking tot waar geloof over sprak, was de leringen van Alma onder de Zoramieten. Alma stelde vast dat we een sprankje geloof moeten hebben. Dat noemde hij verlangen (zie Alma 32:27). Een verlangen dat er iets gebeurt, heeft een krachtige uitwerking op ons, zodat we de nodige stappen doen om ons geloof te vergroten.
Alma onderwees dat het tweede sprankje geloof uit verlangen voortkomt: een stukje geloof. Hij leerde de Zoramieten om hun verlangen in zich te laten werken totdat ze zo’n geloof hadden dat ze plaats in hun hart zouden inruimen voor zijn woorden (zie vers 27). De combinatie van verlangen en een stukje geloof gaat in ons hart zwellen, en we erkennen het als een goed zaadje. Het begint onze ziel te verruimen en ons verstand te verlichten. Het begint heerlijk te zijn. (Zie vers 28.)
Hoop is ook een belangrijk sprankje geloof. Alma zei tegen de Zoramieten dat geloof geen volmaakte kennis van dingen is. Het bestaat uit ‘hoop op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn’ (Alma 32:21; cursivering toegevoegd). Mormon onderwees ook dat hoop een sprankje geloof is. Hij zei tegen Moroni: ‘Hoe kunt gij geloof verwerven, tenzij gij hoop hebt?’ (Moroni 7:40.) Hoop kan worden omschreven als het vermogen om de toekomst positief tegemoet te zien.1 Mijn manier om met een oog vol geloof naar de toekomst te kijken, was mijn lijst. Net als Abraham stelde ik vast dat ‘er groter geluk en meer vrede’ (Abraham 1:2) voor me weggelegd waren als ik met mijn vrouw zou trouwen.
Ik had het sprankje verlangen al, maar had nog een stukje geloof en hoop nodig om tot waar geloof te komen. Daarna moest ik actie ondernemen en Rosalie ten huwelijk vragen. De lijst was hoe ik mijn verlangen, geloof en hoop uitte — ik kreeg er de moed door om in actie te komen, zodat ik tot waar geloof kon komen. Jakobus heeft gezegd dat geloof zonder werken dood is (zie Jakobus 2:17). Als die sprankjes mij er niet toe hadden aangezet om een huwelijksaanzoek te doen, had ik nooit door mijn verlangen, geloof of hoop dat grote geluk en die vrede in mijn huwelijk kunnen vinden. (Jammer genoeg ging ze niet op mijn eerste huwelijksaanzoek in, maar dat is een ander verhaal. In zulke situaties — als niet alles volgens plan of volgens onze timing verloopt — kunnen we geloof nog steeds niet weglaten.) We hadden allebei wat doorzettingsvermogen en geduld nodig, en later zijn we op een sneeuwachtige dag in december 1982 getrouwd.
Geloof is belangrijk bij alles wat we doen, ook bij daten en verkering. Verlangen, geloof en hoop dat er wel degelijk meer geluk en vrede voor ons weggelegd zijn, dienen ons tot handelen aan te sporen, zodat we relaties aangaan die tot een huwelijk leiden. Verlang je om het plan van geluk te volgen? Geloof je dat je door dat plan te volgen meer geluk en vrede krijgt? (Geloof me maar als ik zeg dat je meer geluk en vrede vindt als je het plan volgt en in de tempel trouwt.) Hoop je op een gelukkig huwelijk? Zie je jezelf door die hoop in de toekomst op een betere plek staan? Als je antwoord op die vragen ja is, moet je tot waar geloof komen door actie te ondernemen. Vraag iemand uit! Zeg ja als iemand je uitvraagt! Zoek situaties op waar je andere jongvolwassenen met dezelfde gedachtengang tegenkomt. Kortom, volg een weg die naar meer geluk en vrede leidt.
Joseph Smith: een voorbeeld van geloof
Laten we eens kijken hoe Joseph Smith een voorbeeld van waar geloof was en hoe hij de sprankjes verlangen, geloof en hoop uitoefende.
Joseph zocht naar de ware kerk van Jezus Christus. Zijn verlangen om die te vinden, was zo sterk dat hij deze tekst in de Schriften tegenkwam: ‘Indien […] iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom’ (Jakobus 1:5). Hij dacht over die tekst na. Hij verlangde naar wijsheid en geloofde dat hij die zou ontvangen als hij God erom zou vragen. Hij deed slechts wat logisch was: hij ging in gebed en vroeg het aan God. Denk daar eens even over na. Joseph verlangde de waarheid te weten. Hij geloofde de woorden van Jakobus. Hij hoopte op een antwoord. Maar als hij toen was opgehouden, zouden we hier nu niet zijn. Om zijn geloof uit te oefenen moest hij naar het bos gaan en bidden. Ik denk dat Joseph verwachtte dat hij antwoord zou krijgen toen hij naar het bos ging om te bidden. Misschien verwachtte hij niet dat hij zijn hemelse Vader en Jezus Christus zou zien, maar hij verwachtte wél een antwoord. Wat een groot voorbeeld van geloof! Hij had verlangen, geloof en hoop, en ging tot handelen over.
Door het geloof van een veertienjarige jongen is de wereld veranderd. Vanwege Josephs gebed in het heilige bos werden de hemelen geopend en sprak God weer tot zijn kinderen door een profeet.
Een van jouw mogelijkheden om geloof uit te oefenen
De Heer spreekt nu nog steeds door middel van zijn profeten. Ongeveer een half jaar geleden heeft President Thomas S. Monson gezegd:
‘Er is een tijd waarop je serieus moet gaan nadenken over een huwelijk en op zoek moet gaan naar een [partner] met wie je de eeuwigheid kunt doorbrengen. Als je een verstandige keuze maakt, en als je veel tijd stopt in je huwelijk, is er niets in het leven dat je meer geluk zal brengen.
‘Als je trouwt, […] wil je uiteraard in het huis des Heren trouwen. Voor jullie die het priesterschap dragen, is er geen andere optie. Wees voorzichtig, zodat je dat voorrecht niet kwijtraakt. Je kunt je verkering binnen de grenzen van het welvoeglijke houden en toch een hele fijne tijd hebben.’2
Je verlangen, geloof en hoop komen misschien niet tot uiting in een lijst, zoals bij mij, maar wat je ook met die eigenschappen doet, daardoor kom je tot waar geloof, door de profeet van de Heer te volgen en een partner te zoeken met wie je meer geluk kunt vinden. Met verlangen, geloof en hoop zul je een verstandige keuze kunnen doen.
Als je kiest om een eeuwig huwelijk na te streven en te koesteren, word je gezegend en zul je de vruchten van het evangelie plukken, die Alma beschrijft als ‘uiterst kostbaar, […] zoet […] boven alles wat zoet is […] en rein boven alles wat rein is.’ Hij gaat verder: ‘Gij zult u aan die vrucht vergasten totdat gij verzadigd zijt, zodat gij zult hongeren noch dorsten.’ (Alma 32:42). Wees niet bang voor de toekomst, maar oefen geloof, zodat je de beloften van de Heer kunt opeisen.